Verschillende sprekers hebben het belang van e-learning voor het strategisch beleid van de organisatie benadrukt. Het gaat er daarbij om dat je de toegevoegde waarde benadrukt voor de bedrijfsdoelstellingen en prioriteiten van een organisatie. E-learning zou de “enabler” moeten worden van de transformatie van de organisatie, en dus een thema voor CEO’s. Je moet dan wel in staat zijn om zichtbaar te maken dat e-learning daar daadwerkelijk aan bijdraagt (accountability). Ook zul je het delen van kennis moeten verbinden met andere bedrijfskritische initiatieven binnen het bedrijf (dagelijks werk, problemen oplossen). In dit licht moet ook het belang van performance assessment gezien worden: bedrijven willen weten of medewerkers beter gaan presteren dankzij e-learning (en leren in z’n algemeenheid).
Steun van het topmanagement is essentieel voor een succesvolle, organisatiebrede, implementatie van e-learning. Een prioriteit van JISC (een soort Engelse SURF) is daarom “managerial leadership”. Volgens mij is het belangrijk dat we daar ook in Nederland (bijvoorbeeld in Surf-verband) expliciet aan gaan werken. Binnen de BVE-sector worden er bijvoorbeeld specifieke congressen voor managers georganiseerd en buitenlandse reizen, die goed zijn voor netwerken.
Nancy DeViney van IBM schetste een aantal externe ontwikkelingen, die van invloed zijn op de wijze waarop leren plaats gaat vinden. De eerste ontwikkeling is de toename van “on demand business”: je moet als bedrijf snel in staat zijn om op specifieke vragen naar producten en diensten te reageren. De tweede ontwikkeling is de toenemende flexibiliteit op allerlei terreinen: werkprocessen worden flexibeler ingericht (o.a. waar en wanneer je werkt, en waaraan je werkt), de mobiliteit van mensen wordt groter (het aantal freelancers neemt bijvoorbeeld toe, waardoor ook wel eens gesproken wordt van een e-lance economy) en de “workforce” gaat uit meerdere generaties bestaan. De derde ontwikkeling betreft de evolutie van de technologie (gebaseerd op meerdere sprekers):
- Je hebt altijd de beschikking over Internet en netwerken.
- Content is breed beschikbaar.
- Apparaten worden steeds kleiner en krachtiger. Studenten willen dat ook omdat ze laptops te zwaar vinden.
- Er is sprake van multi-device content delivery. Kleine stukken content moeten geschikt zijn op diverse apparaten afgespeeld te worden.
- Interfaces spreken meerdere zintuigen aan.
- Bandbreedte neemt toe (maar de behoefte aan bandbreedte neemt sneller toe).
- Biolinks: biotechnology meets ICT
Voor het leren betekent dit onder meer dat het belangrijk is om “connected” te zijn met mensen, dat personalisatie mogelijk wordt gemaakt en dat mensen in staat worden gesteld met elkaar te leren. Elektronische leeromgevingen moeten dan samenwerking mogelijk maken, ondersteunen dat mensen buiten bestaande denkkaders kunnen treden (“breakthrough thinking”) en zichtbaar maken welke andere mensen aanwezig zijn binnen de elektronische leeromgeving (“people proxy”).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie