Op 19 januari j.l. postte ik een herinnering voor de stemming over de stelling:
Social software is in het algemeen beter geschikt voor samenwerkend leren dan elektronische leeromgevingen.
Dit ten behoeve van mijn workshop tijdens het nationale e-learning congres. Dit is de einduitslag:
Er zijn ook een aantal reacties gekomen op deze bijdrage. Ik besef dat het nadeel van een stelling het gebrek aan nuance is. Daar zijn weer discussies voor.
Jeroen van Bijnen noemt de stelling "geen vergelijking" en geeft onder andere aan
Een ELO is in mijn ogen juist een systeem waar weblogs, wiki’s, fora, e-maillijsten e.d. in geintegreerd zitten. Ik denk niet dat je deze systemen los van elkaar moeten zien.
Ik denk dat het ook zo is dat deze verschillende tools allemaal geschikt zijn voor CSCL mits deze op ene goede manier gebruikt worden.
Eus van Hove noemt onderwijs met wiki en blog i.p.v. onderwijs met een elektronische leeromgeving goedkoop maar ook erg armoedig. Ignatia aan de andere kant schrijft onder meer
dat haar studenten liever met sociale media werken dan met Blackboard.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik zelf getwijfeld heb over een keuze.
En dat zit ‘m met name er in dat elektronische leeromgevingen ook in ontwikkeling zijn (er zijn bijvoorbeeld ook elektronische leeromgevingen die vooral bedoeld zijn voor samenwerkend leren).
Toch heb ik uiteindelijk ook ‘eens’ gestemd. Om een aantal redenen.
In de eerste plaats kun je bij social software eenvoudiger diverse groepen samen stellen. Ik heb bijvoorbeeld een paar jaar geleden
een project gedaan waarbij studenten van verschillende scholen betrokken waren. En die konden geen toegang krijgen tot elkaars elektronische leeromgeving (het was in elk geval een hoop ‘gedoe’).
Ook zou ik graag de mogelijkheid willen hebben om externen (bijvoorbeeld van bedrijven) bij samenwerkend leren te betrekken. En ook dat is vaak moeilijk te realiseren.
Bovendien: weblogs binnen een elektronische leeromgeving ondermijnen de kracht van blogs als dit betekent dat deze weblogs besloten zijn.
Op de tweede plaats hebben elektronische leeromgevingen vaak geen goede tools om samen aan documenten te werken (met versiebeheer en waarbij de historie zichtbaar is).
En juist dat vind ik een belangrijke functionaliteit. Ik weet: er zijn elektronische leeromgevingen die wel wiki-functionaliteit hebben. Maar ook dan geldt: hoe makkelijk is het om externen er bij te betrekken?
Op de derde plaats gaan veel elektronische leeromgevingen uit van docenten en studenten, met daar aan gekoppelde rollen.
Ik zou de mogelijkheid willen hebben -vooral met het oog op learner centred samenwerkend leren- om dat te doorbreken.
En volgens mij zijn elektronische leeromgevingen daar in het algemeen niet sterk in.
Mijn vierde en laatste argument om ‘eens’ te stemmen, is het gebrek aan ‘eigenaarschap’ van veel lerenden en hun docenten bij elektronische leeromgevingen.
Juist het kunnen ‘uitdragen’ (over de grenzen van de elektronische leeromgeving heen) motiveert.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over informele vormen van samenwerkend leren…..
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Helemaal met je eens, Wilfred. Juist het open karakter van social software maakt het voor zoveel meer vormen van formeel én informeel leren geschikt. Het is in mijn ogen een gotspé om te proberen dat soort zaken in een (gesloten) ELO te integreren, niet doen!
Uiteraard kun je de term ‘ELO’ ook breder interpreteren en er dan allerlei open online toepassingen onder scharen maar de ‘enge’ vorm lijkt me hier niet geschikt voor. De ultieme ELO van de toekomst heet gewoon WWW 🙂
Ik begrijp jullie bezwaren niet. In Blackboard is van alles mogelijk op het gebied van samenwerken. Bestandsuitwisseling, groepsruimten, discussiefora, chat, wiki’s, blogs, het zit er allemaal in.
Kan ik in een wiki elektronisch toetsen???
Kan ik opdrachten en beoordelingen van grote groepen leerlingen beheren met een blog???
Blackboard kan zoveel meer dan Hives.
Hebben jullie al het nieuwe Grade Center gezien in Blackboard 8? En hebben jullie wel eens gehoord van ‘adaptieve inhoud’? Een fantastisch instrument in Blackboard waarmee leerprocessen nauwgezet kunnen worden gevolgd. Als je dit slim aanpakt geldt een elektronische les als onderwijstijd!
Kom anders kijken naar mijn presentatie ‘Elektronische lessen als onderwijstijd’ op de IT conferentie in Maastricht.
@Eus: ik ken BB 8 niet. En ik beweer ook niet dat je met een blog of wiki alle behoeften van een docent en lerenden kunt invullen. Maar toepassingen als BB hebben absoluut beperkingen. Als je bijvoorbeeld al QMP gebruikt, betaal je ‘dubbel’ voor elektronisch toetsen als je ook nog eens BB aanschaft. En kun je externen betrekken bij weblogs binnen BB? Nee, toch?
Je ziet steeds vaker onderwijskundigen verkondigen dat de noodzaak van een elektronische leeromgeving minder wordt, door het gratis beschikbaar komen van WEB 2.0 toepassingen.
Door dit soort tendentieuze berichten zie je inderdaad gebeuren dat Colleges van Bestuur licenties voor hun elektronische leeromgeving stopzetten. Zij doen dit niet vanwege onderwijskundige meerwaarde, maar omdat WEB 2.0 toepassingen gratis zijn.
Ik vind dit een slechte ontwikkeling. WEB 2.0 toepassingen worden nauwelijks gebruikt in het onderwijs, zoals Jeroen Onstenk (InHolland) laatst heeft onderzocht. Terwijl elektronische leeromgevingen steeds meer hun waarde bewijzen in het onderwijs!
@Eus van Hove: dat vind ik te gemakkelijk. Er is van diverse kanten (en niet alleen door ‘onderwijskundigen’) onderbouwde kritiek geleverd op de traditionele elektronische leeromgevingen. Dat kun je moeilijk afdoen met ’tendentieuze berichten’. Ik vraag me af of CvB’s zich daar zo sterk door laten beïnvloeden. Wel kan ik me voorstellen dat een CvB zich de vraag stelt of kosten opwegen tegen baten. Web 2.0 toepassingen worden inderdaad op dit moment weinig gebruikt in het onderwijs. Te weinig, als je het mij vraagt. ‘Traditionele’ elektronische leeromgevingen hebben inderdaad sterke kanten, maar ook minder sterke kanten. Vooral als je meer sociaal-constructivistisch onderwijs wilt vormgeven of ook meer informele vormen van leren wilt ondersteunen.
Hoe komt het toch dat e-learning zo moeizaam van de grond komt?
Eerst kregen docenten de schuld: “ze kunnen niet eens e-mailen”. Nu mankeert het aan de software: “met een elo is geen sociaal constructivistisch onderwijs mogelijk”.
Verkondigen onderwijskundigen de waarheid?
Verschillende Hogescholen en ROC’s hebben mede op grond van deze verhalen de licentie voor hun elo stopgezet.
Je moet wel gek zijn om als docent aan e-learning te beginnen!