Wanneer simultaan onderwijs wel goed kan werken

Het zal jullie niet ontgaan zijn dat ik nogal kritisch ben over ‘simultaan onderwijs’: het tegelijkertijd les geven aan lerenden die op locatie zijn en aan lerenden die online deelnemen. In ‘When HyFlex Works‘ vertelt een programmadirecteur over positieve ervaringen met deze aanpak. Wat valt mij op?

Bij het HyFlex-model hebben lerenden normaliter de keuze of zij deel willen nemen aan onderwijs op locatie of dat zij online op afstand willen participeren. Tijdens de Corona pandemie zijn onderwijsinstellingen noodgedwongen overgestapt op deze aanpak (o.a. in verband met quarantainemaatregelen). Dergelijk simultaan onderwijs is complex uit te voeren. Het is bijvoorbeeld ingewikkeld om beide groepen gelijkwaardig bij het onderwijs te betrekken.

Het Master of Health Care Delivery Science-programma (MHCDS) van een business school van de Darthmouth universiteit bestaat normaal gesproken uit campusonderwijs (5-8 dagen) en online leren. De doelgroep bestaat uit uit leidinggevenden van ziekenhuizen, verzekeringsmaatschappijen, overheidsinstellingen, defensie, en dergelijke. De groep deelnemers is zeer gemotiveerd. Zij hebben behoefte aan flexibel onderwijs dat goed gepland is. Zij moeten immers veeleisende banen en belangrijke persoonlijke verplichtingen combineren met deze studie. Dat vraagt ook om een hoog serviceniveau van de opleiding en de medewerkers (docenten en ondersteuners).

Het campusonderwijs is bij deze eenjarige masteropleiding normaliter bedoeld voor gemeenschapsvorming en het bevorderen van onderling vertrouwen. Vanwege de Covid-19 werd het campusonderwijs eerst vervangen door online onderwijs, en later noodgedwongen door simultaan onderwijs. Daarbij viel op dat ook deze doelgroep sociale interactie miste, de informele gesprekken in de klas, en het gevoel van steun dat zij van elkaar kregen.

Het simultaan onderwijs is met succes toegepast. De specifieke doelgroep is daar m.i. sterk van invloed op. Daarnaast was deze aanpak ook onvermijdelijk. Een deel van de deelnemers wilde graag naar de locatie komen vanwege de sociale contacten en gemeenschapsvorming. Een ander deel was vanwege allerlei redenen niet in staat naar de campus te komen. Zij ervoeren de aanpak als vermoeiend (ook vanwege tijdsverschillen), maar waren toch blij deel te kunnen nemen.

Verder valt op dat de organisatie fors heeft geïnvesteerd in technologie en in extra medewerkers:

  • Het geluid in de ruimtes was erg goed. Er waren extra microfoons waardoor de aanwezigen met een normaal volume met elkaar konden converseren. Het geluid was prima te horen voor degenen die via Zoom deelnamen.
  • De videobeelden van de lerenden op afstand werden op het ene scherm geprojecteerd voor de deelnemers in de klas en de dia’s van de docent op het andere. Docenten konden ook deelnemers en dia’s op hun monitor zien.
  • Er was altijd een camera op de docent gericht zodat lerenden op afstand de docent ook goed konden zien. Sommige lokalen hadden hadden geautomatiseerde camerasystemen die zowel de docent als de in de klas sprekende lerenden konden laten zien.
  • Lerenden op afstand staken hun hand op om te spreken. Zij konden ook met elkaar chatten. Een extra medewerker hield de chat in de gaten voor het geval er problemen moesten worden opgelost. De chat werd niet in het klaslokaal geprojecteerd.
  • Per klas waren er naast de docent twee medewerkers aanwezig. Eentje voor de technologie en de ander voor de didactische ondersteuning (o.a. bewaken van de chat).

Deze aanpak werkte ook het beste bij docenten die van te voren hadden nagedacht over deze manier van onderwijs verzorgen en bij docenten die actief samenwerkten met experts op dit terrein. Verder werkte deze aanpak goed omdat veel docenten een activerende didactiek toepasten (break out rooms voor kleine groepsdiscussies, peilingen om een variëteit aan meningen te genereren en discussie te bevorderen).

Volgens de programmadirecteur had de opleiding nu de gelegenheid extra te investeren in deze aanpak. Zij denkt dat je dit model ook op een goede manier zonder een enorme extra investering kunt vormgeven.

Een extra investering in technologie is wel noodzakelijk, met name in audio. Met vereenvoudigde processen, gebruiksvriendelijke technologie en goede helpdeskmedewerkers op afroep kunnen docenten volgens haar ook op een goede manier simultaan onderwijs verzorgen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *