De derde keynote spreker van het nationale e-learning congres was Joep Schrijvers. Zij bijdrage had een hoog 'edutainmentgehalte'. Hij schetste een beeld van de opleider/docent als belaagde professional. Vanuit vier kanten wordt deze professional volgens Schrijvers belaagd.
In de eerste plaats vanuit de technologie. De professional is een cyborg aan het worden: instrumenten maken de professional. Schrijvers sluit hierbij volgens mij aan bij de opvattingen van Marshall McLuhan ("We shape our tools and afterwards our tools shape us"). Schrijvers stelde dat het mens-machine systeem in feite object is van veranderingen in plaats van de mens alleen. Wil je wat kunnen zeggen over de professional, dan moet je naar zijn gereedschappen kijken.
De laatste jaren is veel geïnvesteerd in systemen en tools. Daardoor worden we slimmer. Denk aan Ikea-kastjes. Omdat systemen slimmer worden, hoef je volgens Schrijvers lang niet altijd een kenniswerker te zijn. Bij het onderhoud van vliegtuigsystemen, bijvoorbeeld, moet je juist vaste stappen volgen om fouten te voorkomen.
Schrijvers stelde vanuit deze invalshoek ook vraagtekens bij het nut van staartdelingen leren. We leren kinderen toch ook niet hoe ze vuur kunnen maken, vroeg hij zich af. Kennis en kunde zit volgens Schrijvers vooral in de terreinen:
- Vormgeving
- Verkoop/markt
- Organisatie
- Machines en tools
- Ketenregie
Maar niet in het primaire proces. Je hebt volgens Schrijvers helemaal niet veel kenniswerkers nodig.
De kenniswerker is een mythe. Leren wordt steeds onbelangrijker. Goed onderwijs is dysfunctioneel. Aldus een provocerende Joep Schrijvers.
Op de tweede plaats belaagt de manager de opleider/docent. Schrijvers bekritiseerde da manier van verantwoording afleggen binnen organisaties. Onder het motto van 'transparantie' worden processen binnen een organisatie permanent gemonitord en uitgesplitst. Normeringen spelen daarbij een belangrijke rol. Professionals zijn daarbij vooral bezig met administreren. Schrijvers sprak daarbij van 'spreadsheet-fundamentalisme' en 'intensieve menshouderij'. Binnen veel organisaties zegt men meer autonomie te geven aan professionals, terwijl deze organisaties steeds heteronomer worden. Managers willen namelijk meer
sturen en grip houden.
De klant belaagt de professional ook (de derde factor). De leerling is een lastige klant. Denk aan beoordeelmijnleraar.nl. Schrijvers sprak van een verservicing van het onderwijs. Elke verhouding wordt dienstverlening. De docent wordt steeds meer dienstverlener. Bij een leerproces is dat volgens Schrijvers echter lastig.
De laatste factor, die de professional belaagt, is volgens Joep Schrijvers de 'goeroeprof'. Een goeroe is een grossier in onzekerheidsreductie. Schrijvers bekritiseerde hier met name wetenschappers die geen onderscheid maken tussen feit en fabel. Schrijvers gaf aan dat bij het onderzoek er sprake kan zijn van een context of discovery en een context of justification. Volgens Joep Schrijvers heb je beide poten van wetenschappelijk onderzoek nodig, maar leidt slechts de laatste context tot generaliseerbare uitspraken en 'evidence'. Hij gaf als voorbeeld dat er vandaag de dag veel wordt gesproken over de Generatie Einstein, maar dat nog nooit is aangetoond dat deze generatie wel bestaat. De goeroeprof meent echter dat elk verhaal goed, als je maar een verhaal hebt.
Volgens mij vergeet Schrijvers één belangrijke factor die de professional belaagt: de overheid. Binnen het onderwijs is het juist de overheid die zorgt voor een administratieve last. Denk alleen aan het kunnen registeren van 1040 dan wel 850 uren. Verder gaat Schrijvers voorbij aan de complexiteit om via 'justification' daadwerkelijk 'evidence' te leveren voor onderwijs. Schrijvers biedt ook geen alternatieven aan. 'Meer autonomie' is wat mij betreft te gemakkelijk en kan ook tot misstanden leiden (denk aan te autonome medisch specialisten). Maar amusant was zijn bijdrage wel.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie