Sociale media in het leerproces (column) (#in)

Onderstaande column is gepubliceerd in de april-editie van SLBberichten.

Ik houd me nu al meer dan zestien jaar bezig met internettechnologie en leren. In de loop der jaren is mijn enthousiasme alleen maar gegroeid, zeker door de opkomst van zogenaamde sociale media. Weblogs, wiki’s, social bookmark-applicaties als Diigo, Twitter en andere internet-toepassingen die de eindgebruiker in staat stellen content te ontwikkelen, te publiceren en hierover te interacteren met anderen.

De meeste sociale media zijn gratis en via internet te gebruiken, zonder dat je iets hoeft te installeren. De zogenaamde ‘web 2.0’-applicaties zijn ook eenvoudig te gebruiken. Leerlingen en docenten kunnen zelf beslissen of, wanneer en hoe zij gebruik willen maken van welke sociale media. Sociale media spelen daarmee in op de autonomie van de eindgebruiker. Onderzoek laat zien dat autonomie de intrinsieke motivatie om te leren bevordert. En hoe hoger de intrinsieke motivatie, des te beter de (leer)prestaties.

Sociale media zijn gericht op interactie en participatie. Twitter en weblogs brengen vaak een dialoog op gang. Twitter is bijvoorbeeld zeer geschikt om snel antwoord te krijgen op eenvoudige vragen, en om tips en suggesties te geven. Een relatief nieuwe toepassing is Quora waar je vragen over bepaalde onderwerpen kunt stellen, en waarop anderen gemakkelijk (en uitgebreider dan bij Twitter) kunnen reageren.  Sociale media bevorderen het gevoel van verbondenheid. En ook verbondenheid verhoogt de intrinsieke motivatie, en daarmee indirect de (leer)prestaties.

Leren is in mijn ogen een sociaal proces. Je leert het meeste als je een actieve rol hebt in het leerproces. Ik hecht daarom veel belang aan co-creatie. En juist daarin zijn sociale media sterk. Handheld camera’s (zoals de Flip), en camera’s van smartphones hebben in combinatie met videoplatforms als YouTube en Vimeo gezorgd voor miljoenen uren ‘user generated’ beeldmateriaal. Deze technologieën kunnen ook prima gebruikt worden om lerenden videoclips, lipdubs, interviews, mini-documentaires, en dergelijke te laten maken.

 De eenvoud, autonomie, interactief, sociaal verbonden en co-creatief maken sociale media dus bij uitstek geschikt voor leerprocessen waarin de leerling een centrale rol inneemt. En toch is sprake van een grote kloof tussen de mogelijkheden van sociale media, en het daadwerkelijke gebruik in de klas.

We pleiten vaak voor participatie en co-creatie, maar brengen dit eigenlijk nog maar weinig in de praktijk. Docenten hebben het gevoel dat zij bij het gebruik van sociale media de controle verliezen. Bijvoorbeeld doordat lerenden bij het gebruik van sociale media snel afgeleid raken. Onderwijsgevenden zullen hier een weg in moeten vinden.

Docenten zijn vaak niet in staat om de ontwikkelingen op het gebied van ICT bij te houden. Door een gebrek aan tijd, prioriteit maar vaak ook affiniteit.

Wat te doen? Begin met in de praktijk te brengen wat we weten. Namelijk consistent en geïntegreerd onderwijsleerprocessen ontwikkelen vanuit een visie op leren, met een bijpassende didactiek, duidelijke leerdoelen en de bijbehorende technologieën. En vooral door eindelijk eens ècht te investeren in de professionaliteit van medewerkers door betekenisvolle leertrajecten voor en met hen vorm te geven.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *