Tijdens de Oline Educa 2005 vond een sessie plaats met de titel "Establishing the Value of Learning in the Workplace". De Amerikaanse beroepsvereniging voor training en ontwikkeling (ASTD) heeft samen met IBM een onderzoek uitgevoerd onder 26 topmanagers van grote bedrijven. In dit onderzoek hebben ze gekeken wat de perceptie van deze leidinggevenden is van de waarde van leren. Zij hebben ook de mening van Chief Learning Officers (CLO) vergeleken met de opvatting van andere leidinggevenden (verantwoordelijk voor technologie, financiën en CEO’s: CXO).
De onderzoekers concluderen dat er meer aandacht is voor het bepalen van de waarde van leren en dat leren steeds breder wordt opgevat (niet alleen cursussen en trainingen, maar ook informele vormen van leren zoals collegiaal consult). Ook lijkt leren een steeds bredere scope te krijgen: leren heeft niet alleen strategische waarde voor het individu, maar ook voor het bedrijfsonderdeel en het bedrijf als geheel (bijvoorbeeld als instrument voor de transformatie van de onderneming). ASTD en IBM concluderen verder dat efficiency van leren net zo belangrijk wordt gevonden als de effectiviteit er van.
Opvallend is dat "CXO’s", in vergelijking met CLO’s, leren een grotere rol toedichten ten aanzien van innovatie van het bedrijf. CLO’s kijken ook meer naar de korte termijn (leren is belangrijk voor de huidige prestaties van medewerkers), CXO’s zijn meer gericht op de lange termijn (leren is een investering voor de toekomst). De onderzoekers adviseren CLO’s daarom zich meer te richten op de strategische waarde van leren voor het bedrijf en het bedrijfsonderdeel (en niet alleen op de waarde voor het individu).
Om de waarde van werkplek leren te bepalen kan een soort balanced scorecard worden gebruikt. De waarde van leren wordt dan vanuit vier perspectieven beschreven: financieel, operationeel, innovatie en de "klant" (tevredenheid van de lerende). De onderzoekers concluderen dat percepties van de waarde van leren net zo belangrijk zijn als wat de waarde van leren in werkelijkheid is. CXO’s vinden het vaak niet de moeite waard om de return on investment uit te rekenen. Het is belangrijker om via "anecdotal evidence" aannemelijk te maken wat de waarde van leren is. Zij spreken daarom liever van "return on expectations", in plaats van "return on investments".
Ik vond het een interessante benadering, al is het niet helemaal nieuw. Je kunt deze benadering m.i. ook kiezen om de waarde van ICT voor het leren aannemelijk te maken: wat is de waarde voor het individu (lerende, docent), het bedrijfsonderdeel (opleiding, faculteit) en de organisatie als geheel. Voor de korte en lange termijn.
Alle berichten over de Online Educa 2005….
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
De waarde van (beslissingen of interventies betreffende) leren is lastig in geld uit te drukken. Ik ben het er mee eens dat percepties over waarde gebruikt kunnen worden als basis voor discussie. De onzekerheid over mogelijke opbrengsten is zeker in een snel veranderende maatschappij erg groot en betrokken hoofden zijn dan een betrouwbaardere basis voor besluitvorming dan glazen bollen. Een vergelijkbare benadering is trouwens ook gevolgd in een ‘Digitale Universiteit’ project over kosten en baten van e-learning drie jaar geleden.