Wat zijn mogelijke verklaringen van ‘Zoom-vermoeidheid’?

Tot begin 2020 maakten de meeste mensen geen of sporadisch gebruik van videoconferencing. Sinds COVID-19 maken we zo intensief gebruik van synchroon online communiceren dat ‘Zoomen’ zelfs een apart werkwoord is geworden. Voor de pandemie maakten 10 miljoen gebruikers gebruik van Zoom. In april 2020 waren dat er 300 miljoen. Tegelijkertijd klaagt ook menigeen over ‘Zoom-vermoeidheid’ (“Zoom Fatigue“). Jeremy N. Bailenson probeert in Nonverbal Overload: A Theoretical Argument for the Causes of Zoom Fatigue te verklaren waardoor deze vermoeidheid veroorzaakt wordt.

Bailenson baseert zich hierbij op diverse theorieën. Gedegen onderzoek moet nog worden uitgevoerd. Volgens hem kunnen de volgende factoren leiden tot Zoom Fatigue:

  1. We staren elkaar van korte afstand aan. Normaal gesproken doen we dat alleen bij mensen die we goed kennen. Bij videoconferencing kijk je ook betrekkelijk onbekenden van korte afstand aan. Aangestaard worden tijdens het spreken veroorzaakt fysiologische spanning. Tijdens face-to-face gesprekken kijk je sprekers nooit de hele tijd recht in het gezicht. Alle deelnemers hebben non-stop frontaal zicht op alle andere mensen.
  2. Bij Zoom is non-verbaal gedrag complex. Gebruikers moeten harder werken om signalen te verzenden en te ontvangen. Gebruikers worden gedwongen hun non-verbale gedrag bewust te controleren en opzettelijk signalen te geven aan anderen. Je hebt bijvoorbeeld de neiging harder te praten. Het voelt onnatuurlijk als je de ander de hele tijd aankijkt. Verder beschik je over minder non-verbale signalen omdat je alleen de hoofden van deelnemers ziet. De non-verbale signalen, waarover je wel beschikt, hebben dan meer impact. Daarnaast wordt communicatie via audio moeilijker naarmate meer mensen deelnemen aan een sessie. Het meer complexe non-verbale gedrag leidt tot een grotere cognitieve belasting.
  3. Je bent de hele tijd bezig jezelf te evalueren als je jezelf de hele tijd in beeld ziet. Stel je voor dat je op je werk de hele tijd in een spiegel zit te kijken. Deze vorm van zelfevaluatie kan leiden tot spanningen. Onderzoek laat zien dat vrouwen daar meer last van hebben dan mannen. Dergelijk onderzoek is overigens uitgevoerd tijdens kort durende online sessies. Tijdens de pandemie komt dergelijke zelfevaluatie veel intensiever voor.
  4. Bij videoconferencing zitten gebruikers vast in een kleine ruimte, meestal zittend achter een computer. Bij face-to-face bijeenkomsten, en ook aan de telefoon, bewegen we meer. Je loopt naar een andere ruimte, je pakt een glas water, gaat naar een whiteboard. Je bent geneigd minder te bewegen als je achter een computer zit.

Een aantal van deze factoren is meer hanteerbaar te maken door software anders te ontwerpen. Je zou ook vaker de telefoon kunnen gebruiken. Maar wellicht overleggen we ook wel te veel. Zeker binnen het onderwijs kan het aantal live online sessies worden verminderd door meer gebruik te maken van een combinatie van synchroon en asynchroon online leren, indien fysiek onderwijs niet mogelijk is.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *