Nederland is een klein land, en het aantal mensen dat blogt over de invloed van nieuwe media op onder meer leren en kennisontwikkeling is relatief gering. En toch moet je schijnbaar naar Berlijn gaan om elkaar voor het eerst te ontmoeten. Dat was bij mij het geval met Ton Zijlstra, die op donderdagavond één van de twee keynotes verzorgde.
Ton illustreerde dat de zogenaamde “Generation Y” (of net-generatie) eigenlijk niet bestaat, maar dat het er om gaat dat technologische ontwikkelingen van invloed zijn op hoe we allemaal leven, werken en leren. Hij sprak daarom over de “Generation You”: het gaat iedereen aan, al is dat nog niet voor iedereen dagelijkse praktijk.
De belangrijkste technologische ontwikkelingen zijn volgens Ton:
- De mogelijkheden om mobiel te communiceren.
- Internet dat altijd en overal (nou ja, bijna) beschikbaar is
Als je beschikt over koffie en wifi, dan beschik je over een werkplek. De acceptatie van mobiele telefonie vormde hierbij volgens Ton het omslagpunt. Ter illustratie liet hij zien hoe het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp) in Nederland groeit. Naar verwachting bedraagt over anderhalf jaar het aantal zzp-ers 60% van de totale beroepsbevolking.
Ton vertelde over hoe hij zelf op een heel andere manier omgaat met informatie, in vergelijking met vroeger. Ton volgt ongeveer 300 mensen via internet. Deze personen bloggen vaak, publiceren tal van artefacten (foto's, presentaties, video's) en microbloggen. RSS is erg belangrijk om een overzicht te krijgen van deze bijdragen.
Uit alle berichten die hij op deze manier ziet, probeert hij patronen te herkennen. Hij reageert op anderen, en krijgt ook feedback op eigen bijdragen. Daardoor leert hij ook. Verder is zijn manier van overleggen veranderd. Vroeger werden vergaderingen vaak gebruikt voor informatieuitwisseling. Voor het uitwisselen van informatie worden nu andere media gebruikt, terwijl vergaderingen meer gericht zijn op co-creatie.
Ton gaat daar erg ver in. Toen zijn vrouw -die gelukkig op dezelfde manier gebruik maakt van nieuwe media- jarig was, organiseerde hij een conferentie over de invloed van nieuwe media op de samenleving (met een BBQ als afsluiting).
Uiteraard is nog niet iedereen gewend aan deze manier van werken. Een begrip als “information overload” illustreert dat. Zijn oplossing voor “information overload” : nog meer informatie gebruiken (dan kun je namelijk beter patronen leren herkennen). Bovendien moet je volgens hem niet bang zijn om informatie te missen. Belangrijke info komt toch nog wel een keer langs. Voorbeeld: als je veel mailtjes hebt gekregen, kun je gerust eens een keer de berichten ongelezen archiveren. Je krijgt wel een herinnering van de belangrijkste mails.
In de 21ste eeuw moeten mensen daarom beschikken over “mentale mobiliteit”. Zij moeten leren om te gaan met deze veranderingen. Belangrijk hierbij is dat je kennis deelt met anderen, dat je zichtbaar bent (digitale identiteit), dat je over veel connecties beschikt, om kunt gaan met onzekerheden en niet bang bent om te experimenteren.
Ton gaf ook een voorbeeld van een project met docenten het onderwijs anders zijn gaan vormgeven, onder meer door social software te gebruiken. “Ik heb nog nooit zo veel geleerd, terwijl ik zo veel lol heb gehad”, schreef één van de docenten achteraf. Ton pleitte daarom ook voor meer 'fun' bij het leren. Leren mag moeilijk voor lerenden zijn, maar het moet ook leuk zijn (en niet -zoals wel eens wordt gezegd- pijn doen).
Ik heb met plezier naar Ton geluisterd. De manier waarop hij zijn 'boodschap' wist te verbinden met eigen ervaringen, sprak mij erg aan. De manier waarop hij werkt en leert, herken ik ook bij mezelf. Al gaat Ton daarin nog wat verder dan ik op dit moment.
Interessant in de discussie was ook de vraag of deze werkwijze niet zou leiden tot een grotere kloof tussen rijk en arm. Ton was van mening dat hierdoor inderdaad een kloof kan ontstaan tussen medewerkers die het tempo wel, en niet kunnen bij houden. Volgens Ton heeft dit eerder te maken met het vermogen om te veranderen en de durf om te experimenteren, dan met de sociaal-economische status.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Scherp verhaal. Hij slaat de spijker op de kop met zijn bewering dat de wereld drastisch veranderd door de nieuwe media. Het is niet voor niets een 3e mediarevolutie.
Toch jammer dat ik weer eens moet lezen dat de Net-generatie niet zou bestaan. Wanneer gebruiken we die term nou eens goed? In de sociologie betekent het “alle individuen die zijn geboren tussen jaar x en jaar y en daardoor in een bepaalde maatschappelijke context zijn opgegroeid.” Ik snap deze beweringen dan ook niet helemaal. Dat niet alle jongeren nieuwe media even goed en vaak gebruiken, is nog geen argument om te zeggen dat er geen Net-generatie zou bestaan. Misschien is dat juist ook wel een kenmerk van deze generatie. Alle jeudigen en kinderen groeien nu wel op in deze gemedialiserende samenleving. Teven is het dan ook niet zo dat je als als 50+ die meer en beter gebruik maakt van nieuwe media, je een “generatie Y’er” kan niemand. Die persoon is in een hele andere maatschappeijke context opgegroeid. Generatie definitie heeft niks met mediagebruik te maken.
We voeren ook geen discussies of de hippie-generatie wel of niet heeft bestaan, omdat niet iedereen toen een hippie was.
De beweringen over information-overload vind ik ook wel interessant. Ik vraag me af of er veel is veranderd vergeleken met vroeger. Toen de krant main-stream werd, werd er ook information-overload ervaren. Er kwam opeens veel info op iedereen af dan daarvoor. Toch is het nu gesneden koek om alleen een krant te lezen.
Je zou je kunnen afvragen of wij onze hersenen dan anders gaan gebruiken of dat wij onze vermogens van informatieverwerking ontwikkelen. Het grote verschil nu met vroeger is dat we zelf meer moeten filteren. Er is nu geen redactie die bepaald wat jij mag lezen en zien. Dat moeten we nu zelf bepalen. Het verhaal van patronen herkennen past daar goed in. De vraag is of dat in de toekomst als een werkelijk probleem word er varen door de toekomstige generaties, of dat wij onze vaardigheden en vermogens oa in de hersenen er op aanpassen. Ik denk het laatste gezien hoe het in de geschiedenis is gegaan.
Waar ik wel een beetje verbaasd is het volgende: mailtjes negeren, want je krijgt vanzelf wel een herinnering? Ik vind dat gewoon getuigen van weinig fatsoen. Als het te veel tijd kost, mail je toch gewoon dat je er later op terug komt? Ik vind het zelf nogal vervelend als ik geen antwoord krijg of er 3 keer achter zaken aan moet. Dat kost juist kostbare tijd. Goed beheer en archivering van mail zou veel schelen. Gelukkig hebben we daar de leermeesters van de Lifehackers nu voor.
Verder interessant verhaal en stellingen van deze meneer Zijlstra. Mooi om het zo te lezen.
Dag Wilfred, Jeroen, even een paar reacties….want zoals te verwachten veranderen er bij elke hervertelling een paar zaken of verschuift de betekenis een beetje.
@Wilfred Eerst even een feitje corrigeren: over enige tijd is niet 60% van de beroepsbevolking ZZP-er, maar is 60% van alle in NL ingeschreven bedrijven een ZZP-er. Op dit moment is dat al 50%. De groei van het aantal ZZP-ers is in 2000 begonnen.
@Jeroen
Zoals jij een generatie definieert kun je het er inderdaad prima over hebben. Maar helaas leven er de meest diverse definities van Gen Y. Ik vind ‘generatie’ dus een onbruikbaar label (ook als het om de hippies/68-ers gaat overigens). Om meerdere redenen mbt Gen Y:
– er leven veel te veel definities van Gen Y;
– het geeft niet aan waar de verandering echt zit: in de wereld om ons heen, niet in de leden van de benoemde generatie;
– het geeft daarmee de ‘ouderen’ een excuus en vijgeblad om de veranderingen af te doen als iets dat hen niet raakt en voor hun persoonlijk dus niet tot verandering leidt;
– veel mensen passen statistiek slecht toe en ontkrachten duidelijke trends and collectieve kenmerken door het ophouden van individuele voorbeelden waar dat niet geldt;
– we hebben de neiging onze eigen beelden op de ‘generatie’ te projecteren, in plaats van te kijken wat er in die groep voorvalt. Ik word er nogal moe van als er weer eens wordt geconstateerd dat de ‘jeugd’ niet zo high-tech is als we wel denken. Nee natuurlijk niet. Omdat we zelf bedacht hebben hoe dat high-tech er dan uit zou moeten zien. De falsificatie van onze projecties (ongeacht de feitelijke situatie) wordt dan weer aangegrepen om stil te blijven zitten.
T.a.v. informatie-overload. Je hebt gelijk dat we ook met de krant hebben moeten leren omgaan. Dat is ook precies mijn punt eigenlijk: we zijn druk bezig met het ontwikkelen van nieuwe informatie-strategieen en vaardigheden om met de groei in informatie om te gaan. Het begrip informatie-overload doet daarbij naar mijn mening hetzelfde als het begrip Gen Y: het afschuiven van de eigen verantwoordelijkheid te veranderen in een veranderende wereld. Door te zeggen dat je last hebt van informatie-overload zegt men meestal dat het probleem in de hoeveelheid info zit. Terwijl het onze persoonlijke info-strategieen zijn die niet schalen in de nieuwe situatie. De oplossing ligt dus niet in het nog scherper filteren of terugdringen van de hoeveelheid info zodat het weer ‘behapbaar’ wordt, maar in het benutten van de kansen die het grote volume aan info biedt om heel andere strategieen toe te passen: netwerkleren, patroondetectie, trendspotting. Dat vergt nog veel meer info: context-informatie. Die me helpt de ‘objectieve’ info te valideren en te beoordelen op bruikbaarheid. Wij moeten veranderen/ons aanpassen, niet de hoeveelheid informatie. Een begrip als informatie-overload verbloemt dat.
Dat betekent dat ik als het om outside-in informatie gaat ik alleen kijk naar patronen, niet naar individuele items. Vandaar dat ik niet bang ben de ‘markeer alles als gelezen’ in mijn RSS of e-mail inbox te gebruiken. Als het belangrijk is wordt er morgen ook over gepraat, en komt het vanzelf weer langs. Geen reden tot angst om ‘iets te missen’.
Dat geldt, zoals je je een tikje geschockeerd afvraagt, uiteraard niet voor 1-op-1 communicatie in mijn e-mail inbox. Dat zou nogal onbeschoft zijn ja. En strijdig met de notie dat relaties met anderen de kern vormen van mijn strategie in de omgang met grote hoeveelheden informatie. Voor alle andere e-mail, met name bijv na een vakantie, geldt echter dat de ‘markeer gelezen’ knop mijn beste vriend is. Mensen met 2000 ongelezen e-mails in hun inbox snap ik dus niet zo goed. Bij mij is dat altijd rondom 0, ongeacht de ongeveer 200 berichten die dagelijks binnenkomen.
Al weer veel te veel tekst, maar ik voelde de behoefte even wat aan te vullen en te nuanceren.
@Ton Zijlstra, mooie aanvulling waar ik me ook goed in kan vinden. Ook ik word nogal moe van de discussie over de Net-generatie. Ik herken ook vaak de bewering dat de jeugd toch niet zo media-minded en high tech zijn zoals de oudere generatie dat heeft geprojecteerd. Ook ik herken dat vaak de excuses om dan maar niet mee te veranderen. Wat dat betreft sla je de spijker op zijn kop. Het gaat om de wereld die veranderd en waar wij nu in leven.
Toch wil ik de definitie van een generatie even goed rechtzetten. Want we hangen er wel allemaal definities en verwachtingen aan, maar in feite is er maar een definitie. En dat zijn de groep individuen die tussen jaar x en y (deze variabelen zijn dan in te vullen per generatie) zijn geboren. Dus de hele discussie of er dan een Net-generatie zou bestaan aan de hand van het mediagebruik van onze jongen is totaal niet relevant. Het gaat om de wereld waar we in leven, zoals je zelf ook al zegt.
Ik kan me verder ook aansluiten bij je verhaal over information-overload. Het afschuiven van verantwoordelijk naar een techniek zien bij zo veell zaken terug. Denk bijvoorbeeld maar eens aan alle negatieve kanten waar wij de techniek als internet de schuld van geven, zonder zelf naar onze verantwoordelijkheden te kijken.
Ik kon niet in Berlijn zijn, maar te horen was je sessie wel interessant. Ik houd je blog wel even in de gaten 🙂
En Wilfred natuurlijk bedankt voor het bloggen over het hele congres! 😀
@Ton Zijlstra: dank voor je aanvulling.
@Jeroen Gerth: ik ben het met Ton eens. Je kunt generaties niet indelen naar mediagebruik, maar alleen naar leeftijd. En dan moet je m.i. een label hanteren die de lading dekt. Dan doet de term ‘baby boomer’ wel (na WOII was sprake van een geboortegolf). De milennium-generatie kan wat mij betreft ook (geboren rond 2000). Maar koppel er geen kenmerken aan, zoals het gedrag van een kleine groep leetijdsgenoten (hippie-generatie). En graag gedaan, wat betreft het verslag.