Hoe kun je e-learning op een effectieve manier binnen bedrijven inzetten? Volgens Anol Bhattacharya als je deze zeven richtlijnen volgt.
De eerste richtlijn heeft te maken met de "business needs analysis", die vanuit verschillende perspectieven (o.a. het perspectief van de lerende) gemaakt moet worden. Richtlijn twee legt de nadruk op het verbeteren van samenwerking en interactie tussen medewerkers (als voorwaarde voor leren). De derde richtlijn neemt vervolgens afscheid van courseware en het "first-learn-then-work" paradigma.
De vierde richtlijn -het kan niet missen- geeft aan dat het bij e-learning niet om technology gaat, maar om "effectiveness and culture". Bhattacharya spreekt zich in zijn vijfde richtlijn uit tegen grootse implementaties van leermanagement systemen, en vóór kleine "trial and error" stappen.
"If you are successful – plan for the ‘big fish’."
In de zesde richtlijn staat het besef centraal dat e-learning niet alleen voor de eigen medewerkers kan worden ingezet, maar voor de hele waardeketen. Dit zou als voordeel hebben dat niet de "arme" opleidingsafdeling voor de kosten hoeft op te draaien, maar de betreffende product groep of marketing afdeling. De zevende en laatste richtlijn, tenslotte pleit er voor dat je alleen datgene meet (evalueert) dat belangrijk is:
"without proving business results, any other measurement of the success or failure of a learning initiative is useless."
Amerikanen zijn vaak dol op "zeven" tips, richtlijnen of eigenschappen (hoewel Stephen Covey recent een achtste eigenschap van effectief leiderschap heeft bedacht). Bhattacharya komt echter uit India (woont in Singapore), en nuanceert zijn "zeven regels" (daarom?) ook:
"The number one rule is that there is no specific rule or checklist."
Los daarvan: het is een leuk geschreven en inhoudelijk interessante bijdrage. Soms wat kort door de bocht, niet altijd even origineel, maar dat mag in een weblog post.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie