Mijn oproep voor innovatieve ICT-toepassingen in het MBO heeft tot nu toe een aantal reacties opgeleverd. Koos Winnips (@winnips) wees mij bijvoorbeeld op het rapport Mapping Future Education and Training: Group Concept Mapping Studydat medewerkers van de OU, TNO en Attic Media hebben opgesteld.
Via de methodiek 'Group Concept Mapping' hebben de auteurs dertien experts ontwikkelingen rond onderwijs en opleiden in kaart laten brengen. Daarbij is met name gekeken naar het belang en de haalbaarheid van ontwikkelingen. Er zijn ideeën gegenereerd over hoe het onderwijs er over 20 jaar uit zal zien (One specific change of Education in 20 years will be that: …). Dit leverde 203 unieke ideeën op. Deze zijn vervolgens gescoord en gerangschikt. Via multidimensional scaling en hierarchical cluster analysis leidde dit uiteindelijk tot twaalf clusters van ontwikkelingen:
Technology in Education, Tools and services enhancing learning, Open education and resources, Assessment, accreditation and qualifications, Globalisation of education, Roles of institutions, Individual and profession driven education, Role of teacher, Life-long learning, Formal education goes informal, Individual and social nature of learning, and Epistemological and ontological bases of pedagogical methods.
Tot technologie in het onderwijs behoort o.a. het gebruik van virtuele werelden, mobiele technologie, cloud based portfolios, services op internet als leeromgeving en augmented reality. Onder tools and services vallen o.a. het toenemende belang van media voor het verbeteren van cognitieve prestaties, en het legale gebruik van stimulerende middelen in leersituaties. Open educational resources nemen een hoge vlucht, internet is wereldwijd alomtegenwoordig, terwijl papieren bibliotheken volgens de experts nagenoeg zullen verdwijnen.
Op het gebied van accrediteren en beoordelen signaleren de deelnemers aan het onderzoek ook een aantal opvallende ontwikkelingen. Er wordt bijvoorbeeld voorspeld dat er over twintig jaar een aanzet is gegeven voor het beschrijven van kwalificaties op mondiaal niveau. Een tweede voorbeeld is dat mensen niet langer worden gewaardeerd op basis van hun kwalificatie, maar op basis van datgene wat zij doen. Zie verder pagina 7 t/m 10 van het rapport, en bijlage 1.
Opvallend is dat de experts uitspraken doen over specifieke technologieën, waarvan ik nooit zou durven voorspellen dat deze over twintig jaar nog zullen bestaan (zoals Second Life, weblectures, weblogs of Augmented Reality). Altijd lastig om met de kennis van nu, twee decennia verder te kijken.
De analyse leert ook dat de experts clusters die met leren te maken hebben, belangrijker vinden dan technologie-georienteerde clusters (inclusief open educational resources). Wat betreft haalbaarheid scoren de technologie-georienteerde clusters weer hoger. De auteurs stellen hierover onder meer:
On the opposite side are more learning-oriented clusters. Informal learning, self-directed learning, personalization and professionalization of education and training are difficult issue to implement. It also seems that it is easier to understand learning than to use this knowledge to design learning environments
Uit een nadere analyse blijkt dat er sprake is van een zwak verband tussen belangrijkheid en haalbaarheid tussen de clusters. Binnen clusters bleek dat een aantal uitspraken wel als belangrijk en haalbaar worden beschouwd (en dus prioriteit zouden moeten krijgen bij de invoering).
Het mooie aan dit rapport is dat het je in vogelvlucht attendeert op belangrijke trends. Een nadeel, vind ik, is dat deze trends amper worden uitgewerkt. Het lijkt er op dat de auteurs vooral ervaring willen opdoen met de onderzoeksmethodiek voor dit type studies. Dat blijkt m.i. ook uit de conclusies, die uitsluitend over de methodiek gaan. Op zich is dit waardevol, maar ik had gehoopt dat de trends ook inhoudelijk meer zouden zijn uitgewerkt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie