Het SAMR-model wordt vaak gebruikt om te beschrijven hoe technologie wordt gebruikt voor leren, opleiden en onderwijs. Het model heeft echter beperkingen die volgens Eric Sheninger kunnen worden weggenomen door ‘SAMR’ te combineren met het ‘Rigor Relevance Framework’. Ik heb mijn twijfels.
Ruben Puentedura heeft zo’n tien jaar geleden het SAMR-model ontwikkeld dat gebruikt kan worden als een lens waarmee je kunt beschrijven hoe leertechnologie voor leren, opleiden en onderwijs wordt gebruikt:
- Substitutie – technologie wordt gebruikt als directe vervanging van een middel zonder functionele verandering.
- Augmentation (versterking) – technologie werkt als een directe vervanging van een middel met functionele verbetering.
- Modificatie – technologie faciliteert significant taakherontwerp (verbetering, vernieuwing).
- Redefinition (transformatie) – technologie maakt de het toepassen van nieuwe taken mogelijk, die voorheen ondenkbaar waren. Bekijk deze video voor een meer uitgebreide toelichting en voorbeelden.
Volgens Sheninger heeft dit model ons een goede lens verschaft om de noodzaak te zien van een goede planning alvorens grote bedragen te investeren in technologie. Waar moet je wel en niet in investeren? Sheninger wijst echter ook op beperkingen van dit model. Technologie staat centraal en het model zegt niets over het ‘niveau’ waarop lerenden leren. Ik heb eerder over meer beperkingen geschreven:
- SAMR is geen model voor leren.
- SAMR zegt niets over bekwaamheden.
- SAMR is afgeleid van het RAT-model (Replacement, Amplification, Transformation; in Nederland sprak Henk de Wolf over substitutie, innovatie, transformatie), en dus minder origineel dan je zou verwachten.
- Het is niet altijd duidelijk of sprake is van ‘augmentation’ of van ‘modification’ en van ‘modification’ en ‘redefinition’.
- SAMR is niet gebaseerd op fatsoenlijk onderzoek, al is dat bij een ‘lens’ niet per se noodzakelijk. Doe echter niet alsof dit model ‘wetenschappelijk onderbouwd’ is.
- SAMR suggereert dat je niet goed bezig bent als docent als je niet het niveau van transformatie bereikt. Terwijl het behalen van efficiëntievoordelen toch ook al heel mooi is.
Het ‘Rigor Relevance Framework‘ benadrukt wat een lerende doet. Dit model kent vier kwadranten:
- Kwadrant A (Acquisition, verwerving) – lerenden verwerven stukjes kennis en informatie, en slaan deze op. Het gaat vooral om onthouden en begrijpen. De docent geeft vooral instructie.
- Kwadrant B (Application, toepassen) – lerenden gebruiken verworven kennis om problemen op te lossen, oplossingen te ontwerpen, en werk af te ronden. Uiteindelijk wil je de juiste kennis in nieuwe en onvoorspelbare situaties toepassen.
- Kwadrant C (Assimilation, inpassen) – lerenden breiden verworven kennis uit en verfijnen die om automatisch en routinematig problemen te analyseren en op te lossen, alsook unieke oplossingen te creëren.
- Kwadrant D (Adaption, adaptatie) – lerenden zijn bekwaam om op complexe manieren te denken en de kennis en vaardigheden die ze verworven hebben toe te passen. Zelfs wanneer ze geconfronteerd worden met raadselachtige onbekendheden, zijn lerenden in staat om uitgebreide kennis en vaardigheid te gebruiken om oplossingen te creëren en actie te ondernemen die hun vaardigheden en kennis verder ontwikkelt.
De combinatie van de twee raamwerken leidt dan tot het volgende model:
(S) Substituted acquisition (A): docenten gebruiken technologie om taken digitaal te maken of om lerenden te laten reageren.
(A) Applied augmentation (B): lerenden passen leren op relevante manieren toe met behulp van technologie.
(M) Modified assimilation (C): lerenden laten door middel van een betekenisvol gebruik van technologie zien dat zij over ‘hogere denkniveaus’ beschikken.
(R) Adapted redefinition (D) – lerenden werken en denken om innovatief te herdefiniëren wat mogelijk is.
Mijn commentaar
Mmmm.
- Ik heb moeite met de indeling in kwadranten. Een dergelijke indeling versimpelt de werkelijkheid. Onthouden, begrijpen, toepassen etc vloeien in de praktijk in elkaar over. Je gebruikt daarbij een combinatie van meerdere leertechnologieën.
- De assen corresponderen niet met de kwadranten. Je zou volgens het plaatje ‘remembering’ kunnen combineren met ‘application to real world unpredictable situations’.
- Er wordt op een beperkte manier naar instructie en naar de rol van de docent gekeken.
- De woorden en voorbeelden hebben m.i. weinig waarde, zonder toelichtingen. Het onderscheid, bijvoorbeeld tussen ‘judge’ en ‘argue’ komt ook gekunsteld over.
- Het model zegt weinig over hoe leertechnologie wordt toegepast.
Volgens mij kun je wel proberen om de volgende combinaties te maken, al maak je dan ook een te ongenuanceerd onderscheid tussen typen leerdoelen en tussen de niveaus van SAMR:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie