Lerenden weten vaak niet wanneer zij AI kunnen gebruiken

De meeste lerenden weten niet wanneer ze AI mogen gebruiken voor hun studie. Dit blijkt uit een recent onderzoek van Inside Higher Ed onder ruim 5000 studenten in de Verenigde Staten. Slechts 31% van de ondervraagden weet wanneer AI-gebruik gepast is, voornamelijk dankzij richtlijnen van docenten.

een afbeelding van een vrouwelijke student die in verwarring achter een laptop zit, terwijl zij ChatGPT gebruikt.
DALL-E: een afbeelding van een vrouwelijke student die in verwarring achter een laptop zit, terwijl zij ChatGPT gebruikt.

Het gebrek aan duidelijkheid is volgens deze bijdrage niet verwonderlijk. Begin 2024 had 81% van de bestuurders van onderwijsinstellingen in de VS nog geen beleid gepubliceerd over AI-gebruik voor onderwijs en onderzoek. Er was (is?) wel ophef over mogelijke fraude dankzij het gebruik van generatieve AI-tools. Tegelijkertijd is sprake van een toenemend besef dat bekwaamheden om om te gaan met AI belangrijk zijn voor de positie op de toekomstige arbeidsmarkt.

Slechts 16% van de lerenden geeft aan dat hun onderwijsinstelling expliciete regels heeft opgesteld voor het gebruik van AI. Dit gebrek aan richtlijnen verklaart auteur Ashley Mowreader uit de complexiteit van AI en de manier waarop het in onderwijsprocessen wordt geïntegreerd. Veel instellingen hebben nog geen beleid, en als er al beleid is, wordt het vaak overgelaten aan individuele docenten.

Docenten blijken een belangrijke rol te spelen in het begeleiden van lerenden bij het verantwoord gebruiken van AI. Volgens de enquête weten de meeste lerenden hoe ze AI kunnen inzetten dankzij aanwijzingen van hun docenten, bijvoorbeeld door een vermelding in de syllabus of door een klassikale bespreking. Tegelijkertijd blijkt echter dat slechts 14% van de docenten vertrouwen heeft in hun eigen vermogen om AI op een effectieve manier in het onderwijs toe te passen. Er is dus sprake van een behoefte aan en noodzaak voor meer professionalisering en ondersteuning voor docenten.

Een belangrijk aandachtspunt is dat het gebruik van AI sterk verschilt per docent. Sommige docenten bevorderen het gebruik van AI, anderen verbieden het volledig, en weer anderen staan beperkt gebruik toe. Het gevolg is inconsistentie in aanpak en mogelijke verwarring bij lerenden. Je ziet daarbij ook dat onderwijsinstellingen zoeken naar een balans tussen het voorkomen van fraude en het benutten van de voordelen van AI in leerprocessen.

De vragenlijst van Inside Higher Ed laat ook zien dat bepaalde groepen lerenden meer moeite hebben met het begrijpen van wanneer ze AI mogen gebruiken. Lerenden aan tweejarige opleidingen en volwassenen (25 jaar en ouder) zijn vaak minder goed op de hoogte van AI-richtlijnen dan lerenden aan vierjarige instellingen of jongere lerenden. Daarnaast blijken vrouwen en mensen uit achtergestelde groepen vaker terughoudend te zijn in het gebruik van AI, onder meer vanwege zorgen over de vooroordelen die de AI-modellen kunnen hebben. In het artikel wordt in dit verband gerefereerd aan het risico dat kennis over AI-gebruik deel wordt van het ‘verborgen curriculum‘. Dit kan bestaande ongelijkheden versterken, zowel wat betreft de toegang tot AI als de kansen die dit biedt op de arbeidsmarkt. Onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot duidelijke informatie en professionalisering op het gebied van AI-gebruik, zodat alle lerenden goed voorbereid zijn op het gebruik ervan.

In deze bijdrage adviseren experts onderwijsinstellingen om proactief te handelen: bied professionele ontwikkeling voor docenten en lerenden, stel voorbeeldteksten beschikbaar voor syllabi, identificeer enthousiaste medewerkers als ‘AI-ambassadeurs’, communiceer regelmatig met lerenden over AI-gebruik, en stel algemene richtlijnen op die de waarden van de instelling weerspiegelen. Tegelijkertijd moet de concrete toepassing van AI in het onderwijs bij de docent blijven liggen, rekening houdend met de specifieke context van elk vak.

Mijn opmerkingen

Ik vind dit een interessant onderzoek. Het zou best weleens zo kunnen zijn dat deze uitkomsten ook van toepassing zijn op onze situatie, al zal onderzoek dat moeten bevestigen. In ons land worstelen onderwijsinstellingen volgens mij ook met het gebruik van generatieve AI. Binnen instellingen ligt de bal ook vaak bij de docent. Dat een docent uiteindelijk bepaald wanneer lerenden generatieve AI wel en wanneer niet kunnen inzetten, is evident. Toch zijn centrale richtlijnen wenselijk. Het is m.i. aan te raden om die richtlijnen samen met diverse betrokkenen op te stellen, bijvoorbeeld in een AI Advisory Board. En er is best wel e.e.a. gepubliceerd over wanneer generatieve AI wel en wanneer niet kan worden ingezet.

Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie

Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *