Vier fases voor de integratie van leertechnologie

Vanuit het perspectief van de lerende onderscheidt Terry Heick vier fasen waarin leertechnologie binnen leerervaringen geïntegreerd kan worden. Dergelijke indelingen spreken vaak tot de verbeelding. Maar deze indeling heeft m.i. de nodige beperkingen.

Stages of technology integrationDe fases zijn:

  1. Lerenden worden gestuurd in hun gebruik van technologie. Lerenden hebben asynchroon toegang tot informatie en tot netwerken van andere lerenden. Zij beschikken over enige keuzevrijheid ten aanzien van leertechnologie of leerinhoud te kiezen. Deze aanpak beïnvloedt de traditionele manier van leren enigszins.
  2. Lerenden hebben uitgebreide toegang tot informatie, netwerken en gemeenschappen. Zij zijn echter meestal niet in staat om die toegang te benutten zonder ondersteunende kaders of planning. Lerenden worden gestuurd in hun selectie en ‘constructivistisch’ gebruik van technologie in het leerproces. Daarbij gaat het om het volbrengen van onderwijstaken die volledig toegankelijk zijn zonder de technologie.
  3. Mobiele technologie tast het traditionele klaslokaal aan. Het niet-flexibele curriculum wordt verstoord. Mobiele leerervaringen zijn inherent onvoorspelbaar en vereisen gevarieerde communicatie, kritisch denken en offensieve vindingrijkheid. Standaard curricula worstelen sterk met de integratie van mobiele technologie.
  4. Lerenden sturen consequent zelf kritieke, kerncomponenten van leerervaringen. Zelfsturing gebaseerd op nieuwsgierigheid en spel, ondersteund door gepersonaliseerde leeralgoritmen en de connectiviteit van authentieke netwerken, kenmerkt dit laatste stadium van technologie-integratie.

Volgens Heick is fase vier niet per definitie, binnen alle contexten, de meest nastrevenswaardige fase.  Er kan volgens hem ook sprake zijn van een geleidelijk proces naar meer zelfsturing op het gebied van gebruik van leertechnologie. Het afbouwen van ondersteuning is ook nu van belang. Je zou volgens Heick dit kader moeten gebruiken bij het evalueren en vooral (her)ontwerpen van leerervaringen.

Mijn kanttekeningen

  • Heick stelt m.i. leertechnologie veel te centraal. Het gaat vooral om het ontwerpen van leerervaringen waarbij je bevordert dat lerenden hun eigen leren steeds meer gaan reguleren en sturen. Leertechnologie faciliteert dat en kan dat proces versterken. Dat kan echter met behulp van diverse leertechnologieën.
  • Het is de vraag of zelfsturing gebaseerd moet zijn op nieuwsgierigheid en spel. Zelfsturing is gebaseerd op zelf relevante doelen kunnen stellen, weten wat effectieve leerstrategieën zijn en bekwaam zijn om het eigen leren te reguleren (zoals je kunnen focussen en goede planningen kunnen maken).
  • Algoritmes die personalisering mogelijk moeten maken verhouden zich m.i. juist slecht tot zelfsturing. Het programma stuurt op basis van gedrag en condities het leren.
  • Als je mobiele technologie gebruikt voor bijvoorbeeld veldwerk, voor leerervaringen buiten de klas, of zeer selectief in de klas, dan hoeft er geen sprake te zijn van verstoring van het bestaande onderwijs.
  • Je kunt veel leertechnologieën vaak op diverse manieren gebruiken, op basis van meerdere didactische opvattingen. Heick lijkt bepaalde leertechnologieën te koppelen aan specifieke opvattingen over leren.
  • Hoe positioneert Heick applicaties voor synchroon online leren in dit raamwerk?
  • Het is de vraag of lerenden staan te wachten op keuzemogelijkheden ten aanzien van leertechnologie. Leertechnologieën zijn voor hen faciliteiten die helpen bepaalde leerdoelen te behalen. Zij willen -terecht- zo min mogelijk tijd en energie steken in het leren kennen van verschillende leertechnologieën.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *