Een dikke week geleden besteedde ik aandacht aan een Amerikaans onderzoek waaruit onder meer bleek dat studenten Facebook intensiever en met meer diepgang voor meer informeel leren gebruikten, dan het forum binnen de elektronische leeromgeving WebCT. In een reactie verwees Elbert naar het Times-artikel 'Facebook fans do worse in exams'.
Dit artikel gaat over een ander onderzoek waaruit zou blijken dat de meerderheid van de studenten die dagelijks op Facebook te vinden zijn, slechtere studieresultaten behalen dan studenten die deze sociale netwerk site terughoudend gebruiken. Facebook leidt hen zo sterk af, dat deze studenten weinig tijd overhouden voor studie. Bijna 80% van de onderzochte studenten was zich bovendien niet bewust van het risico van 'verleiding'. In de commentaren ligt de focus vooral op de gebruiker. Niet het medium is de boosdoener, maar degene die het medium niet goed gebruikt.
Een paar opmerkingen:
- Net als bij het eerste onderzoek, is ook in deze studie sprake van een beperkte steekproef. Enige voorzichtigheid wat betreft verstrekkende conclusies is geboden.
- Onlangs schreef ik over betere prestaties dankzij surfen onder werktijd. Uit het in dit bericht aangehaalde onderzoek bleek ook dat er een grens is aan de positieve invloed van 'online pauzes' op productiviteit. Als werknemers meer dan twintig procent van de werktijd bezig zijn met niet-taakgerelateerd surfgedrag, dan gaat dit juist ten koste van de productiviteit. Wellicht geldt dat ook voor studenten en Facebook.
- Smetty heeft haar twijfels bij het onderzoek naar online pauzes en productiviteit. Zij schrijft over haar ervaringen als docent met Facebook. Uit haar blogpost kun je twee eigenschappen van Facebook halen die negatief van invloed zijn op effectief studeren:
- Studenten vergeten tijd en plaats, en zijn niet meer 'bij de les'.
- Studenten reageren uitbundig op bijdragen op Facebook, en leiden ook collega-studenten af.
Ik vind het te gemakkelijk om te schrijven: "Dan is het onderwijs vast niet boeiend en betekenisvol genoeg". Ik geloof niet dat het onderwijs kan concurreren met zaken als gaming, MSN of Hyves. Beter is het om dit gedrag bespreekbaar te maken (bijvoorbeeld aan de hand van het Times-artikel), om afspraken te maken met lerenden en het aan te spreken op gedrag.
Daarnaast lijkt het mij zinvol om hier verder onderzoek naar te doen. Bijvoorbeeld naar de relatie tussen studieresultaten en verschillende applicaties, of naar de relatie tussen het gebruik van social networking sites en het ontwikkelen van niet-cognitieve bekwaamheden. Of naar de invloed van leeractiviteiten met een hoge mate van informaliteit op de persoonlijke ontwikkeling van lerenden.
Want dat is natuurlijk ook een beperking van dit soort onderzoeken: er wordt vaak alleen gekeken naar het behalen van cijfers voor cognitieve vakken, en niet naar wat je wèl leert van Facebook, MySpace, en dergelijke.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie