Het artikel “A Better Way To Learn: NextGen Learning Management System Tools“, geschreven door Peter Oykhman en gepubliceerd op de website van eLearning Industry, gaat over de ontwikkeling van de volgende generatie leermanagementsystemen waarbij traditionele functies worden gecombineerd met 2D/3D-gaming en met AI-tutoring.
Oykhman hanteert weer het gebruikelijke gezwollen taalgebruik dat we wel vaker bij eLearning Industry tegen komen (er is weer sprake van een revolutionaire verandering). Toch snijden de didactische eigenschappen van het toekomstige LMS hout, als je kijkt naar de hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van digitale technologie.
1. Geavanceerde leeromgevingen. De volgende generatie LMS-en maken gebruik van interactieve virtuele omgevingen dankzij geavanceerde 2D/3D-gamingtechnologie. Dit maakt het nabootsen van echte scenario’s mogelijk, en kan de leerervaring van verschillende vakgebieden verrijken.
2. Immersieve interactie. De integratie van 2D/3D-gamingtechnologie in een LMS stelt lerenden in staat actief te leren in virtuele werelden. Hierdoor kan begrip en retentie van complexe concepten verbeteren, meent Oykhman.
3. Platformoverstijgende toegankelijkheid. Oykhman legt uit dat volgende generatie LMS-en ontworpen zullen zijn voor verschillende platforms (desktop, moebiel, VR). Dit maakt continuïteit in de leerervaring mogelijk.
4. Verschillende modi. Oykhman beschrijft hoe elke modus, van desktop tot VR, specifieke leermogelijkheden biedt, aangepast aan verschillende situaties en behoeften.
5. Gepersonaliseerde leertrajecten. Het gebruik van AI-algoritmes in volgende generatie LMS-en maakt het mogelijk om de leerinhoud aan te passen aan elke individuele lerende.
6. Samenwerkend leren. De virtuele 2D/3D-omgevingen en VR-mogelijkheden van de volgende generatie LMS-en bevorderen samenwerking en probleemoplossing van cq door lerenden. Nota bene: het succes van samenwerkend leren is van heel veel zaken afhankelijk (zoals de aard van de taak).
7. Realtime beoordelingen. Beoordelen vormt een integraal deel van het leerproces, bijvoorbeeld via quizzen, simulaties en realtime feedback op beoordelen. Beoordelen zal deels ook automatisch plaatsvinden. Nota bene: Oykhman had hier beter een explicieter onderscheid kunnen maken tussen formatief evalueren en summatief beoordelen.
8. Analyse en rapportage. Opleiders krijgen gedetailleerde analyses om leerprestaties te volgen en de leertrajecten te verbeteren.
9. Interactieve simulaties. Oykhman beschrijft hoe realistische simulaties op diverse terreinen worden geïntegreerd voor praktische toepassingen. Denk aan virtueel opereren.
10. Aanpasbaarheid en personalisatie. De volgende generatie LMS-en bieden opleiders mogelijkheden om cursussen te personaliseren en aan te passen aan individuele leerbehoeften (bijvoorbeeld inhoud, tempo en voorkeuren).
11. Leren met game-kenmerken, De auteur benadrukt de inzet van gamification-elementen om leren aantrekkelijker te maken (motiveren, betrokkenheid bevorderen). Nota bene: er is geen eenduidig verband tussen alle gamification-elementen en motivatie.
12. Toegankelijkheid. Een inclusief ontwerp zorgt ervoor dat ook individuele lerenden met een extra ondersteuningsbehoefte volwaardig kunnen deelnemen.
Verder gaat Oykhman in op de ontwikkeling en werking van een AI-gestuurde docent-assistent binnen het LMS van de toekomst:
- Duidelijke doelstellingen van de AI-gestuurde docent-assistent. Welke taken voert deze assistent uit?
- Voorbereiding. Waaronder het bepalen welke data verzameld moet worden, welk AI model gebruik gaat worden, trainen van het model, analyseren van het curriculum, analyseren van docentgedrag en integratie in het LMS.
- AI gebruiken om de betrokkenheid van lerenden te monitoren (participatie, reacties, etcetera).
- Hulp bij opdrachten (uitleg en begeleiding geven om begrip bij lerenden te bevorderen).
- Tekst-naar-spraak en spraak-naar-tekst ten behoeve van communicatie tussen lerende en de AI-gestuurde docent-assistent.
- Feedbackmechanisme waarmee lerenden het gebruik van de AI-gestuurde docent-assistent kunnen evalueren, en deze assistent verbeterd kan worden.
- Adaptief leren. Het is mogelijk om leerervaringen te personaliseren op basis van interacties.
- Continue verbetering. Het AI-model wordt regelmatig aangepast, mede ten behoeve van afstemming op de nieuwste educatieve standaarden (zoals landelijke kwalificatiestructuren).
- Aanbevelingen voor professionele ontwikkeling van docenten geven, onder meer op basis van het waargenomen gedrag van lerenden. Dit veronderstelt een causaal verband tussen leerprestaties en leergedrag, en de deskundigheid van docenten. Die relatie is echter een stuk complexer.
- Privacy en ethische overwegingen toepassen, bijvoorbeeld op op het veilig opslaan en gebruiken van data van lerenden.
- Transparantie en verantwoording. De prestaties van de de AI-gestuurde docent-assistent worden gemmonitord. Hier wordt verantwoording over afgelegd.
Mijn opmerkingen
Als Peter Oykhman’s verwachtingen werkelijkheid worden, dan betekent dit een behoorlijke verandering van de bestaande LMS-en of een vervanging van de huidige LMS-en door nieuwe producten. Veel van de beschreven eigenschappen worden op dit moment mogelijk gemaakt door aparte applicaties die vaak naast een LMS worden gebruikt.
Oykhman neigt er m.i. naar om een LMS weer als een alles-in-één systeem te benaderen. Het is de vraag of je die kant op moet gaan als LMS-ontwikkelaar. Ik vraag me ook af of LMS-ontwikkelaars die kant op kunnen gaan. LMS-en veranderen best traag. Het zijn omvangrijke en complexe systemen, en niet te vergelijken met specifieke applicaties. Doorontwikkeling vraagt om forse investeringen en menskracht. LMS-ontwikkelaars beschikken daar niet over. Wel herken ik de behoefte bij klanten aan één leerplatform (ook vanwege de kosten).
Bestaande LMS-en zijn in elk geval ver verwijderd van het geschetste beeld. Je ziet bijvoorbeeld terug dat men werkt aan bepaalde vormen van adaptiviteit of personalisering. Ook is elk LMS wel bezig met AI, maar niet in de mate zoals Oykhman die beschrijft. Voor immersief leren moet je bovendien nog steeds in specifieke omgevingen zijn (VR, applicaties in de Metaverse). Leren in een virtuele wereld heeft ook niet altijd toegevoegde waarde, ten opzichte van ‘gewoon’ (online) leren.
Nota bene: ik heb bijna twintig jaar geleden al voorspeld dat LMS-en 3D omgevingen zullen worden. Die voorspelling is tot dusver niet uitgekomen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie