Vanmiddag heb ik een bijeenkomst bezocht bij Hogeschool InHolland in Den Haag. InHolland heeft binnen een aantal maanden een digitaal portfolio ontwikkeld op basis van Microsoft Sharepoint. Aanvankelijk wilde men aan de slag met het digitaal portfolio van de Digitale Universiteit. Niet zo zeer om inhoudelijke, maar meer om strategische redenen. Men koos hier uiteindelijk toch niet voor omdat het ook financieel minder aantrekkelijk was.
Er was echter al veel voorwerk verricht ("welke functionaliteiten moet het elektronisch portfolio hebben?"), zodat de ontwikkeling van het portfolio op basis van Sharepoint op korte termijn gerealiseerd kon worden.
Vervolgens is men pas ècht aan de slag gegaan met het implementeren. Het viel me op dat een groot aantal "Schools" het portfolio vrij traditioneel gebruikt. Studenten maken een "essay" per onderwijseenheid, niet per competentie. Het is m.i. de vraag of het portfolio dan echt meerwaarde heeft. InHolland vindt het vooral belangrijk dat studenten en docenten er mee "aan de slag gaan". Dat zullen ze op korte termijn best doen, de vraag is alleen: voor hoe lang als niet echt sprake is van toegevoegde waarde voor het leren?
Qua techniek heeft InHolland voor een best fraaie oplossing gekozen. Er is volgens mij sprake van een hele natuurlijke integratie met de rest van de ICT-applicaties (zoals hun portal). Sowieso is binnen deze hogeschool sprake van één standaard infrastructuur (je hebt bijvoorbeeld je eigen desktop ongeacht waar je inlogt). Knap werk, als het ook op de werkvloer allemaal (redelijk) vlekkeloos werkt.
Ook heeft het digitaal portfolio fraaie functionaliteiten, zoals de mogelijkheid van docenten om een mailtje te ontvangen als zij geacht worden een bijdrage aan een portfolio te reviewen. Maar er blijven gebruikerswensen over, zoals de mogelijkheid om externen op een soepele manier toegang te geven tot het portfolio of de mogelijkheid voor studenten om het digitaal portfolio mee te nemen als men is afgestudeerd.
Ik verwacht dat InHolland best nog tegen een aantal zaken aan zal lopen. Het digitaal portfolio is top down ingevoerd, ook al kunnen opleidingen zelf keuzes maken wat betreft invulling. De kans bestaat dat toch menigeen de "kont tegen de krib" gooit omdat het digitaal portfolio niet als iets van henzelf wordt beschouwd ("ownership", ook op inhoudelijk gebied). Dat zal goed gemanaged moeten worden. Niet alleen door trainingen te verzorgen, maar ook door opleidingen en docenten verantwoording af te laten leggen over beoogde resultaten. Je kunt volgens mij immers niet iets "top down" opleggen (als het gaat om het vormgeven van het leerproces), om het vervolgens over te laten aan de uitvoerders zelf.
Tot slot. Het viel me ook op dat het portfolio als breekijzer van onderwijsvernieuwing werd genoemd. Bij de implementatie zag ik echter niet dat dit aspect ook geëvalueerd werd.
De presentaties van deze middag worden geplaatst op de website van SURF NL-Portfolio.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Beste Wilfred,
Afgaande op jouw bespreking heb ik de indruk dat technische eisen (als “single sign on”-toegankelijkheid en integratie met andere applicaties) meer gewicht in de schaal hebben gelegd dan de onderwijskundige functionaliteit.
Het is toch niet een van de minste der tekortkomingen wanneer een portfolio (o.a. bedoeld als showcase) niet door derden benaderd kan worden. Daarnaast zou mijn (technische) vraag ook geweest zijn in hoeverre gegevens van instromers uit VO en BVE op een makkelijke wijze (IMS-compliant gemetadateerd?) geïmporteerd kunnen worden. Ik zie daarnaast in steeds meer regio’s “beroepskolom”-afspraken over portfoliosystemmen en -functionaliteit ontstaan. Ook daarvan heb ik de indruk dat INHOLLAND de naam eer aandoet en alleen IN(tern)HOLLAND gericht bezig is.
Een portfolio (of welke functionaliteit/techniek dan ook) is m.i. nooit het breekijzer voor onderwijskundige vernieuwing (een typische “push”-benadering). In het geval van INHOLLAND maakt de kreet in een van de PPT-presentaties “één onderwijsconcept” duidelijk dat het gaat om hang- en sluitwerk, dat wil zeggen een top down opgelegd, onderwijskundig keurslijf.
Beste Paolo,
Jij schreef:
“Afgaande op jouw bespreking heb ik de indruk dat technische eisen (als “single sign on”-toegankelijkheid en integratie met andere applicaties) meer gewicht in de schaal hebben gelegd dan de onderwijskundige functionaliteit.”
Dat zou ik niet durven te beweren.
Toegang van derden is inderdaad nog niet mogelijk. Maar dat heeft meer te maken met het beleid ten aanzien van de Active Directory (het moederbestand waarin gebruikersgegevens zitten, zeg maar) dat met de portfolio applicatie. In Utrecht hebben we daar ook mee te maken.
Microsoft schijnt overigens te werken aan die IMS compliancy, zodat portfolio informatie geëxporteerd en geïmporteerd kan worden uit en in verschillende systemen. Die vraag is inderdaad gesteld. Maar over de termijn valt nog geen zinnig woord te zeggen.
Ik plaats overigens ook vraagtekens wat betreft technologie als breekijzer.