Games, simulaties en virtuele werelden met elkaar vergeleken

Clarck Aldrich plaatst games, simulaties en virtuele werelden op een continuum van highly interactive virtual environments, met elk een eigen functie voor diverse doelen. Hij geeft bijvoorbeeld aan dat je van een game niet altijd wat leert, terwijl een educatieve simulatie weer helemaal niet leuk om te doen hoeft te zijn.

Er zijn duidelijke verschillen tussen games, simulaties en virtuele werelden. Maar tegelijkertijd zijn er ook overeenkomsten. Bijvoorbeeld de manier waarop je toegang krijgt tot een game en virtuele wereld, of de zorgvuldige didactische inbedding die noodzakelijk is. Andere overeenkomsten zijn de communityvorming die plaatsvindt rond een game, simulatie en virtuele wereld, plus het activerende karakter ervan. Adrich schrijft:


Virtual environments provide a natural way for people to learn by nurturing an instinctive progression from experiencing to playing to learning; instructors
should encourage the shifting across experimentation, play, and practice in which students naturally engage.


De fases, die je doorloopt binnen een virtuele wereld, vergelijkt Clarck Aldrich met leren zwemmen (en met een vliegtuigsimulator):

  • Je moet eerst aan de omgeving wennen.
  • Vervolgens ga je spelen.
  • Tenslotte stellen beginnende zwemmers zichzelf op de proef aan de hand van steeds meer regels en uitdagingen.

Aldrich schrijft:


The ease with which the children in the pool, the students in the virtual class, and the pilot in the flight
simulator move from exploratory virtual-world behaviors to structured but simple games to taking on rigorous
simulation challenges illustrates both the differences across these three instances and the connections that
link them. It is only by building from open experimentation to increasingly rigorous rules, structures, and
success criteria that children learn transferable water survival skills and pilots learn critical flying skills.


Hij schrijft ook terecht dat je bestaande content niet zo maar kunt overzetten naar een virtuele omgeving. In feite geldt dit ook voor een elektronische leeromgeving, al is een virtuele omgeving bij uitstek non-lineair en gericht op leren door te doen.

Aldrich typeert highly interactive virtual environments zelfs als de toekomst van het onderwijs. Dat hangt m.i. echter van meer factoren af dan van de beschikbaarheid van virtuele werelden, simulaties en games. Van de acceptatie van opvattingen over onderwijs en leren, om maar eens wat te noemen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *