Afgelopen vrijdag mocht GroenLinks-Tweede Kamerlid Lisa Westerveld uit handen van co-auteur René Kneyber het eerste exemplaar in ontvangst nemen van het boek ‘Formatief handelen: van instrument naar ontwerp’. In deze blogpost wil ik deze uitgave bespreken.
Behalve René Kneyber zijn ook Dominique Sluijsmans, Valentina Devid en Blanca Wilde López auteur van het 111 pagina’s tellende boek.
Het boek bestaat, behalve uit een voorwoord, uit vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 is een inleiding op formatief handelen. Mede aan de hand van voorbeelden bespreken de auteurs wat formatief handelen is en lichten zij een model voor formatief handelen toe. Zij laten ook zien hoe formatief handelen kan bijdragen aan aspecten als meer motivatie en een betere zelfregulatie.
Formatief handelen kan volgens de auteurs diverse ‘onderwijskwalen’ helpen bestrijden zoals de ’toetsgekte’ of mogelijkheden om te differentiëren. Tegelijkertijd nemen zij verschillende misvattingen over formatief handelen waar. Formatief handelen is volgens de auteurs echter een didactisch proces, een aanvulling op het dagelijks didactisch handelen van de docent dat pas tot zijn recht komt binnen een doordacht onderwijsontwerp dat elementen bevat zoals doelbewuste informatieverzameling en actieve denkprocessen die leiden tot producties (denk aan een antwoord op een vraag of een essay). Formatief handelen gaat er ook vanuit dat je een aantal basisprincipes in acht neemt, die Kneyber cs in dit hoofdstuk de revue laten passeren. Het onder de knie krijgen van formatief handelen heeft overigens een doorlooptijd van drie tot vijf jaar.
Hoofdstuk 2 gaat over het bijbrengen van kwaliteitsbesef bij lerenden. Dit kwaliteitsbesef is voorwaardelijk voor coregulatie (het gezamenlijk sturen van het onderwijsproces). Dankzij kwaliteitsbesef kunnen lerenden zichzelf bijsturen, feedback geven en ontvangen. Kwaliteitsbesef definiëren de auteurs als een goed mentaal beeld van het kwaliteitsniveau dat van lerenden wordt verwacht en hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien.
Zij bevelen aan dat je door middel van het vergelijken van voorbeelden van het eindproduct, en het voeren van een dialoog over deze voorbeelden, kwaliteitsbesef kunt bevorderen. Strategieën zoals het benoemen van leerdoelen, het gebruik van criteria en rubrics blijken veel minder effectief als het gaat om het bijbrengen van kwaliteitsbesef.
In hoofdstuk 3 staat de rol van feedback, die leidt tot zelfstandigheid, centraal. Daarbij gaat het vooral om ‘goed-genoeg-feedback’ die tot denken aanzet en leidt tot acties door lerenden. De auteurs benadrukken daarbij dat feedback niet individueel, gepersonaliseerd, specifiek en volledig hoeft te zijn. Ook hoeft de docent niet de gever van feedback te zijn. Feedback zou op korte termijn het leerproces moeten bemoeilijken, maar op langere termijn ervoor moeten zorgen dat lerenden meer effectief leren. Verder hoef je niet altijd feedback te geven als een productie, het eindresultaat, heel tastbaar is en lerenden over voorkennis beschikken om op basis hiervan zichzelf feedback te geven. Dit hoofdstuk behandelt verschillende voorbeelden en variaties van feedback.
Hoofdstuk 4, tenslotte, gaat in op het ontwerpen van formatief handelen, en het vertalen van dit ontwerp in strategieën, praktische werkvormen en instrumenten. De auteurs onderscheiden zes fasen met per fase een aantal stappen. Zij benadrukken dat, als je meer ervaren bent in formatief handelen, je deze stappen vaak onbewust doorloopt.
Mijn commentaar
Het boek ‘Formatief handelen: van instrument naar ontwerp’ is beperkt van omvang, maar bevat veel informatie. Het is helder geschreven en heeft een duidelijke opbouw. In hun voorbeelden hebben zij ook oog voor de rol die leertechnologie hierbij kan spelen (bijvoorbeeld audiofeedback). Op onderdelen had dit verder uitgewerkt kunnen worden. Ik denk daarbij aan learning analytics of de potentie van AI bij het automatisch geven van feedback.
Als ik de auteurs was geweest, dan had ik de ontwerpaanpak uitgewerkt tot een generieke onderwijsontwerpaanpak waarbinnen formatief handelen geïntegreerd aan bod zou komen (dus inclusief leeractiviteiten, bronnen/materialen, leeromgeving en groeperingsvormen). Integratie binnen een aanpak die docenten kennen, vergroot m.i. de acceptatie.
René Kneyber, Dominique Sluijsmans, Valentina Devid en Blanca Wilde López benadrukken dat formatief handelen eigenlijk een ‘leerwerkproces’ is met een doorlooptijd van meerdere jaren. Dat is geruststellend, maar kan ook ontmoedigend werken. Uiteraard hebben lerenden geen tijd om er drie tot vijf jaar over te doen om zich te bekwamen in hun aandeel op het gebied van coregulatie.
Je kunt deze publicatie en aanvullende online materialen gratis downloaden. Ik zou echter een papieren exemplaar bestellen als je de uitgave echt wilt bestuderen. Een boek vanaf papier bestuderen is immers effectiever dan via een beeldscherm bestuderen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie