Learn Platform heeft onlangs het ‘EdTech Top 40 Mid-Year Report‘ gepubliceerd waarin de auteurs het gebruik van online leertechnologie door lerenden en docenten in Amerikaanse K-12 districten hebben onderzocht (tussen 1 augustus en 31 december 2021). Het summiere rapport bevat enkele opvallende details.
Het eerste dat opvalt, is dat de samenstellers een brede definitie van ‘EdTech’ lijken te hanteren. Zij rapporteren niet alleen over het gebruik van technologie die speciaal voor leren, opleiden en onderwijs is ontwikkeld (zoals Google Classroom of Canvas), maar ook over technologie die door lerenden en docenten wordt gebruikt terwijl deze technologie niet specifiek voor leerdoeleinden is gemaakt (denk aan YouTube).
Het tweede dat opvalt, is dat lerenden en docenten veel leertechnologieën gebruiken. Docenten gebruiken gemiddeld 86 ‘Edtech’ oplossingen per persoon, lerenden gebruiken gemiddeld 74 leertechnologieën per persoon. Elk schooldistrict gebruikt per maand gemiddeld 1403 leertechnologieën. In totaal worden er zo’n 8000 leertechnologieën gebruikt.
Er is dus sprake van een enorme versnippering op dit gebied. Gebruikers die streven naar één systeem dat docenten en lerenden kan ondersteunen bij het vormgeven van ‘technology enhanced learning‘ komen dus van een koude kermis thuis. Het is m.i. ook een illusie om te streven naar een soort ‘Zwitsers zakmes’ voor leren, opleiden en onderwijs. Zwitserse zakmessen zijn overigens ook allesbehalve ideale middelen: je kunt er geen enkele functie echt goed mee uitvoeren (blik openen, knippen, snijden, etc).
Waar het echter vooral om gaat is dat leertechnologieën met elkaar geïntegreerd kunnen worden en een samenhangend geheel vormen (een digitale leeromgeving).
De samenstellers van het rapport hebben de leertechnologieën in een aantal categorieën onderverdeeld en gekeken naar de mate van gebruik:
- Tools gericht op het bevorderen van betrokkenheid en het geven van instructie in de klas: 22,5%
- Algemeen en alomtegenwoordig (wat dat ook moge zijn; Zoom hoort er in elk geval bij): 17,5%
- Aanvullende platforms (een definitie ontbreekt): 10%
- Leermanagementsystemen: 7,5%
- IT-management: 7,5%
- Websites en bronnen: 7,5%
- Referenties en digitale collecties: 7,5%
- Tools die lerenden ondersteunen bij het leren: 7,5%
- Courseware platforms: 5%
- Auteursomgevingen en tools om mee te creëren: 5%
- Leermaterialen en aanvullingen: 2,5%
Hierbij valt m.i. de invloed van de sector op. Het verbaast me niet dat in het K-12 onderwijs tools gericht op het bevorderen van betrokkenheid en het geven van instructie in de klas het meest worden gebruikt. Binnen andere onderwijssectoren en op het terrein van leren en ontwikkelen scoren andere categorieën, verwacht ik, hoger.
Als we dan kijken naar de top 40 van meest gebruikte leertechnologieën, dan valt de dominantie van Google op. De top vijf bestaat uit Google technologieën, inclusief YouTube (onderdeel van Google’s moederbedrijf). Acht Google technologieën staan in de top 10. Ik vraag me af of het een gezonde ontwikkeling is dat één ‘big tech’-bedrijf zo’n dominante positie binnen het onderwijs inneemt.
Verder staan er drie leermanagementsystemen in de top 40 (Google Classroom, Canvas, Schoology). Opvallend dat Canvas ook in het Amerikaanse K12-onderwijs veel wordt gebruikt, terwijl Moodle bijvoorbeeld niet in de top 40 staat. Er staan twee applicaties voor synchroon online leren in de top 40: Zoom en Google Meet. Deze applicaties zijn in vergelijking met de vorige peiling 11 respectievelijk 8 plaatsen gezakt. Dat heeft ongetwijfeld met de beëindiging van Coronamaatregelen te maken.
De sterkste stijger is een tool voor het bevorderen van betrokkenheid en het geven van instructie in de klas: Blooket.
Tenslotte valt mij op dat je verschillende tools in Nederland/Vlaanderen niet tegen komt. Ik had niet eerder van bijvoorbeeld Blooket, Clever, Gimkit of ABCya! gehoord. Wel van Prodigy, maar dan niet als leertechologie ;-).
Dit kan meerdere oorzaken hebben. Bijvoorbeeld de omvang van het bedrijf en hun onvermogen om ook te investeren in de Europese markt (en een vertegenwoordiging in West-Europa te hebben). Een andere mogelijke oorzaak zijn de terecht veel strengere eisen die wij stellen ten aanzien van het gebruik van data en het respecteren van privacy van lerenden.
Dat we daar nog steeds zeer waakzaam voor moeten zijn, leert ons een recent rapport van Human Right Watch. Deze organisatie heeft onlangs op basis van een analyse van 164 ‘EdTech’-producten geconcludeerd dat het merendeel van de producten de privacy van kinderen en andere kinderrechten in gevaar brengt of direct schendt. Zij gebruiken data voor doeleinden die niets met onderwijs te maken hebben. Veel van deze producten worden ook nog gewoon gebruikt binnen landen waar de AVG geldt.
Nota bene: als je in het overzicht van het Learn Platform klikt op ‘Download the report for full details and methodology‘ dan kom je bij een pdf-bestand uit dat in feite dezelfde informatie bevat als de website.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie