Is een leven lang leren vaak ‘bullshit’?

NRC-columnist Japke-d. Bouma heeft recent een vernietigende column geschreven over het concept van ‘een leven lang leren’. Zij bekritiseert het concept en de invulling ervan. Heeft zij een punt?

Lifelong learning
Foto: @clay.banks

Het concept van een leven lang leren (of een leven lang ontwikkelen) wordt volgens Bouma gerechtvaardigd door het idee dat technologische ontwikkelingen, globalisering en robotisering voortdurend nieuwe vaardigheden vereisen. Zij vraagt zich echter af of dat terecht is. Ze beaamt dat het noodzakelijk is om bij te blijven op bepaalde gebieden, zoals je vakgebied. Maar ze betwijfelt of meer kennis altijd beter is. Ze suggereert zelfs dat er vaak meer wordt geleerd uit falen dan uit studie.

Bouma stelt ook dat er al veel tijdloze kennis bestaat en dat je moet oppassen voor de valkuil van te veel theoretische kennis, waardoor je het risico loopt een ‘open mind’ te verliezen. Ze merkt ironisch op dat sommige individuen die niet traditioneel “geschoold” lijken, zoals influencers en vloggers, vaak meer succes lijken te hebben dan eeuwige studenten.

Een ander punt dat Bouma aansnijdt, is het concept van ‘afleren’. Ze suggereert dat het soms verstandiger is om je te ontdoen van oude gewoontes of denkwijzen dan steeds nieuwe kennis op te stapelen.

De effectiviteit van veel ‘leven lang leren’-programma’s wordt ook in twijfel getrokken. Volgens Bouma zitten er veel ‘prutsers’ tussen die zelf al jaren niets nieuws hebben geleerd maar wel anderen vertellen hoe ze hun hele leven moeten blijven leren.

Verder bekritiseert Bouma de inhoud van veel hedendaagse trainingen en opleidingen. Ze is kritisch over de talloze ‘vaag klinkende’ cursussen en trainingen, zoals ‘verbindend de dialoog aangaan’ of ‘stromend leiderschap’, die in haar ogen geen concrete vaardigheden bieden.

In plaats daarvan pleit Bouma voor praktische en direct toepasbare opleidingen. Als voorbeeld noemt ze onder meer het leren van grammatica, rechts rijden, je financiën op orde houden, of eenvoudigweg beleefd zijn. Volgens haar zijn dit de ‘basis’-vaardigheden die mensen echt nodig hebben.

Als het leren in haar ogen voornamelijk betekent dat mensen worden overspoeld met nutteloze kennis, dan geeft ze de voorkeur aan het idee van ‘een leven lang dom blijven’.

Mijn opmerkingen

Ik ga een heel eind mee met Japke-d. Bouma, al stel ik het concept van een ‘leven lang leren’ zelf niet ter discussie. Als je werk verandert of als je bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe technologische ontwikkelingen nieuwe vaardigheden moet gaan toepassen (ik denk bijvoorbeeld aan het formuleren van goede ‘prompts’ voor generatieve AI-toepassingen), dan is ‘leren’ van groot belang. Ook werken we in vergelijking met een aantal jaar geleden steeds langer. Daarnaast is de arbeidsmobiliteit in Nederland toegenomen (bron). Dit bevordert ook de noodzaak van een leven lang leren.

Dat hoeft echter lang niet altijd via een training of opleiding. Je kunt op allerlei manieren iets nieuws leren. Bijvoorbeeld door een korte instructie of feedback van een collega, door experts te observeren, door korte video’s te bekijken, enzovoorts. Dat kunnen mensen vaak ook prima zelf organiseren.

Bouma merkt verder terecht op dat ‘afleren’ ook van groot belang is, en dat veel kennis tijdloos is. Ook deel ik haar kritiek op de hoge mate van kwakzalverij die je op het gebied van ‘een leven lang leren’ vaak tegen komt.

Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het CRKBO. Dat is een register voor aanbieders van kort beroepsonderwijs. Ik ben daar ook geregistreerd omdat ik daardoor geen BTW hoef te berekenen over professionaliseringsactiviteiten. Bij de registratieprocedure wordt op van alles gelet, bijvoorbeeld op de manier waarop je informatie aan deelnemers verstrekt of op het hebben van een klachtenprocedure.

Er wordt echter niet gekeken of de inhoud van het aanbod daadwerkelijk bijdraagt aan maatschappelijk relevante en ‘evidence-informed‘ kennis en bekwaamheden. Het gevolg is dat hier ook aanbieders in staan met een op z’n zachts gezegd bedenkelijk aanbod. Grasduin zelf maar door de bijna 5000 aanbieders. Je komt dan ook aanbieders tegen zoals De Gewijde Reis of Ynnergy. In het kader van de discussies over het STAP-budget is hier ook op gewezen, en terecht. En, ja, ik weet: het is best lastig om te bepalen of de inhoud van aanbod maatschappelijk relevant en ‘evidence-informed’ is. Toch zou m.i. scherper naar de inhoud gekeken moeten worden voordat een aanbieder in aanmerking komt voor opname in een register of voor financiering met publieke middelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *