Effectiviteit instructie bepaald door methode, en niet het medium (?)

Clive Shepherd haalt een meta-studie uit 2006 aan, waaruit blijkt dat de instructiemethode en niet het medium de kwaliteit van onderwijs en opleidingen bepaalt. Shepherd merkt wel op dat media eigenschappen bevatten die enerzijds extra mogelijkheden bieden om interventies te plegen, maar anderzijds ook tot problemen kunnen leiden (denk aan traag opstartende computers als je maar drie kwartier de tijd hebt voor een workshop).


The choice of medium is not a pedagogical one, it is primarily practical. Once you have chosen the methods that you feel will best fulfil your goals, you select the media that will allow you to implement those methods in the most efficient manner.(…) e-learning is neither effective nor ineffective; it’s just a channel.

Een open deur? Mwa. Niet als je je realiseert dat heel vaak (ook door mij) gesteld wordt dat veel tools niet didactisch neutraal zijn. En ik blijf daar ook bij. Je moet juist de didactische impact van de eigenschappen van tools goed doorgronden, voordat je een keuze maakt voor het gebruik van bepaalde applicaties. Dat moet je wat mij betreft niet bagatelliseren. Tegelijkertijd klopt het wel dat de methode belangrijker is dan het medium. Maar onderschat ook de eigenschappen van applicaties niet.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

7 reacties

  1. Daar komt bij dat een medium wel degelijk didactische impact kan hebben voor individuele studenten omdat het bijvoorbeeld beter of slechter aansluit bij hun eigen optimale leerstrategie.

  2. @Wilfred en Pierre
    Uit jarenlange praktijkervaring: ik sluit me bij jullie beiden aan. Ook ik trap wel open deuren in als ik zeg dat de onderwijs- en leerfilosofie die aan de grondslag ligt van een didactische aanpak ontzettend belangrijk is. Die ‘goede geest’ stuurt immers de relatie tussen leraar en lerende en de ‘praktische’ keuzes van methode, medium, leeromgeving. Wat ben je met een medium, een methode als die slechts pro forma worden ingezet en de ‘inspiratie’ ontbreekt om ze kritisch en creatief in te zetten?
    Of zit ik op een verkeerd spoor?

  3. Beste Wilfred,
    Ook ik sluit me geheel aan bij je opvatting dat het medium impact heeft en ook zeker niet didactisch neutraal is. Dus een louter pragmatische keuze lijkt me de inzet van verschillende media niet.
    Op je vraag richting Pierre of dit onderzocht is, is het antwoord: Ja!
    Cisco is bezig met een serie rapporten over ” “what the research says,” as Education’s ethos states that “without data you are just another opinion.” . Het derde rapport in die evidence-based serie gaat over multimodal learning en heb ik onlangs besproken. Mijn bespreking vind je hier(http://www.paulomoekotte.nl/blog/?p=159) en het Cisco-rapport hier (http://www.cisco.com/web/strategy/docs/education/Multimodal-Learning-Through-Media.pdf).

  4. @Paulo: Het Cisco-rapport ken ik. Heb ik ook over geblogd. Maar volgens mij ging dat rapport niet in op de relatie tussen media en individuele (en diverse) leerstrategieën.

  5. Beste Wilfred,
    Ik ben het met jouw inschatting van het Cisco-rapport niet eens. Cisco hanteert de volgende definitie van learning in het rapport: ‘storage of automated schema in long term memory'(‘Schema … are linked into a system of understanding’). Nu kan het zijn dat die definitie ver af staat van jouw definitie van leerstrategie, maar wat mij betreft komt Cisco aardig in de buurt van wat in het algemeen onder (meta)cognitieve leerstrategie wordt verstaan. Volgens mij dien je in het onderwijs een student te helpen bij het ontwikkelen van leerstrategieën (leren leren) en kun je dat doen door er bij het instructional design (bijv.: “Maak bij deze tekst een conceptmap”) specifiek aandacht voor te hebben.
    De rest van het rapport (m.n. pagina’s 11 en 12: ‘how people learn’) geeft m.i. voldoende basis om te mogen zeggen dat het gebruik van media in het onderwijs wordt gerelateerd aan leerstrategieën. Volgens Cisco laat vergelijkend onderzoek (media-enabled distance learning vs. conventional learning) zien dat de didactiek meer invloed heeft op de leeruitkomsten dan het medium (pag. 15). Maar ze komen tot de conclusie dat ’the most effective designs for learning adapt to include a variety of media, combinations of modalities, levels of interactivity, learner characteristics, and pedagogy based on a complex set of circumstances’. Met andere woorden mulitmodal learning is effectiever dan unimodal learning.
    PS. Ik kan jouw bericht over het rapport helaas niet vinden en ben nog steeds benieuwd naar jouw bespreking.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *