Naar aanleiding van de Educause 2006 heeft Keith Russell een artikel geschreven over de
nieuwe generatie Elektronische Leer- en Werkomgevingen. Keith’ artikel is overigens gebaseerd op een wiki over dit onderwerp. Keith stelt o.a.
De net generatie heeft behoefte aan een media-rijke sociale omgeving waarin men samen kan leren en waar veel ruimte is voor interactie. Bovendien moet deze leeromgeving niet geïsoleerd bestaan van andere webtoepassingen, maar ook interactie met systemen en personen buiten de ELWO moeten ook mogelijk zijn.
Hij ziet daarbij met name toekomst in gekoppelde webservices. Met de nadruk op ’toekomst’. Ik ben het hiermee eens. Ik geloof niet in het uitbreiden van ELO’s met functionaliteiten als weblogs en wiki’s. Dat blijven m.i. toch vooral gesloten systemen. En je wilt ook kunnen differentiëren: sommige webservices moeten toegankelijk zijn voor ‘buitenstaanders’, anderen zijn vooral bestemd voor intern gebruik (zoals het delen van gevoelige informatie).
Tenlotte vind ik het commentaar van een docent op het artikel van Keith ook illustratief voor de weg die veel instellingen nog te gaan hebben:
Als docent moet ik er niet aan denken dat ‘onderwijskundigen’ mij een andere ELO gaan voorschrijven. Juist nu ik de vruchten ga plukken van de met bloed, zweet en tranen opgebouwde elektronische toetsenbanken, inclusief ‘adaptieve inhoud’, in Blackboard.
Onderwijsinstellingen die een traditionele ELO hebben ingevoerd, kunnen wel eens flink last krijgen van de wet van de remmende voorsprong. Want ik begrijp deze docent wel, maar het is toch vooral vanuit zijn persoonlijk perspectief geredeneerd. Vanuit leer-, deelnemer- en organisatieperspectief geredeneerd, is een overgang van een oude naar een nieuwe ELO eerder wenselijk. Bovendien hoeft een nieuwe ELO niet te betekenen dat je de content ook af kunt schrijven. Daar hebben we immers (open) standaarden voor.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie