Waarom zouden lerenden geen gebruik maken van een AI-tutor?

Gisteren deelde Tom Naberink de eerste tussenresultaten van een pilot met AI-docenten bij Varendonck College. Daaruit blijkt dat betrekkelijk weinig leerlingen gebruik maken van de AI-docenten. Diverse verklaringen schoten door mijn hoofd. In deze blogpost zet ik deze verklaringen op een rij. Ik probeer ook suggesties te doen voor acties om het gebruik te bevorderen.

een afbeelding van een vrouwelijke student die in verwarring achter een laptop zit, terwijl zij ChatGPT gebruikt.Volgens Tom heeft bijna de helft van de leerlingen de AI-dconeten nog nooit gebruikt, 38,6% heeft het een paar keer geprobeerd en slechts 12% gebruikt het systeem regelmatig (maandelijks of wekelijks). Er zijn weinig verschillen tussen VMBO-leerlingen (2de klas) en VWO-leerlingen (5de klas).

Mogelijke verklaringen en suggesties zijn:

  • De pilot is pas een paar weken oud. Kijk over een tijd nogmaals. Probeer in de tussentijd het gebruik meer te stimuleren, bijvoorbeeld door het delen van succesverhalen van leerlingen die er wel naar tevredenheid mee werken. Ik weet ook niet in hoeverre de docenten van het Varendonck College het gebruik van de AI-docenten actief bevorderen of zelfs inbedden in hun onderwijs. Dit kan het gebruik ook bevorderen. Het beschikbaar stellen van de technologie alleen is in elk geval niet genoeg (‘if we built it, will they come?’). Er moet een duidelijke meerwaarde zijn voor de lerenden zelf.
  • Het puberbrein is nog volop in ontwikkeling, vooral die onderdelen die belangrijk zijn voor planning en zelfsturing. Jongeren zijn primair gericht op directe beloning en sociale interactie met leeftijdsgenoten. Een AI-docent biedt weinig directe beloning en sociale interactie. Overigens zie je ook bij menig volwassene uitstelgedrag omdat een directe beloning ontbreekt of omdat men denkt op een andere manier ook de eindstreep te kunnen behalen. Om het gebruik te stimuleren zou je de AI-docent kunnen integreren binnen het reguliere onderwijs. Ook zouden jongeren het nut ervan direct moeten ervaren (bijvoorbeeld via een formatieve toets). Verder zou je de ontwikkeling van vaardigheden zoals planning en zelfsturing expliciet een plek moeten geven binnen je onderwijs, en dan de relatie leggen van de AI-docent.
  • Ik moest ook denken aan de vergelijking met effectieve leerstrategieën zoals zelfverklaren of mindmaps maken. Deze leerstrategieën kosten meer tijd dan herlezen of onderstrepen. Maar je leert er op termijn wel meer van. Jongeren moeten dus een investering plegen waarvan zij het nut naar verloop van tijd ervaren. Dit verhoudt zich slecht tot het puberbrein. Bij de AI-docent zie je hetzelfde. De initiatiefnemers van de AI-docenten adviseren een tijdsinvestering van tien uur “om te snappen hoe waardevol het is en dat je het dan een beetje onder de knie hebt”. Voor jongeren is dit een eeuwigheid. Dit verklaart waarom ze vaak kiezen voor snelle, oppervlakkige leerstrategieën die directe voldoening geven. De meesten halen immers toch wel een voldoende. Om dit te doorbreken, is het eveneens aan te raden om eerst kleine successen te laten ervaren met de AI-docenten. Begin bij het gebruik bij beknopte opdrachten.
  • Onze manier van beoordelen beloont vooral korte-termijn resultaten, en ‘zesjes’. Het investeren in het gebruik van een AI-docent heeft dan snel weinig toegevoegde waarde. Je zou eigenlijk dus de manier van beoordelen moeten veranderen (met meer nadruk op het proces). Dat past slecht binnen een pilot. Dan kun je beter minder hoge verwachtingen hebben van het gebruik. Wellicht kun je ook tevreden zijn met dertig procent van de lerenden die de AI-docenten regelmatig gebruiken.
  • Wellicht gebruiken jongeren eigen generatieve AI-toepassingen als AI-docent. Vooral als jongeren de toepassingen gebruiken om antwoorden op vragen te krijgen. Je zou dan de voordelen van de AI-docenten ten opzichte van bijvoorbeeld de gratis versie van ChatGPT moeten benadrukken.
  • Succesvolle gedragsverandering draait om drie elementen: motivatie (what’s in it for me?), capaciteit (weten hoe het werkt) en gelegenheid (het juiste moment). In hoeverre is in deze pilot rekening gehouden met deze drie elementen? Over de motivatie heb ik het al gehad. En weten de lerenden hoe zij de AI-docent het beste kunnen gebruiken? En was ook sprake van het juiste moment (bijvoorbeeld het moeten maken van een complexe opdracht)?
  • We moeten niet onderschatten dat menigeen het niet plezierig vindt om met een AI-docent te converseren. We gaan ook nog steeds massaal naar een stenen gebouw om deel te nemen aan leeractiviteiten, terwijl veel van die leeractiviteiten ook net zo goed online hadden kunnen plaatsvinden. Veel mensen vinden intensief online leren echter niet plezierig. Bij AI-tutoring speelt m.i. iets vergelijkbaars. Ook bij jongeren belemmert een gebrek aan sociale acceptatie m.i. het gebruik van AI-docenten. Een deel van deze groep kun je wellicht stimuleren er gebruik van te maken door de voordelen tastbaar te maken en via kleine succeservaringen. Maar een deel zal m.i. altijd de voorkeur blijven geven aan andere manieren van begeleiding, met name als die manier van begeleiding ook beschikbaar is.

Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie

Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *