Ik heb woensdag en donderdag samen met de rest van de programmacommissie meer dan 220 voorstellen voor sessies tijdens dé conferentie over onderwijsvernieuwing en ICT beoordeeld. Een intensieve maar boeiende klus, die we in een goede sfeer hebben geklaard. We hadden als leden van de programmacommissie online al veel voorwerk gedaan. Elk voorstel is door twee leden van deze commissie beoordeeld. In geval van unanimiteit is het voorstel niet meer besproken. Als er discussie over was,heeft een derde beoordelaar er nog naar gekeken en is het voorstel -vaak uitgebreid- besproken.
De komende dagen nemen leden van deze commissie contact op met indieners van voorstellen waarvan we vinden dat deze moeten worden bijgesteld vóórdat ze eventueel goedgekeurd kunnen worden. Het gaat dus over voorstellen die we nog niet af- of goed konden keuren. Na aanpassing worden deze proposals opnieuw beoordeeld. Op die manier ontstaat een definitief programma.
Daarnaast hebben we ook gesproken over andere onderdelen van het programma, over de werkwijze tijdens het congres èn hebben we de congreslocatie bekeken (het MECC in Maastricht).
Ik kan verder nog niets zeggen over verschillende sessies. Zal trouwens ook geen reclame gaan maken voor bepaalde sessies, als de keuze van de voorstellen definitief is. Ik heb wel bepaalde voorkeuren, en mensen die me goed kennen weten ook naar welke sessies ik nooit zou gaan.
Een nadeel van het lidmaatschap van de programmacommissie is dat ik inhoudelijk weinig mee zal krijgen van het geheel. Dat is vooral dit keer jammer want het belooft een boeiend congres te worden. Niet alleen voor collega’s met veel affiniteit met (t)e-learning, maar ook voor diegenen die met name belangstelling hebben voor onderwijsontwikkeling en onderwijsvernieuwing binnen het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Bij veel mensen heeft dit congres vooral een "ICT-imago". En dat is m.i. niet terecht.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
“Een nadeel is dat ik inhoudelijk weinig mee zal krijgen van het geheel.”
Ben dan ook heel benieuwd hoe we er zo goed mogelijk voor kunnen zorgen dat mensen die er niet bij kunnen zijn toch een goed beeld krijgen van het aanbod. Gaan we ook dingen als Twitter gebruiken?
Dat willen we wel proberen te realiseren.