Bij online proctoring controleer je op afstand met behulp van software of lerenden tijdens het afnemen van een tentamen geen fraude plegen, zoals het raadplegen van boeken terwijl dat niet is toegestaan. Eén van de mogelijke toepassingen van online proctoring is het scannen van de ruimte op aanwezigheid van materialen die niet aanwezig horen te zijn. Een rechter in Ohio heeft deze toepassing onlangs ongrondwettelijk verklaard.
De zaak was aanhangig gemaakt door een student van de Cleveland State University. Hij ging met tegenzin akkoord met het scannen van zijn kamer, voorafgaand aan een scheikunde-examen. De student was echter in de veronderstelling dat dit geen deel meer uitmaakte van het beleid. In zijn slaapkamer lagen belastingpapieren die gescand werden.
Een rechter in Ohio heeft daarop geoordeeld dat het scannen van kamers niet alleen een inbreuk op de privacy is, maar ook een schending van het Vierde Amendement dat een gewaarborgde bescherming tegen onwettige huiszoekingen in Amerikaanse woningen betreft.
De universiteit stelde onder meer dat de student had kunnen weten dat de kamer gescand zou worden. Hij was in de gelegenheid om documenten met gevoelige informatie weg te leggen. De rechter heeft deze argumentatie niet gevolgd. Volgens hem is de woning in de VS altijd beschouwd als een beschermde kernruimte waar je redelijkerwijs van privacy mag uitgegaan.
Verder speelt mee dat de universiteit het scannen van kamers niet altijd op dezelfde manier toepast. Docenten kunnen hier zelf voor kiezen. Ook zou de onderwijsinstelling over verschillende andere methoden beschikken om spieken tegen te gaan. Daarom zijn “kamerscans” ook geen gerechtvaardigde inbreuk op de privacy. Daarnaast was de student o.a. vanwege gezondheidsproblemen niet in staat om het examen persoonlijk af te leggen. Je kunt van hem dan ook niet nog eens verlangen dat hij het recht op privacy thuis zou moeten opofferen.
De rechter stelt dat het scannen van kamers ogenschijnlijk onschuldig lijkt. Hij typeert dit echter als “het aanstootgevende ding in zijn mildste en minst weerzinwekkende vorm”. Volgens de rechter krijgen ongrondwettelijke praktijken op deze manier voet aan de grond.
Nota bene: het bedrijf Proctorio is momenteel in verschillende rechtszaken verwikkeld, schrijft The Guardian. Deze bijdrage betwist de effectiviteit, wijst op aantasting van de privacy en stelt dat deze software discriminerende effecten kan hebben (het algoritme is niet transparant). Critici worden voor het gerecht gedaagd omdat zij copyright schenden door besloten Proctorio-materiaal te publiceren. Zij vermoeden echter dat het bedrijf hen de mond probeert te snoeren. The Guardian had in elk geval moeite om critici te spreken te krijgen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie