Praktisch kader voor de invoering van microlearning

Microlearning wordt vermoedelijk in toenemende mate gebruikt binnen organisaties voor leren en ontwikkelen van medewerkers. Robyn Defelice licht het Microlearning Effectiveness (MLE) Framework toe dat je kunt gebruiken om microlearning doelgericht in te zetten voor talentontwikkeling en prestatieverbetering.

Hier is een foto-realistische afbeelding die het concept van microlearning illustreert, met verschillende digitale leerhulpmiddelen die beknopte educatieve inhoud weergeven.
DALL-E: Hier is een foto-realistische afbeelding die het concept van microlearning illustreert, met verschillende digitale leerhulpmiddelen die beknopte educatieve inhoud weergeven.

Microlearning kun je omschrijven als een aanpak waarbij een organisatie korte, gerichte leereenheden aanbiedt die lerenden op hun eigen moment kunnen volgen om specifieke kennis of vaardigheden te verwerven. Het MLE Framework bestaat uit zes samenhangende onderdelen die L&D-professionals helpen bij het evalueren en verbeteren van hun aanpak op dit gebied. Het raamwerk werkt niet met vaste regels, maar dient als hulpmiddel om gerichte vragen te stellen en beslissingen te nemen.

De zes onderdelen zijn:

1. Doelen of meetbare resultaten: Dit onderdeel richt zich op de verwachte resultaten voor de organisatie. Door deze helder vast te leggen wordt duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.

2. Beweegreden: Dit verklaart waarom de microlearning-activiteit bestaat. Deze activiteit moet een specifiek probleem oplossen, een breder leertraject ondersteunen of basiskennis aanbieden.

3. Potentieel: Hier onderzoek je welke kansen ontstaan als het doel wordt bereikt. Dit helpt om de meerwaarde van microlearning te bepalen.

4. Evaluatie: Bij dit onderdeel kijk je naar het meten van succes en de benodigde capaciteiten van het team. Door prestatie-indicatoren vast te stellen, kun je leerresultaten koppelen aan zakelijke impact.

5. Implementatie: Dit richt zich op de praktische uitvoering, zoals timing, middelen en betrokkenheid van belanghebbenden.

6. Gedistribueerde oefening: Dit onderdeel zorgt voor blijvende prestatieverbetering door het strategisch inzetten van herhaling en oefening.

Voor een succesvolle implementatie van het framework geeft Defelice drie praktische tips:

  • Begin waar je staat door een bekend onderdeel te kiezen waar de organisatie al sterk in is. Dit zorgt voor snelle resultaten en vertrouwen in de aanpak.
  • Onderzoek vervolgens waar verbeteringen nodig zijn door de zwakkere onderdelen te identificeren en te analyseren wat er ontbreekt.
  • Stem je strategie af op je huidige mogelijkheden en begin met kleine, risicoloze projecten. Start bijvoorbeeld met eenvoudige meetinstrumenten voordat je complexe evaluaties ontwikkelt.

Voor een goede start kun je eerst de sterke punten van je organisatie bepalen en die gebruiken om andere gebieden te verbeteren. Kies één onderdeel dat makkelijk uitvoerbaar lijkt en schrijf op waarom dit een sterk punt is. Bekijk daarna welk onderdeel het minst ontwikkeld is en wat er nodig is om dit te verbeteren.

Het actieplan moet bestaan uit een gedeeld begrip van microlearning, een korte-termijndoel (zoals betere afstemming van doelen), een lange-termijndoel (zoals betere evaluatiemethoden) en een overzicht van belangrijke middelen en betrokkenen.

Mijn opmerkingen

Het MLE-framework is een nuttig kader. Het onderscheid tussen doelen en beweegredenen is m.i. waardevol. Je zult echter nog veel zelf moeten uitwerken. Achter ‘implementatie’ gaan bijvoorbeeld een hele wereld schuil.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *