Vier schermen en leren

Willem Karssenberg attendeerde mij gisteren op The 4th Way- Teaching and Learning in the 4th "Dimension". Deze bijdrage stelt dat er in de loop van de geschiedenis 'vier schermen' zijn waarmee informatie met een breed publiek gedeeld wordt, en waarbij het publiek kan interacteren. De schermen zie je in feite ook in het onderwijs terug:

  1. Het bioscoopscherm (hoorcollege). Inhoud, tijd en plaats worden bepaald door de organisatie.
  2. Het televisiescherm (klaslokaal). Er is een grotere variëteit in programma's (meer keuzemogelijkheid). De inhoud wordt nog steeds bepaald door experts. De groep waarmee informatie wordt verwerkt is kleiner dan bij het eerste scherm (familie en vrienden).
  3. Het computerscherm. Dankzij internet heb je de keuze uit veel informatie, die lerenden bovendien ook zelf kunnen creëren. Mensen kunnen deel uit maken van online gemeenschappen en netwerken. Er is volgens de samensteller niet echt sprake van interactie van mens tot mens. Ook moet je een computer en een netwerk tot je beschikking hebben, wil je gebruik kunnen maken van informatie.
  4. Analoog aan Nokia is het vierde scherm een mobiel scherm:


    The Fourth Screen allows the user to leave the virtual community behind and take the technology out into their actual community. The Fourth Screen allows the user to take advantage of the ability to create, share, collect, and comment, with their virtual or real community.


    Gerelateerd aan leren is volgens de auteur hierbij sprake van een "open model van onderwijs".


    Users and students can be in public, interacting with the world or their communities. They can be both can exist in both virtual space and touch space.

Volgens mij is er -als je je focus op onderwijs en leren- niet echt een verschil tussen het eerste en tweede scherm. Of je moet al terug gaan naar vroegere tijden waar een troubadour zijn verhalen voor menigten hield. Bij het derde scherm doet de auteur alsof leden van een community elkaar nooit fysiek ontmoeten. Volgens mij komen in de praktijk meer hybride vormen van online en face-to-face leren voor. Verder vind ik de metafoor wel leuk. En de opkomst van nog mobielere apparaten, die voor leren gebruikt kunnen worden, is natuurlijk onvermijdelijk. Overigens impliceert dat m.i. niet automatisch dat een "open model van onderwijs" automatisch wordt toegepast.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *