Elektronische leeromgeving: belemmering of instrument voor innovatie?

Daniel Kennedy heeft op basis van een literatuurstudie een paper geschreven over elektronische leeromgevingen (ELO). Hij stelt onder meer dat elektronische leeromgevingen lerenden in staat stellen een persoonlijke mix te creëren van online en face-to-face leren. Zij kunnen immers naar behoefte gebruik maken van een ELO.

Kennedy gaat ook in op de vraag of ELO's niet eerder een belemmering voor innovatie zijn, in plaats van een instrument voor onderwijsverandering. Dit zou blijken uit het feit dat ELO's vooral voor administratieve doeleinden worden gebruikt, in plaats van voor leren. Juist om het leren beter te faciliteren, worden web 2.0 functionaliteiten en -tools momenteel vaak toegevoegd aan ELO's. Deze functionaliteiten passen echter vaak beter bij meer informele vormen van leren, waarbij het gebruik ervan meestal wordt geïnitieerd door het individu.

Een benadering die zich vaak slecht verhoudt tot bestaande onderwijspraktijken, waarbij nog steeds wordt uitgegaan van de opvatting dat docenten 'autoriteit' zijn op het gebied van leren. Volgens Daniel Kennedy is dit een achterhaalde opvatting aangezien kennis binnen de huidige kennissamenleving niet (langer) is opgesloten binnen onderwijsinstituties.

Persoonlijke leeromgevingen, daarentegen, zouden de lerende meer controle geven over het leren:


connections are made by the student, their chosen content is aggregated and is owned
by them, rather than by the institution.

Als je ontwikkelingen op het gebied van ELO's en persoonlijke leeromgevingen volgt, zal Kennedy's paper weinig nieuws bevatten. Toch is het een bijzonder paper. Het is namelijk geschreven door een student. Zijn paper is verschenen in The Plymouth Student Educator, een online tijdschrift waarin alleen de beste papers -na een uitgebreid selectieproces- gepubliceerd worden. Docent Steve Wheeler gaat summier in op het selectieproces.

Kennedy, D. (2009) Virtual Learning Environments (VLEs): here to stay, or on the brink of demise? The Plymouth Student Educator 1, (1), 53-61

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Een ELO is zeker geen voordeel bij competentiegericht(samenwerkend)leren, is onze ervaring na 15 jaar competentiegericht onderwijs binnen de agrarische sector. Sommige AOC’s hebben de ELO dan ook weg gedaan ten gunste van een kennismanagementssysteem. Zie ook mijn presentatie hierover: http://tinyurl.com/cuufjf

  2. Ik vind het jammer dat een ELO altijd meteen gerelateerd wordt aan een softwarepakket zoals blackboard, natschool of TeleTOP. Ik zie een ELO meer als verzameling van online elementen die het leerproces kunnen gaan ondersteunen. Dit is per onderwijsinstelling verschillend. Belangrijk is eerst de gewenste leerproces te bekijken en daarna de e-elementen te selecteren. Innoveren van het leerproces is dus zeker mogelijk. Een ELO is ondersteunend.
    Na een analyse van het leerproces kan je elementen kiezen uit twee type tools:
    1) Tools die het leerproces ondersteunen (agenda’s, triggers, communicatie, discussie etc.) en
    2) het beheersen van content (DMS, CMS, metadatering etc.)
    Beide groepen hebben een eigen aanpak nodig maar dienen wel op elkaar te worden afgestemd.
    Zie ook mijn afstudeeronderzoek van vorig jaar: http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/av/show.cgi?fid=3045

  3. Vond ik ook een interessant inzicht vanuit het perspectief van de student. Over de afstemming van ELO en PLE hebben Henry Hermans en ik onlangs een paper gepleegd. Ons argument is dat je als instelling inderdaad een evenwicht moet zoeken tussen het aanbieden van een eigen platform, en het inspelen op bestaande persoonlijke omgevingen. Zie http://hdl.handle.net/1820/1894

  4. Kom hier net aangerend vanuit FB … Ja, had jouw titel al wel opgemerkt, maar je artikel nog niet kunnen lezen. Razend interessant allemaal weer. Zo degelijk. Zo aantrekkelijk. Ook de reacties.
    Ik hou het bij hoeraroepen. Mijn grasmaaiertje moet nog binnen en het begint al te dauwen. Hopelijk maak je je niet dik. Deze informaliteit past wel beter op FB of Twitter, maar ze ontsnapte me gewoon. Zoals je ziet, hou ik me niet altijd aan die soort van ‘regels’. Je kunt me toch ook altijd nog wegmodereren. Ik maak er me dus niet al te druk over.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *