Een gedeelde passie voor leren

Als ik een boek onder ogen krijg met daarin vijfentwintig opinies over eigentijds onderwijs, dan ben ik het meest geïnteresseerd in de inleidende hoofdstukken, intermezzo's en in de epiloog. Weet de auteur verbanden te leggen tussen de gesprekken, is er sprake van gemeenschappelijkheid of synergie?

Nu leren voor morgen van Erno Mijland bevat vijfentwintig interviews, die de auteur de afgelopen jaren heeft gehouden met verschillende betrokkenen bij onderwijs. Daarbij gaat het om zeer uiteenlopende personen zoals de tegenpolen Luc Stevens en Ad Verbruggen. Of om mensen als Mathieu Weggeman, Adjiedj Bakas, Frans Meijers en Ton van Haperen.

De interviews zijn in vier hoofdstukken -voertuigen- geordend:

  • De 'concept car' (conceptueel, toekomstgericht).
  • Een rijdend laboratorium (wetenschappelijke inzichten).
  • De Amerikaanse schoolbus (jongeren en technologie).
  • De vrachtwagen vol technologie (impact nieuwe technologieën).

Het zijn heel diverse, vlot geschreven, bijdragen geworden. De diversiteit maakt het wel lastig om synergie uit de interviews te destilleren. Erno heeft daar in de epiloog niet echt pogingen toe gedaan. In het afsluitende hoofdstuk gaat hij in hoe je als 'onderwijsmens' het beste om kunt gaan met de ontwikkelingen (de voertuigen) die op je afkomen. Volgens Erno Mijland zijn daarvoor zeven attitudes van belang. Pierre Gorissen heeft deze samengevat.

Er is in de publicatie dus niet echt sprake van gemeenschappelijkheid en synergie. Volgens mij is de enige gemeenschappelijkheid tussen de auteurs: een gedeelde passie voor leren.

Ben ik nu als lezer teleurgesteld? Nee, niet echt. Ik vind het knap dat Erno zo veel verschillende deskundigen te spreken heeft gekregen. En
Nu leren voor morgen leest lekker weg.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *