Dimensies onderwijs flexibel organiseren

In 2016 verscheen de SURF-publicatie Onderwijs op Maat anno 2016 (pdf). Daarin onderscheidt SURF vijf dimensies waarop je onderwijs kunt flexibilisering. Eerder dit jaar publiceerden Kohnstamm Instituut en Kennisnet het model ‘Dimensies flexibel organiseren van onderwijs’ waarin zij aan de hand van zeven dimensies laten zien hoe scholen flexibel onderwijs kunnen vormgeven.

Model: Dimensies flexibel organiseren van onderwijs.
Kennisnet: Model: Dimensies flexibel organiseren van onderwijs.

De dimensies van SURF waren:

  1. Inhoudelijke keuzevrijheid. Lerenden zijn in staat binnen een cursus of binnen een opleiding keuzes te maken waardoor de opleiding aansluit bij hun ambities, interesses, talenten en vaardigheden. Daarnaast zijn lerenden in staat keuzes te maken ten aanzien van de instellingen waar zij willen leren.
  2. Passend bij hun achtergrond. Er wordt rekening gehouden met (voor)kennis, vaardigheden en ervaring van de lerenden. Feedback wordt ook aangepast aan de ervaring van lerenden.
  3. Eigen tijd, plaats en tempo. Deze vormen van flexibilisering behoeven geen toelichting. Vreemd is wel dat ze onder één noemer worden geschaard.
  4. Op je eigen niveau. Het is mogelijk om excellente lerenden meer complexe leerinhouden aan te bieden, terwijl andere lerenden binnen de kaders van de eindkwalificaties onderwijs op een lager niveau volgen.
  5. Op je eigen manier. Volgens Surf kunnen lerenden succesvoller zijn als zij kunnen leren op een manier die het beste bij hen past. Ik vond en vind dit te veel naar de ‘leerstijl-mythe’ rieken.

Het model ‘Dimensies flexibel organiseren van onderwijs’ onderscheidt de volgende dimensies:

  1. Leraargestuurd – leerlinggestuurd onderwijs. Deze dimensie gaat over de pedagogische benadering, of deze uitgaat van meer docentgestuurd onderwijs of onderwijs dat meer gestuurd wordt door de lerende.
  2. Statische inhoud – adaptieve inhoud. Deze dimensie heeft betrekking op een curriculum dat vaststaat of een curriculum dat is afgestemd op de behoeften van lerenden.
  3. Binnen school – buiten school. Deze dimensie gaat over de locatie van het onderwijs. Waar vindt het onderwijs plaats? Binnen de school of ook daarbuiten, zoals online of thuis.
  4. Offline – online onderwijs. Deze dimensie onderscheidt de manier waarop onderwijs wordt aangeboden, offline of online.
  5. Vast rooster – flexibel rooster. Deze dimensie behandelt de vraag of het rooster vaststaat of dat lerenden invloed hebben op de planning van het onderwijs.
  6. Synchroon – asynchroon onderwijs. Deze dimensie gaat over de timing van het onderwijs, of alle lerenden tegelijkertijd les krijgen of op verschillende momenten. Bij blended en online onderwijs is ‘asynchroon’ tijd- en plaatsonafhankelijk leren.
  7. Homogene – heterogene indeling. Bij deze dimensie wordt gekeken naar de samenstelling van de groepen lerenden, of deze per leerjaar zijn ingedeeld of gemengd op basis van bijvoorbeeld vakniveau.

De samenstellers van dit model benadrukken dat onderwijsinstellingen dankzij een flexibele onderwijsorganisatie onderwijs op maat kunnen bieden, de motivatie van lerenden kunnen verhogen en kansenongelijkheid kunnen aanpakken.

Het model met de zeven dimensies kan worden gebruikt als gespreksleidraad en hulpmiddel om te discussiëren over de huidige stand van zaken en mogelijke veranderingen in de onderwijsorganisatie. Waar staan we nu, waar willen we heen, en wat willen we veranderen?

Je ziet dat dit model wat genuanceerder is dan het model van SURF uit 2016. De dimensie ‘eigen tijd, plaats en tempo’ is uitgesplitst. Op je ‘eigen manier leren’ is niet in het Kohnstamm/Kennisnet-model opgenomen. De dimensie ‘leraargestuurd – leerlinggestuurd onderwijs’ vind ik trouwens wel van een andere orde dan de andere dimensies (minder concreet).

Een dergelijk model is waardevol omdat het helpt discussies rond personalisering, flexibilisering en de invoering van blended learning te concretiseren. In 2016 heb ik geschreven hoe elf modellen van blended learning ‘scoren’ op dimensies van flexibiliteit die SURF onderscheidt. Je kunt dezelfde oefening met het Kohnstamm/Kennisnet-model uitvoeren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *