Unesco heeft recent een 650-pagina tellend rapport geschreven over wat er gebeurde toen technologie de ruggengraat van het onderwijs werd tijdens de Covid-19 lockdowns. Auteur Marc West werd hierover tijdens deze OEB-sessie geïnterviewd.
West benadrukte de rol van Unesco als observator. Zij wilden kijken wat gebeurde toen scholen verplicht dicht moesten. Eerst dacht men dat de epidemie regionaal en tijdelijk zou zijn. Maar er zijn landen waarin scholen twee jaar dicht zijn geweest. In Europa hebben we dus mazzel gehad (eigenlijk).
De belangrijkste bevindingen uit de sessie zijn:
- Je ziet wat er gebeurt als we afhankelijk worden van technologie als ruggengraat van leren, in plaats van scholen. We hebben geleerd dat scholen niet vervangen kunnen worden door ’technologie’.
- De integratie van technologie brengt altijd kosten met zich mee. Leertechnologie leidde tot minder kwaliteit, minder toegankelijkheid, minder gelijkheid. Leertechnologie is ‘de-bunked‘.
- Schermtijd is tijdens de pandemie extreem toegenomen. Niet alleen door het onderwijs. Kinderen brachten vaak wel 15 uur per dag achter een scherm door. Families waren niet gewend aan online leren en vonden het niet prettig dat kinderen de hele dag online moesten doorbrengen. Scholen zouden juist plekken moeten zijn voor ontmoeting en het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Het gaat er echt niet om dat het belangrijk is wat je online doet. Heel veel schermtijd is op zich niet goed en gezond.
- Voor hele jonge kinderen is veel schermtijd zelfs ronduit schadelijk, ook voor hun hersenontwikkeling en het vermogen om zich te concentreren.
- Leertechnologie-ontwikkelaars moeten samenwerken met het onderwijs, maar niet om het onderwijs “heen gaan”. Die leertechnologieën bereiken meer. De voorgestelde paradigmashifts van onderwijs hebben grote nadelen en werken niet. De pandemie heeft ons weer geleerd wat de waarde van onderwijs is.
- Veel beslissingen zijn genomen zonder dat daar bewijs onder lag. Kijk naar bewijs dat al beschikbaar is, en ga daar zorgvuldig mee om. Er is veel bewijs dat leertechnologie op zich niet werkt. Veel scholen hebben gebrekkige faciliteiten zoals lekkende kranen, maar wel Chromebooks. Je moet eerst investeren in fundamenten zoals docentprofessionalisering voordat je leertechnologie kunt gaan gebruiken voor betere leerresultaten.
- Technologische ontwikkelingen lopen altijd voor op onderzoek. Als je verwijst naar onderzoek over effectiviteit, wordt al snel verwezen naar nieuwe technologieën die wel zullen werken (maar waar nog geen onderzoek naar is gedaan). Visies dat technologie het onderwijs gaan veranderen bestaan al decennia. Onderwijs is echter mensenwerk omdat dat zo effectief is.
- Recht op onderwijs zou een recht op ‘schooling’ moeten zijn.
- West heeft GPT losgelaten op het 650 pagina tellende boek. En dat leidt mooie resultaten. Technologie kanook prima werken als assistent voor het verzorgen van onderwijs. Je kunt onderwijs echter niet vervangen door technologie. We moeten het belang van ‘human touch’ (en taste en smell) niet vergeten bij onderwijs. Daar is op locatie ruimte voor. Zelfs VR kan dat niet compenseren.
- De context doet er toe. West kijkt heel sterk naar onderwijs aan jonge kinderen. In het hoger onderwijs is bijvoorbeeld meer mogelijk met technologie.
- Rust ouders bijvoorbeeld toe om thuisonderwijs te verzorgen, als lockdowns onvermijdelijk zijn.
- De term ’tragedie’ is als een klassieke metafoor bedoeld, met drie acten (ambitie, niet gerealiseerde ambities, welke lessen kun je hieruit destilleren).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hallo Wilfred, bedankt voor je goede/handige verslagen van de Online Educa keynotes en andere sessies. Ik heb een edit (volgorde van shots is aangepast) van mijn iPhone opnamen tijdens deze zeer interessante sessie online gezet https://www.youtube.com/watch?v=AkRtblE0bno .
Dank voor de aanvulling, Wim!