Impressie dag één versie 1 CVI op toer 2022 #CvIopToer

Vandaag is de eerste versie van CVI op toer begonnen. Een nieuw concept waar betrokken uit het middelbaar beroepsonderwijs elkaar kunnen ontmoeten “om samen te innoveren, inspireren, motiveren”. Deze blogpost is de impressie van dag één.

Normaliter organiseert het Consortium voor Innovatie jaarlijks samen met een gastcollege een grote conferentie voor en door het middelbaar beroepsonderwijs. Deze conferentie is vanwege de welbekende reden twee keer niet door gegaan. Het CvI heeft inmiddels ook gekozen voor een nieuw concept: CVI op toer. Dat zijn kleinschaliger conferenties die in verschillende regio’s worden georganiseerd.

De 1e versie van CVI op toer is deze week samen met de noordelijke mbo scholen in Emmen georganiseerd. Het programma bestaat uit interactieve sessies vanuit MBO scholen en partners van het CVI (impact sessies, MBO talks en sofa sessies). De sessies duren twee uur, waardoor je uitgebreider in kunt gaan op verschillende onderwerpen en veel ruimte hebt voor gesprekken.

Simultaan onderwijs: het onderwijs van de toekomst?

simultaan onderwijsSimultaan onderwijs is onderwijs waarbij een gedeelte online deelneemt, terwijl andere studenten zich fysiek in de klas bevinden. Het Noorderpoort heeft tools aangeschaft en scholing ontwikkeld zodat docenten met simultaan onderwijs op de scholen aan de slag kunnen.
In deze sessie deelden medewerkers van Noorderpoort ervaringen en ideeën verzamelen over het inzetten van ‘simultaan’ onderwijs. Kan deze manier bijdragen aan flexibilisering van het onderwijs?

Bij Noorderpoort hebben ze vijftig sets verspreid over 16 scholen aangeschaft. Deze set heeft bijvoorbeeld ook een dasspeld zodat de docent goed te verstaan is. De medewerkers lieten zien hoe je hiermee kunt werken. Ze willen met name ook data over ervaringen verzamelen, en hebben zelf ook nog de nodige vragen over deze aanpak.

Een aantal medewerkers van Noorderpoort nam vanuit thuis deel.
Een aantal aanwezigen benadrukte dat studenten via online en simultaan werknemersvaardigheden minder goed ontwikkelen omdat je minder zicht hebt op lerenden. Mijns inziens heeft dat ook te maken met Bandura’s opvatting over ‘social learning’, die online moeilijker vorm te geven is (je leert op basis van waarnemingen van gedrag, en door te kijken naar consequenties voor het eigen gedrag).

In het gesprek kwam ook aan bod dat onderwijs een complex proces is waarbij het niet eenvoudig is om activiteiten die je beter face-to-face kunt doen, kunt losmaken van activiteiten die je net zo goed online kunt doen.

Verder kwam aan bod dat studenten het moeilijker vinden om zich online te concentreren en dat het een uitdaging is om online studenten online erbij te betrekken (je behandelt studenten snel ongelijkwaardig).

Er zijn echter ook studenten die zich juist vanuit thuis meer verbonden voelen omdat ze minder last hebben van ‘ruis’ in de klas. Je zou studenten de mogelijkheid van simultaan onderwijs moeten beiden en kijken wat beter bij een student past. Kan een student bijvoorbeeld zelfregulerend leren? Bespreek dat tijdens begeleidingsgesprekken.

We zijn ook ingegaan op een aantal stellingen. Moet bijvoorbeeld elke docent in staat zijn om simultaan onderwijs te verzorgen? Moeten MBO-studenten in de toekomst kunnen kiezen om online of face-to-face onderwijs te volgen?

Argumenten:

  • Voor bepaalde studenten is simultaan onderwijs een uitkomst.
  • Weten studenten wel altijd waar ze voor kiezen?
  • Deze aanpak leidt tot meer investeringen in technologie, en niet in mensen.
  • Het kan vrijblijvendheid in de hand werken. Studenten kiezen voor online als ze geen zin hebben om naar school te komen.
  • SLB’ers hebben een taak om te sturen of lerenden tot leren komen, of toch beter naar school kunnen komen. SLB’ers zullen veel beter moeten inschatten wat voor een student goed is, mede op basis van de voortgang van studenten (hiervoor is data belangrijk).
  • Deze aanpak vergt zeer veel energie en ze vereisen veel handelingen. Je moet als docent je aandacht verdelen. Het is eigenlijk een vorm van multitasken.
  • Wat gebeurt er als iemand thuis in snikken uitbarst rond een gevoelig thema? Kun je van tevoren inschatten dat dit kan gaan gebeuren?
  • Twee docenten die simultaan onderwijs begeleiden: eigenlijk belangrijk, maar onbetaalbaar en niet te organiseren.
  • De beste technologische oplossingen voor simultaan onderwijs zijn waarschijnlijk niet schaalbaar/betaalbaar.

Hoe denk je dat simultaan onderwijs in de toekomst van het mbo kan worden ingezet? Hierover hebben we in groepjes overlegd:

  • Voor specifieke onderwerpen waarvoor maar weinig vakspecialisten beschikbaar zijn en studenten verspreid over de regio wonen. Met name in het kader van een leven lang leren, bij gemotiveerde studenten voor wie het onderwerp heel belangrijk is. Het onderwerp bevat een belangrijke kenniscomponent.
  • Je vergroot de toegankelijkheid voor lerenden die nu het lastig vinden om deel te nemen (bijvoorbeeld als ze stage lopen, als ze voor kleine kinderen moeten zorgen, met fysieke beperkingen).
  • Als je kleine groepen studenten met elkaar kunt combineren.
  • Gebruik vooral online werkvormen voor alle deelnemers.
  • Hoe voorkom je een verlies van sociale aspecten?
  • Kijk naar de aard van het onderwijs en de doelgroep. Wat leent zich hier wel voor en wat niet

Tijdens de sessie werd ook duidelijk hoe belangrijk het is dat de mensen thuis de deelnemers kunnen zien en hoe belangrijk goed geluid is (de ruimte was erg groot voor de specifieke technische voorziening voor simultaan onderewijs; zie foto).

Op zoek naar een flexibele leerroute en anatomie met de Hololens

Facilitator en presentator waren vanwege ziekte afwezig. Daarom zijn we in een World Café met elkaar in gesprek gegaan over flexibilisering (en andere onderwerpen).
Hier een korte impressie.

Gesprek 1

Studenten kunnen leerervaringen in toenemende mate inbrengen binnen hun onderwijs. Studenten kunnen ook steeds meer keuzes maken uit werkplaatsen, lessen, stages etc. Studenten zitten steeds minder vaak in een klas. Ze zitten wel in stamgroepen, maar die zien ze maar één keer per week. Begeleiding van studenten wordt daardoor ingewikkelder. Hoe doet een student het bij andere collega’s? Ook bouwen studenten minder een relatie op met andere studenten.

De mate van zelfstandigheid van studenten varieert echter. De intensiteit van de stamgroep varieert sterk, ook per leerjaar.
Zou je studenten niet meer uit menu’s moeten laten kiezen? Dan kader je keuzevrijheid in omdat je ook de samenhang in een curriculum moet bewaken. Opleidingen willen ook bevorderen dat keuzedelen bijvoorbeeld versterkend zijn voor de opleidingen zelf.
Zou je niet meer gebruik kunnen maken van learning analytics om de voortgang te kunnen monitoren? Door patronen rond studiegedrag te signaleren. Zou je niet dagelijks gezamenlijk met je stamgroep moeten aftrappen? Ruimte geven ook voor informele gesprekken. Gezamenlijk inchecken en uitchecken.
Je kunt peer groepen faciliteren om elkaar te ontmoeten om kennis en ervaringen uit te wisselen.
Mogelijk kun je ook het beroepsgerichte deel en gemengd deel van de opleidingen uit elkaar halen. Het generieke deel is dan de gezamenlijke basis.
Vastigheid is bij flexibilisering voorwaarde voor flexibilisering.

Gesprek 2

Studenten hebben een diplomaroute voor ogen, maar kunnen op basis van diverse onderwijsproducten samengesteld worden. Die staan in een catalogus. Elke module wordt gevalideerd. Studenten stappen echter ook vaak over en stellen dan weer een nieuwe route op.
Onderwijscatalogi, roosterprogramma’s en portfolio’s zijn dan belangrijke systemen. In een onderwijsmanagementsysteem organiseer je dan je onderwijs.
Modules wil je ook nog op meerdere manieren aanbieden (klassikaal, face-to-face).
Ik vraag me daarbij wel af of we het onderwijs niet te complex organiseren.

Gesprek 3

HololensIk heb deelgenomen aan een demonstratie van de Hololens. Bij het Cios in Heerenveen gebruiken ze de Hololens voor anatomieles. Overigens ook een app. Je ziet een lichaam en kunt bijvoorbeeld kiezen voor spieren of slagaderlijke bloedingen. Je kunt anatomie bestuderen en oefeningen of toetsen maken (feedback is beperkt).

Het is altijd even wennen met de bediening. Maar na een aantal minuten kun je er zelf mee aan de slag.
Het authentieke karakter van de leerstof wordt hier mee vergroot.
Het viel me ook op dat deze Hololens prima werkt in combinatie met een bril. Een opgeladen Hololens gaan nu zo’n drie uur mee.

Edubadges: dé manier om talentontwikkeling te waarderen

Vier mbo-instellingen nemen deel aan aan het Edubadges-initiatief van SURF. Zij vertelden over hun eigen aanpak. Ik heb vooral gesproken met een vertegenwoordigster van Vista College. Onderwijskundig leiders ontwikkelen binnen Vista College edubadges. Als een student voldoet aan criteria dan vraagt deze via Edubadges-platform de edubadge aan. De beoordelaar controleert aanvraagt en keurt goed. De student stopt dan de edubadge in de ‘backpack’. Studenten kunnen zich hiermee onderscheiden.

Edubadges worden dan ook vaak buiten het kwalificatiedossier om verstrekt of voor bepaalde vaardigheden waar de arbeidsmarkt om vraagt. Bijvoorbeeld specifiek voor BOA’s. Ander voorbeeld: medisch rekenen. Dat vinden studenten heel moeilijk. Via een Edubadge (een jaar geldig) kunnen studenten het niveau medisch rekenen aantonen.
Edubadges worden niet gebruikt voor vrijstellingen bij andere mbo-instellingen. Wellicht gebeurt dat wel in de toekomst.
Albeda en mboRijnland gebruiken edubadges vooral voor ’21ste eeuwse vaardigheden’.
Zie www.edubadges.nl/catalog

In de beschrijving van een Edubadge kun je aangeven wat een student heeft gedaan, hoe beoordeling heeft plaatsgevonden etc. Kijk uit dat je dat proces niet te bureaucratisch wordt. Uniformiteit en standaard kaders bevorderen uitwisselbaarheid.

Edubadges sluiten aan bij de ontwikkeling van een leven lang ontwikkelen. Werkgevers, zoals gemeenten, vinden het belangrijk dat werknemers blijven leren en dat die inspanningen zichtbaar gewaardeerd worden. Verder vinden werkgevers vaak ook andere zaken belangrijk dan in een kwalificatiedossier staan (zoals specifieke vaardigheden). Kwalificatiedossiers verouderen namelijk.

Op dit moment is op landelijk niveau nog niet echt sprake van uniformiteit en standaardisatie. Daar betekent dat degene die een Edubadge aanmaakt grotendeels zelf kan bepalen welke inhoud op een Edubadge komt te staan.

Je kunt met Edubadges ook inspelen op niveauverschillen. Als een student ergens heel goed in is, dan kan de student een Edubadge op een hoger niveau behalen dan op het niveau van de opleiding.

Je zou op deze manier bijvoorbeeld ook straatcoaches trajecten aanbieden die met edubadges worden afgerond. Voortijdige uitvallers kunnen ook Edubadges krijgen van wat zij wel hebben behaald. Je kunt op die manier ook leerervaringen in verschillende contexten waarderen. Een beveiliger in een museum moet over andere bekwaamheden beschikken dan een beveiliger in een ziekenhuis.

Hier is een presentatie (powerpoint) die de instellingen hebben verzorgd.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Dank voor het mooie verslag, zo krijgen we toch nog iets van de inhoud mee.
    Altijd fijn als er een EduBlogger bij CVI activiteiten is!

    Graag tot morgen, Wilfred!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *