Het einde van de Coronacrisis is in zicht. Dat merk je onder meer aan artikelen die terugblikken op leren, opleiden en onderwijs tijdens deze crisis, en die reflecteren op wat we van deze periode kunnen leren. Two key digital transformation trends in higher ed is zo’n artikel.
Auteur Charlie Meyer gaat in deze bijdrage in op de volgende twee trends, die ik achtereenvolgens zal samenvatten en becommentariëren:
- Ontwikkelingen op het gebied van leertechnologie
- Digitale kloof
Ontwikkelingen leertechnologie
Meyer stelt dat we tijdens de coronacrisis er achter zijn gekomen dat de gebruikte leertechnologieën eigenlijk ernstige tekortkomingen kennen. De huidige leertechnologieën stellen lerenden niet goed in staat echt contact te hebben met docenten, en met elkaar (bijvoorbeeld om met elkaar op afstand samen te leren). Ze zijn ook vaak weinig vriendelijk in gebruik. Bestaande leertechnologieën maken weinig gebruik van nieuwe technologieën zoals AI om online leerervaringen meer persoonlijk te maken, bijvoorbeeld door suggesties te doen voor inhoud en voor het uitstippelen van studiepaden. Verder kan AI docenten ook ondersteunen bij het beoordelen van ingeleverd werk.
Ik herken deze kritiek wel. Bestaande op de markt verkrijgbare leermanagementsystemen bevatten m.i. onvoldoende functionaliteiten die docenten ondersteunen bij het onderwijskundig doordacht inrichten van omgevingen voor modules, thema’s of vakken. Ik denk daarbij aan de mogelijkheid om te kiezen uit didactische sjablonen, bijvoorbeeld voor probleemgestuurd onderwijs of voor het 4 C/ID-model.
Je zou ook moeten kunnen faciliteren dat lerenden kunnen beschikken over gepersonaliseerde oefeningen, die automatisch gespreid in de tijd worden aangeboden (bijvoorbeeld twee weken lang om de andere dag na na het bestuderen van bepaalde leerstof). Verder beschikken lerenden binnen leermanagementsystemen bijvoorbeeld niet over functionaliteiten die hen helpen online leeractiviteiten zelf te plannen.
Daarnaast schieten bestaande leertechnologieën tekort in het genereren van betrokkenheid en verbondenheid. Er zijn tools in opkomst die ‘social presence’ en engagement willen bevorderen. Je wilt echter dat de veel gebruikte leertechnologie dit ook beter ondersteunen.
De auteur pleit ook voor investeringen in ‘hybride’ leeromgevingen, omdat je hiermee beter zou kunnen aansluiten op verschillende ‘leerstijlen’. ‘Hybride’ leeromgevingen zouden de toegankelijkheid van het onderwijs kunnen vergroten omdat lerenden die op de campus wonen persoonlijk kunnen deelnemen, terwijl (internationale) lerednden die ver moeten reizen online kunnen deelnemen aan hetzelfde onderwijs.
De mythe ‘leerstijlen’ is een bijzonder slecht argument voor ‘hybride’ leeromgevingen (ik spreek overigens liever over ‘simultaan onderwijs‘). Dat zou inmiddels toch wel duidelijk moeten zijn.
Simultaan onderwijs wordt toegepast als lerenden -om wat voor reden dan ook- niet in staat zijn allemaal fysiek deel te nemen aan onderwijs. Vaak wil men lerenden ook de mogelijkheid bieden om te kiezen voor online of face-to-face participatie. Simultaan onderwijs is echter behoorlijk complex. Je moet namelijk voorkomen dat degenen die online participeren een grotere psychologische of communicatieve afstand ervaren dan de lerenden die fysiek aanwezig zijn.
Digitale kloof
Charlie Meyer wijst erop dat gebleken is dat niet iedereen toegang heeft en zal hebben tot de technologie die nodig is om effectief te leren. Online leren zou de toegankelijkheid van het onderwijs moeten bevorderen, aangezien je kunt plaatsonafhankelijk -en ook vaak onafhankelijk van tijd- kunt deelnemen. Online leren leidt echter ook tot hoge kosten van het onderwijs omdat lerenden geavanceerde technologie nodig hebben om deel te nemen.
Volgens Meyer moeten docenten bovendien beschikken over meer digitale vaardigheden om leertechnologieën effectief te kunnen gebruiken. Dit vergt een flinke investering in professionalisering.
Er zullen vanwege hoge kosten en minder inkomsten mogelijk minder lerenden fysiek gaan deelnemen aan het onderwijs. Dit kan eventueel worden gecompenseerd doordat meer (internationale) lerenden online deelnemen. Dat zal vooral het geval zijn als online leren goedkoper is, of als er meer programma’s online worden aangeboden. Deze trends kan ook worden doorbroken als face-to-face onderwijs verbetert of als lerenden bij fysiek onderwijs meer waar voor hun geld krijgen.
Ik geloof zelf veel meer in lage kosten voor deelname (mede dankzij een actieve bijdrage van de overheid), een voldoende hoge studiebeurs en eventuele aantrekkelijke financiële regelingen zodat alle lerenden kunnen beschikken over geavanceerde leertechnologie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie