Ik heb vandaag de presentatie bijgewoond van een kortlopend onderzoek naar de wijze waarop de organisatie van competentiegericht onderwijs kan worden vormgegeven. Het middelbaar beroepsonderwijs ontwikkelt zich namelijk in een richting waarbij de deelnemer centraal staat, waarbij het onderwijs veel flexibeler wordt dan nu het geval is. Traditioneel werkt het onderwijs immers met vaste roosters, waarbij de organisatie bepaalt wat, wanneer en hoe er geleerd wordt. Het is de bedoeling dat onderwijs meer gepersonaliseerd wordt (zonder dat sprake is van individueel onderwijs).
Het IVA (Universiteit Tilburg) heeft op verzoek van Gilde Opleidingen zogenaamd kortlopend onderzoek gedaan naar de vraag hoe dit georganiseerd kan worden. Het gaat daarbij om onderwijs waarbij opdrachten het uitgangspunt vormen. De titel van het nog online te publiceren rapport is "Op weg naar een passende organisatie van het competentiegericht onderwijs". De onderzoekers hebben een literatuurstudie gedaan en casestudies uitgevoerd (bij 6 Regionale Onderwijscentra, 1 hogeschool, en 1 profit organisatie met een opleidingsafdeling).
Competentiegericht onderwijs (CGO), zo stelden de onderzoekers, heeft gevolgen voor de inrichting van werkplekken, en op de inzet van personeel. Centrale termen zijn: praktijksturing, actief leren, talentontwikkeling, maatwerk en flexibiliteit. Belangrijk bij CGO is studieloopbaanbegeleiding voor het samenstellen van leertrajecten. Onderwijsorganisaties voeren CGO vaak ‘smal’ in. De impact op het totale onderwijs is op korte termijn vaak gering. De mate van flexibiliteit heeft meestal betrekking op het curriculum, de begeleiding, beoordeling, en op de organisatie (personeel en ruimtes).
De IVA-onderzoekers hebben de case studies beschreven aan de hand van de volgende aspecten: de leerling centraal, de mate van praktijkgerichtheid en de praktische uitwerking (curriculum, begeleiding, beoordeling, organisatie: personeel en ruimtes). Zij concluderen dat in de huidige situatie er sprake is van een mix van vraaggestuurd en aanbodgestuurd onderwijs. Ook stellen zij dat de ontwikkeling van docent- naar deelnemergestuurd onderwijs een paradigmashift van docenten vergt, en dat docenten hier waarschijnlijk meer moeite mee hebben dan deelnemers. Verder geven zij aan dat het onderwijs weliswaar meer vraaggestuurd zal moeten worden, maar dat 100% vraaggestuurd werken onmogelijk en ook niet wenselijk is.
Zij stellen ook dat elke leerling uniek is, maar dat niet elke leerling een eigen leertraject wenst. Daar zijn profielen in te ontdekken, gemeenschappelijkheden. Ook constateren zij dat in de huidige onderwijspraktijk sprake is van veel praktijkgericht leren (authentieke contexten), maar dat nog weinig sprake is van ècht competentiegericht leren (waarbij daadwerkelijk rekening gehouden wordt met wat een deelnemer wil leren en wat h/zij al kan en kent). Ook constateren de onderzoekers dat er een enorme variatie is in de wijze waarop het curriculum, de begeleiding en beoordeling, èn de organisatie zij vormgegeven. Zij concluderen verder dat er geen sprake is van ‘de beste methode’. Elke organisatie zal via "trial and error" een eigen oplossing vinden. Wat willen we de leerling aanleren? Hoe willen we dat aanleren? Welke aanbiedingsvormen kiezen we? Waar gaan we dat aanleren? Door wie moet dat aangeleerd worden? Wanneer? Het kopiëren van concepten die er nu zijn, is volgens de onderzoekers niet eenvoudig. Ook stellen zij dat de mate van vraagsturing sterk afhankelijk van de doelgroep. Dat is logisch als je gepersonaliseerd onderwijs wilt organiseren. Want dat onderwijs impliceert dat je de deelnemer ook stuurt als h/zij niet in staat is zelf sturing te geven aan het leerproces.
Persoonlijk geloof ik ook niet in blauwdrukken. Ik geloof niet in "zeg maar hoe het moet". Wel vind ik het jammer dat de onderzoekers niets hebben aangegeven over bepaalde consistente scenario’s. Want er is mijns inziens wel degelijk samenhang in de manier waarop je leeractiviteiten organiseert, de manier waarop je het personeel inzet en de wijze waarop je onderwijsruimtes beschikbaar maakt voor het leren (aanleren vind ik overigens een ouderwets begrip).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ik denk dat er zeker samenhang kan bestaan tussen de verschillende onderwijs instellingen. Door te gaan kijken en vergelijken bij andere instellingen kan een eigen aanpak flink verbeterd worden.
“…Zij stellen ook dat elke leerling uniek is, maar dat niet elke leerling een eigen leertraject wenst…” Beetje jammer dat competentie gericht onderwijs naar mijn mening juist wel op een eigen (persoonsgebonden) leertraject in kan gaan.
Grappig, want ik heb gister ook iets over competentiegericht onderwijs geschreven.
Ik zou hier graag verder op doorgaan vanuit het perspectief van een ELO. Hoe kan een ELO dat organiseren van CGO goed faciliteren? Ik ben momenteel de implementatie van Didactor (OS ELO) aan het begeleiden op een mbo. Het lijkt of de ICT-kant van het gaan gebruiken van de ELO en onderwijskundige innovatie naar cgo twee gescheiden trajecten zijn. Ik wil die sporen met elkaar verknopen zodat docenten ervaren dat ze iets samenhangends aan het doen zijn als ze in Didactor een thema-, lint of flexmodule aan het maken zijn. Hoe ga je nu al die leuke functionaliteiten van Didactor (portfolio, pop, groepswerkruimtes, forums etc) slim inzetten om cgo goed te laten verlopen? Hoe maak je binnen een ELO een goed opleidingsontwerp waarin je als mbo je cgo-visie laat zien?
Hier moeten heel veel bronnen over zijn en ook ervaringskennis bij andere mbo’s. Immers overal (bijna!) wordt wel met een ELO geëxperimenteerd. Misschien vinden jullie me een beetje lui dat ik niet harder zoek op Edusite, E-learningplaza en noem maar op, maar wie weet, kan een van de lezers van je blog, of jijzelf Wilfred, me zo op het goede spoor zetten ;-).
Ik kijk uit naar reacties!
Isabelle