Nationale e-learning congres: leert de computergame generatie met een TomTom?

Vandaag heb ik het Nationale E-learning congres bijgewoond. Morgen mag ik er zelf een verdiepende workshop verzorgen. In een aantal berichten zal ik een impressie geven van dit congres. Het Nationale E-learning Congres startte met een keynote van Carl Rohde die een inleiding verzorgde over vier generaties en de gevolgen voor e-learning. Rohde onderscheidde de veteranen (bedrijfsloyaal, weinig vernieuwend), de baby boomers (1945-1964), de generation X (1964-1980) en de millenium-generatie (vanaf 1980). De baby boomers zijn een generatie die graag lang mee wil gaan. Het zijn mensen die niet zijn opgegroeid met Internet, maar die zich wel meer en meer verdiept in internet. Zij gebruiken het internet functioneel, het vormt een steeds belangrijker onderdeel van hun alledaagse leven. Deze groep wordt dus in toenemende mate doelgroep van (t)e-learning.

De generation X is de eerste generatie die volgens Rohde technology savvy is. Het is een generatie die vooral een brand wil zijn, en die een balans zoek tussen werk en leven. Deze generatie kenmerkt zich ook door een behoorlijke mate van arrogantie. De vierde generatie -de millenium-generatie- is de generatie die niet meer kan leven zonder mobiele technologie. Het is een groep die veel waarde hechten aan personalisering, werken in teams èn hoge verwachtingen heeft (dus ook van (t)e-learning).

De generation X en de milenniumgeneratie worden samen door Rohde de ‘computergame generatie’ genoemd. Zij vinden een aantal zaken van groot belang:

  • Respecteer mijn autoriteit: erken en waardeer wat mensen kennen en kunnen. Je ziet bijvoorbeeld dat veel bedrijven -die zich op jongeren richten- hun klanten betrekken bij het creëren van waarde. Bij (t)e-learning zou je ook meer gebruik moeten maken van de expertise van lerenden, hen actief betrekken bij kenniscreatie.
  • Give me interactive kicks: zij haken af bij ‘saaie’ (t)e-learning (ik wil het anders en krijg het anders, anders ben ik weg). Interactie is dus heel belangrijk.
  • De behoefte om continue connected te zijn.
  • Converseren waar en wanneer je wilt.

De millenium-generatie kan overigens vaak beter samen werken met baby boomers dan met de generation X. Zij vinden de generation X vaak te arrogant. Baby boomers erkennen dat de millenium generatie meer verstand heeft van ICT, de ‘milenniums’ respecteren de wijsheid van ouderen. Op de website Signs of the Time staan deze aspecten uitgewerkt.

Marja Verstelle is ’s middags ingegaan op social software voor netwerkleren. Zij heeft een aantal applicaties zoals LinkedIn, Hyves en weblogs laten zien. Ik bespeurde daarbij een duidelijke tweedeling in de zaal. De ene groep maakte gebruik van social software en/of was er enthousiast over. De andere groep had duidelijk moeite met het gebruik van deze tools. Deze groep maakte bijvoorbeeld het onderscheid tussen ‘virtuele sociale contacten’ en ‘echte sociale contacten’. Carl Rohde zou (in navolging van Marc Prensky?) dit ongetwijfeld een typisch voorbeeld van een ‘accent’ van de baby boomers noemen. Illustratief was ook de opmerking van één van de deelnemers die aangaf blij te zijn dat haar tienjarige zoontje elke dag bezweet van het buitenspelen thuis kwam.

En hij speelt buiten echt niet met zijn TomTom!

(vergeef me als het citaat niet woordelijk klopt).

Marja presenteerde tijdens deze bijeenkomst kenmerken van succesvolle netwerkleeromgevingen. Deze kenmerken kun je bekijken

  • vanuit (motivatie om te) leren (denk aan diversiteit en openheid, sociale verbondenheid, autonomie of een positieve emotie zoals intrinisieke motivatie).
  • vanuit het interactie ontwerp (bestaande sociale gebruiken, herkenbaarheid, profiel opbouwen en zelfontplooiing)

Zij heeft hierop een meer uitgebreide toelichting gegeven waarvan ik hoop dat ze die op haar weblog publiceert. Ook heeft Marja een Del.icio.us-pagina gemaakt met relevante links voor deze sessie.

Lees ook op e-learning.nl de bijdragen van Marcel de Leeuwe:

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Even uit nieuwsgierigheid voor iedereen die er niet bij kon zijn:
    Hoeveel deelnemers bezoeken zo’n conferentie nou en in welke groepen zou je het publiek willen indelen?

  2. @Willem: ongeveer 200 mensen. Een gemêleerd publiek. Van redelijke beginners tot ‘e-learning veteranen’. Van overheidsorganisaties, ziekenhuizen adviesbureaus, grotere ondernemingen tot hogescholen, ROC’s (ik was niet de enige) en zelfs één school voor voortgezet onderwijs.

  3. @Tom van de Wetering: positief, lijkt me. Wat is een professional? Waarom zouden ‘professionals’ niets van studenten kunnen leren? Ik denk wel dat de prijs voor studenten een drempel is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *