Wat ik vind van Wikiwijs

Je kunt nog geen week weg zijn of er breekt een heuse discussie uit over Wikiwijs: een initiatief van de
minister van OC&W, Ronald Plasterk:


Lesmateriaal voor alle onderwijsniveaus, voor iedereen on-line beschikbaar, vrijwillig gemaakt en permanent
verbeterd door leraren die dat willen in een wikipedia-achtige omgeving. Wikiwijs.


Bron

In deze bijdrage wil ik een beknopte bijdrage leveren aan deze discussie:

  • Past het bij modern onderwijs?
  • Is het medium passend?
  • Is het middel afdoende?
  • Heeft de minister Edubloggers erbij betrokken?
  • Conclusie

Past het bij modern onderwijs?

In de media
is gesuggereerd dat Plasterk pleit voor digitale schoolboeken. Deze interpretatie heeft m.i. meer te maken met
de beperkte blik van de traditionele media op (t)e-learning en het simplisme van
traditionele media, dan met Plasterk's idee. Toegegeven: in zijn toespraak noemt Plasterk weliswaar de term 'digitaal schoolboek', maar wie verder kijkt
ziet dat hij dat hij online lesmateriaal bedoelt dat via 'open access' te verkrijgen is. Plasterk is overigens
niet heel consequent als hij pleit voor "printing on demand". Dat doet toch weer heel erg aan 'schoolboeken'
denken. Terwijl de didactische toegevoegde waarde van online content vooral te maken heeft met
multimediagebruik, en het gebruik van connecties met andere bronnen via hyperlinks. En dat is lastig printen.

John van Dongen is ronduit negatief over dit initiatief:


Immers: wat is nou het verschil tussen een schoolboek of een digitaal schoolboek? Het blijft een schoolboek.
Aanbod gestuurd en passend in het onderwijssysteem dat al zo`n honderd jaar vrijwel onveranderd uitgaat van
hetzelfde fenomeen


Hij stelt dat leerlingen steeds vaker buiten de schoolmuren leren (klopt), en laakt het besloten karakter
(alleen docenten mogen wijzigen).

Ik ben wat minder kritisch dan John. Vooral lerenden die nog weinig expertise hebben over een bepaald onderwerp,
hebben baat bij kwalitatief goede instructie. Via docenten en/of via instructiemateriaal. Daar is m.i. niets mis
mee. Vraaggestuurd onderwijs bevat m.i. ook onderwijsaanbod. En ik ben ook niet tegen materiaal dat docenten
ontwikkelen of, inderdaad, andere experts. Maar ik ben ook groot voorstander van co-constructie door lerenden.
En voor dat laatste kun je wiki's prima gebruiken.

Is het medium passend?

Dat is afhankelijk van de invulling. Margreet van den Berg schrijft hier zinvolle dingen over. Zij concludeert dat het
ontwikkelen van een digitaal naslagwerk ter ondersteuning van het onderwijs prima via een wiki kan. Maar dat je
voor het ontwikkelen en delen van online lesmateriaal beter andere middelen kunt inzetten.

Ik kan me hier goed in vinden. Het beschikbaar stellen van eenvoudig te bedienen (open source) auteurtools, in
combinatie met marktplaats-achtige applicaties zetten m.i. meer zoden aan de dijk. Hierbij zouden experts ook in
staat moeten zijn elders ontwikkeld en online beschikbaar materiaal toegankelijk te maken.

Vanzelfsprekend zou hierbij vooral naar bestaande initiatieven zoals Kennisnet en de Digitale School gekeken
moeten worden. Daarnaast kun je als ministerie ook kwalitatief goede 'open content' laten ontwikkelen door
experts (weer via bijvoorbeeld Kennisnet). Want niet elke docent is ook een goed onderwijsontwikkelaar.

Is het middel afdoende?

Je stimuleert het de ontwikkeling van 'open content' niet door alleen de middelen ter beschikking te stellen.
Wat dat betreft blinkt Plasterk's pleidooi uit in vrijblijvendheid. Het ontwikkelen en delen zul je -zeker in het begin- moeten organiseren en stimuleren. De 'crowd' in het Nederlandse onderwijs is m.i. te gering van omvang om het ontwikkelen van online content volgens web 2.0-principes tot een succes te maken.

Het lijkt er niet op dat Plasterk zich heeft verdiept in de vele ervaringen met betrekking tot de
invoering van ICT in het onderwijs.

Heeft de minister Edubloggers erbij betrokken?

Fons van de Berg (a.k.a. Helikon) maakt zich er druk
over dat OC&W weer "een Groot Allesomvattend Plan" de wereld in heeft geslingerd, zonder Edubloggers en
andere bij ICT en onderwijs betrokkenen te horen. In een commentaar op deze bijdrage geeft Willem Karssenberg aan dat dit niet correct is. En
inderdaad: de Onderwijsraad heeft een hele tijd geleden een advies opgesteld over open leermiddelen, nadat zij onder meer edubloggers hebben gehoord.

Conclusie

Ik ben blij dat de Nederlandse minister van OC&W pleit voor 'open educational resources' en in elk geval aan de slag is gegaan met het advies van de Onderwijsraad over open leermiddelen, dat na inbreng van o.a. edubloggers tot stand is gekomen. Op de uitwerking ervan is echter het nodige aan te merken.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Dat printen van de minister is echt nog niet zo vreemd gedacht. In een reactie op het wiki-lesboek schreef ik onder andere:
    Terzake de vraag boek of web mag de literatuursite van duits.de als illustratief voorbeeld gelden. Daar is de ontwikkeling precies omgekeerd gegaan als wat je tot nu toe altijd hebt gezien (website bij een lesboek), namelijk een boek bij een website. Paul Goossen, Jos Kleemans en ondergetekende hebben sinds 2004 in onze vrije tijd met veel geestdrift aan de site gewerkt en we werken er nog steeds aan. Maar inmiddels is de site zodanig uitgebreid dat we voor de lopende teksten een boek hebben uitgebracht. En de verkoop daarvan verloopt beter dan sommigen voor mogelijk hadden gehouden. Uiteindelijk toch een – goedkoop – boek en de plaatjes, het geluid en de filmpjes op het web.
    Mijn volledige reactie is hier na te lezen: http://ektekst.blogspot.com/2008/12/het-lesboek-digitaal.html
    De literatuurwebsite is hier te bekijken: http://www.duits.de/literatuur/

  2. Moeten we niet ‘gewoon’ blij zijn dat dit nu eindelijk eens voor het (basis)onderwijs wordt geopperd. Want vooral daar zitten onze toekomstige techneuten. Als je ziet hoe daar nog onderwijs wordt gegeven – 18e eeuws: schoolbord, krijtjes,schriftjes, lesmethoden in boekvorm, oefenboekjes, etc. Gelukkig is het spaanse rietje inmiddels afgeschaft.
    Echter, mobieltjes en andere elektronica (behalve het rekenmachientje) zijn verboden in klaslokalen (ook op middelbare school). Pas dit jaar is er op ‘onze’ basisschool 1 electronisch schoolbord aangeschaft doordat een zeer enthousiaste lerares hierin het voortouw heeft genomen. Van de directie of schoolstichting hoef je dus niets te verwachten. Plasterk doet een voorzet, prachtig, nu de uitwerking nog. Misschien als de leerlingen hierin een belangrijke rol krijgen, gaat het nog wat worden ook.
    Van een historica met visie

  3. Mooi overzicht en samenvatting van wat ook anderen schrijven. Mijn dank daarvoor.
    Ik kan me grotendeels bij jou (Wilfred) en de commentaren aansluiten. Ik heb er niet over geblogd, maar wel her en der gediscussieerd in onder ander het topic op Beter Onderwijs Nederland en dat ging er soms heftig aan toe.
    Ik vind de gedachte achter het idee van Plasterk geweldig. Ben ik een voorstander van. Maar ook ik heb zo mijn twijfels aan de gekozen vorm en of het succes gaat hebben. Het idee dat alleen docenten mogen ontwikkelen heb ik mijn grote vraagtekens bij. Waarom geen experts uit welke hoeken dan ook die iets waardevols te melden heb, zoals je zelf ook al aangeeft? Hebben docenten überhaupt wel de tijd en kunde om aan dit project mee te gaan doen? Ik heb veel weerstand gelezen van docenten vanwege dit feit. Ze zitten er niet op te wachten en ze hebben er nauwelijks tijd voor. Ik zie het dan niet gebeuren dat ze uit vrijblijvendheid op de late avonduurtjes nog met wikiwijs bezig gaan. Tevens heb ik de indruk dat veel docenten ook niet zitten te wachten op een dergelijke open omgeving. Docenten zijn bang voor foutieve informatie in de lesstof (en dat terwijl het gros van de schoolboeken ook veel fouten bevatten), zijn niet bereid hun lesmateriaal te delen (“ik heb het gemaakt, dus is het van mij”) en zitten niet zo te wachten op lesstof van anderen. Tevens vraag ik me ook af waar de leerlingen in het hele verhaal terug komen. Waarom nu weer zo’n traditioneel van-boven-af benadering?
    Mijn eerste beeld van wikiwijs was: een elo-achtige omgeving met PDF’jes waar lesmateriaal in staat; de digitale boeken. Zeg maar zoals elke elo er over het algemeen uitziet alleen dan open en overkoepelend. Zo’n uitwerking van wikiwijs gaat niks brengen voor het onderwijs, hoogstens een andere benadering van distributie van lesmateriaal. Het kan ook heel anders, maar ik zie het grootste gedeelte van de docenten het niet op deze andere manier Wikiwijs benaderen. Docenten worden amper tot niet opleid voor de ontwikkeling van goed digitaal leermateriaal. (dus iets anders dan een boek op een beeldscherm. Dus wie leidt ze op om de digitale middelen ook werkelijk goed in te zetten? Op de pabo’s en leraarsopleidingen wordt er amper tot geen aandacht aan besteed. Aan de andere kant denk ik… misschien dan straks genoeg werk om als mediapedagoog in het onderwijs aan de slag te gaan. 🙂
    Kortom.. een leuke gedacht van Plasterk waar ik me in kan vinden, maar ik zie het niet zo snel tot een goed uitgewerkt project komen. Het probleem ligt dan niet bij het wikiwijs-project, maar ons onderwijsstelsel die nog steeds stamt uit de tijd van de industriële revolutie. Die moet eerst veranderen wil dergelijke projecten echt goed gaan slagen. Het beeld dat Mireille boven me schets, slaat daar goed op. Allerlei elektronische apparatuur wat verboden word en met krijtjes en papier lesgeven. Het is al lastig genoeg om met dit soort beleidsvormen en mensen over media en ict gebruik te praten en te samenwerken, laat staan dat je ze ook nog zo ver krijgt om aan wikiwijs mee te laten werken. Uiteraard generaliseer ik nu een beetje. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Natuurlijk zijn er scholen die veelvoudig gebruik maken van ict en media, maar dat is nog te weinig om tot een succes te komen.
    Toch ben ik blij om een dergelijk gedachtegoed te horen vanuit de “top” van het onderwijs. Dat geeft me wel hoop :).
    Bovenstaande heb ik vooral geschreven vanuit het perspectief op voortgezet onderwijs. Ik weet niet of dat ook zo opgaat voor basisonderwijs en beroepsonderwijs/universiteit. Van een studiegenote van me weet ik dat het basisonderwijs al veel verder is met acceptatie en gebruik van digitale middelen dan het voorgezet onderwijs.
    Ben benieuwd hoe jij er eventueel over denkt. 🙂

  4. @Erwin de Vries: ik ben niet tegen boeken. Ben wel van mening dat je goed moet kijken naar de sterke kanten en didactische mogelijkheden van elk medium. Leuk voorbeeld trouwens. Dank.
    @Mireille: volgens mij overdrijf je enigszins. Ik ben het met je eens dat de uitwerking nog moet volgen.
    @Jeroen Gerth: volgens mij zijn we het grosso modo met elkaar eens. Toch denk ik dat er meer goede dingen in het onderwijs gebeuren, dan je nu stelt. Ook zijn er best wel lerarenopleidingen die aandacht besteden aan digitale didactiek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *