Ondersteunende versus autonome AI voor docenten en opleiders

Philippa Hardman bespreekt in deze blogpost de impact van twee AI-modellen voor leren en ontwikkelen: ‘Assisted AI’ en ‘Autonomous AI’. Deze modellen hebben volgens haar een aanzienlijke impact op het ontwerpen en faciliteren van leerervaringen.

A conceptual artwork depicting two types of artificial intelligence in learning and development (L&D).
DALL-E: A conceptual artwork depicting two types of artificial intelligence in learning and development (L&D).

In de context van ‘Assisted AI’ wordt AI gebruikt als een hulpmiddel om menselijke besluitvorming en acties te ondersteunen. Dit leidt tot snellere en meer gepersonaliseerde en adaptieve leerervaringen. Dit model wordt volgens Hardman momenteel het meest gebruikt in L&D, waar volgens haar ongeveer 70% van de leerprofessionals AI inzet voor taken zoals contentcreatie, vertalingen en het ontwikkelen van interactieve leermiddelen. De effectiviteit van ‘Assisted AI’ hangt sterk af van de kwaliteit van de input en instructies van mensen.

‘Autonomous AI’ neemt meer controle over het leerproces en werkt onafhankelijk van menselijke interventies. Mensen voeden de machine, maar AI heeft de uiteindelijke controle over het ontwerp, het faciliteren en de evaluatie van leerervaringen. Dit model leidt tot een heroverweging van de traditionele rol van L&D professionals en de manier waarop leerprocessen worden ingericht.

Hardman stelt dat ondersteunende en autonome AI enorme mogelijkheden bieden om de snelheid, kwaliteit en impact van leerervaringen te verbeteren. Er zijn echter ook risico’s met zich mee, zoals de veranderende rol van L&D’ers, vraagstukken rondom gelijkheid en vraagstukken ten aanzien van de interactie tussen lerenden en machines. AI-systemen kunnen vooringenomen zijn als gevolg van de data waarmee ze zijn getraind, wat kan leiden tot ongelijkheden in leerervaringen. En zullen lerenden gebruik maken van een AI-tutor? Gisteren schreef ik bijvoorbeeld dat scholen in de VS een vermogen betalen aan online tutoring, terwijl lerenden daar nauwelijks gebruik van maken. Zou dat met een AI-tutor anders zijn? Bovendien: zijn er wellicht grenzen aan de mate waarin mensen geholpen willen door of willen interacteren met computers? Of zoals Hardman schrijft:

So, the big question here is, even if in theory autonomous AI can deliver better outcomes, will learners want them? Will learners be happy and comfortable with AI powered teaching and learning? Or, like in the medical context, will they demand a new sort of hybrid approach that combines the computational power of AI with the things which we perceive to be uniquely human and critically important –  things like integrity, trustworthiness, compassion

De toekomst van AI in L&D en onderwijs hangt volgens Hardman meer af van ons vermogen om ons aan te passen aan veranderingen dan van technologische ontwikkelingen. Ze benadrukt dat de succesvolle integratie van AI in L&D vereist dat professionals openstaan voor verandering en zichzelf bekwamen in nieuwe vaardigheden en kennis gerelateerd aan AI-technologieën.

Volgens mij spelen aan aantal factoren hierbij een rol zoals het waargenomen nut en kwaliteit van AI door gebruikers (de kracht van AI zal waarschijnlijk sterk toenemen), de wijze waarop gebruikers worden gemotiveerd en begeleid om AI te gebruiken (een belangrijke taak voor docenten en L&D’ers) , de kosten, en de vraag of mensen menselijk contact meer blijven waarderen dan interactie met een applicatie. We hebben m.i. nog steeds te maken met gebruikers die persoonlijke gesprekken meer waarderen dan online gesprekken of interactie met een computer. Maar blijft dat zo? Ook als gebruikers zijn opgegroeid met online interactie?

Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie

Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *