De tweede dag van BVE Managementconferentie (editie 2007) bestond voornamelijk uit vijf workshoprondes en een afsluitende bijeenkomst waar maar een deel van de conferentiegangers naar toe kon. Twee workshops waren de moeite waard, twee scoorden bij mij redelijk en één sessie viel tegen. De afsluitende sessie bestond uit theatersport met onder meer Hetty Heijtink (van de familie Knots). Altijd leuk en dit keer ook knap uitgevoerd. Bovendien werd bekend gemaakt dat Mirjam Hensels -sectordirecteur Hospitality & Wellness van ‘mijn ‘ Gilde Opleidingen- een iPod had gewonnen als beste presentator van de -ik meen- 120 sessies! Mirjam, gefeliciteerd!
Lees ook de impressie van de eerste dag.
De eerste workshop ging over START.Deltion, een aparte voorziening van het Deltion College waarin alle niveau 1-opleidingen in zijn ondergebracht. Een initiatief dat sterk lijkt op Gilde Praktijkopleidingen.
Niveau 1 opleidingen hebben in het algemeen een ‘moeilijke’ doelgroep en kennen over de hele linie veel uitval. Binnen sommige opleidingen van het Deltion College ging men daarom uit van een groepsgrootte van 30 deelnemers: over een aantal maanden zouden er toch maar 10 deelnemers van over zijn…..
Bij het Deltion College was bovendien sprake van een erg versnipperd aanbod, terwijl 70/80% van het curriculum vergelijkbaar is. Bovendien was sprake van weinig flexibiliteit.
Met veel steun van het management is men daarom gestart met START.Deltion. En met succes. De uitval is sterk teruggebracht. De doorstroom naar niveau 2 is 80% en het imago is positief. Opvallend is ook het feit dat Deltion College voor deze doelgroep geen moeite heeft om stageplekken te vinden. Vertegenwoordigers van andere ROC’s herkenden dat beeld.
Belangrijke succesfactoren van START.Deltion zijn:
- Het onderwijsconcept is sterk praktijkgericht. Er wordt actief geleerd.
- Het onderwijs is flexibel georganiseerd. Deelnemers kunnen flexibel in- en uitstromen, in eigen tempo leren.
- Er is sprake van intensieve begeleiding van de deelnemers. Een begeleider gaat bijvoorbeeld mee als een deelnemer voor het eerst naar een stageplaats gaat. Er is één begeleider per 15 deelnemers. Medewerkers hebben oog voor het persoonlijk welbevinden van deelnemers.
- Er is veel aandacht voor professionalisering van het personeel. Niet alleen bij de start, maar voortdurend worden medewerkers begeleid.
- Bij de selectie van het personeel is sterk gelet op de affiniteit met de doelgroep.
- Het onderwijs wordt verzorgd in een kwalitatief goede, kleinschalige, eigen accomodatie. Er is onder meer flink geïnvesteerd in de accomodatie.
- Bij de intake let men er vooral op dat een deelnemer ‘leerbaar’ en ‘aanspreekbaar’ is.
- Er is sprake van een zorgstructuur op locatie. Vaak bevindt deze zich op afstand.
- Er is sprake van een hecht team, mede als gevolg van huisvestingsperikelen waar men in den beginnen last van had (maar die dus wel ‘bindend’ werkten).
Aandachtspunten zijn er natuurlijk ook. De instroom is bijvoorbeeld sterk toegenomen, wat ten koste kan gaan van de organiseerbaarheid van het onderwijs. Bovendien moet men er voor waken om de scheidslijn tussen onderwijs en hulpverlening niet te overschreiden (je bent immers een school). Een ander aandachtspunt is de flexibele uitstroom. Niveau 2 opleidingen sluiten daar lang niet altijd bij aan.
Helaas kon men nog niet aangeven of de naar niveau 2 doorgestroomde deelnemers ook deze opleiding afmaken. Daarvoor bestaat het initiatief nog te kort. Maar men monitort dit wel.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie