Onlangs pleitte het CDA voor een landelijk verbod op het gebruik van de smartphone op basis- en middelbare scholen. Michael Horn pleit er echter voor om dergelijke verboden in de ban te doen. Heeft hij een punt?
Horn constateert dat steeds meer scholen de smartphone in de ban doen. De belangrijkste redenen zijn:
- De mentale gezondheid van lerenden. Steeds meer kinderen kampen hiermee, al is de relatie met het gebruik van sociale media en smartphones niet duidelijk.
- Het vermogen om betrokken te blijven en te leren tijdens de les.
- De worsteling om je gedurende lange perioden te concentreren. Een gebrek aan oefening in concentratie kan het vermogen van lerenden om moeilijke leertaken uit te voeren, schaden. Lerenden wisselen vaak tussen verschillende taken en apps, hetgeen wordt bevorderd door frequente smartphone notificaties. Horn haalt verschillende studies aan die laten zien dat een verbod op smartphones leidt tot betere leerresultaten.
Tegelijkertijd zijn er volgens Horn steeds meer nuttige en leerzame applicaties voor mobiel leren beschikbaar zijn zoals Duolingo, ABC Mouse of Quizlet. Dat zou leiden tot gemiste kansen voor het onderwijs, meent hij.
Volgens Horn draait het allemaal om de didactiek die je hanteert. Voor actief leren hebben mobiele apps volgens hem absoluut toegevoegde waarde ten opzichte van, bijvoorbeeld, laptops. Smartphones leiden volgens hem vooral af van “traditional lectures or whole-class instruction”. Zij kunnen echter juist de aandacht van individuele lerenden erbij houden en lerenden in contact brengen met informatie waar zij het meest nieuwsgierig naar zijn.
Met andere woorden: smartphone kunnen bepaalde didactische aanpakken ondersteunen, maar andere didactische aanpakken belemmeren. Voor de laptop geldt volgens Horn overigens hetzelfde.
Michael Horn stelt ook dat scholen lerenden moeten leren om verantwoordelijk om te gaan met smartphones, al zijn er ook docenten die stellen dat je dat doet door smartphones te verbieden. Er zijn immers gelegenheden om smartphones te gebruiken, en gelegenheden dat niet te doen. School is zo’n gelegenheid.
Volgens Horn maakt een verbod op smartphones ook deel uit van een grotere trend om zaken op school te verbieden (bepaalde boeken of standpunten). Algemene verboden zijn volgens hem echter “ill-informed and regressive”. Hij stelt dat docenten zelf zouden moeten bepalen wanneer en of zij hun lerenden toestaan smartphones mee te nemen naar de klas, om deze voor leerdoeleinden te kunnen gebruiken.
Hij stelt ook dat ouders hun kinderen willen kunnen bereiken, bijvoorbeeld in het geval van calamiteiten. Uiteraard speelt ook een rol dat scholen smartphones in toenemende mate gebruiken voor twee factor authenticatie: om in te loggen in een systeem, moet je je smartphone gebruiken.
Horn, M.B. (2023). Ban the Cellphone Ban: Blanket policies ignore the potential of app-powered learning. Education Next, 23(1), 76-77.
Mijn opmerkingen
Michael Horn stapt wat gemakkelijk over het gegeven heen dat makers van smartphones en apps juist de bedoeling hebben om gebruikers af te leiden. Daar zijn deze technologieën voor ontworpen. Educatieve apps sneeuwen onder bij aandachttrekkende applicaties als TikTok of Instagram. Daarnaast leiden discussies over het al dan niet wegdoen van de smartphone tot verlies van onderwijstijd. We weten ook dat de aanwezigheid van smartphones in een ruimte alleen al afleidend kan werken.
Verder hanteert hij een gemakkelijke ‘debat truc’ door het verbod op smartphones in één adem te noemen met een verbod van bepaalde boeken.
Onderzoek laat zien dat het gebruik van smartphone leidt tot dopamine-injecties en daarmee onmiddellijk tot een bevredigende ervaring. Leerervaringen leiden pas op termijn tot een dergelijke ervaring. Leren legt het daarom altijd af tegen het gebruik van smartphones.
Tegelijkertijd is het wel essentieel dat jongeren leren om wijs om te gaan met smartphones, en dat we hen leren hun eigen leren te reguleren (waarvan focus een belangrijk aspect is). In hun latere leven zullen zij er veel baat bij hebben als zij verstandig om gaat met dit apparaat (of diens opvolger). Helpt een verbod daarbij?
Er is ook onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat het effect van het verbannen van smartphones op leerprestaties klein is. Onderzoekers van de Radboud Universiteit stellen bovendien dat we specifieker moeten kijken naar wát mensen met hun smartphone doen. We mogen volgens hen smartphones niet bestempelen “als de boosdoener achter tal van mentale en fysieke kwalen, van eenzaamheid tot verveling tot verslaving”.
Ik kan me dan ook voorstellen dat je de smartphone in de eerste leerjaren in de klas verbiedt, behalve als je jongeren expliciet leert hoe zij hier verstandig mee om kunnen gaan. In de bovenbouw zou je de smartphone dan selectief kunnen inzetten voor leerdoeleinden.
Ik zie dan ook niets in een landelijk verbod op smartphones. Laat dat aan scholen zelf over. Als je een landelijk verbod invoert, zul je namelijk ook moeten handhaven. En hoe wil je dat doen? Je kunt je als overheid m.i. beter richten op de fabrikanten van smartphones en apps. Zij zouden deze apparaten en de applicaties volgens ‘focus by design‘ moeten ontwerpen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie