Moeten scholen fors investeren in klaslokalen met meerdere beeldschermen?

Het is bijzonder lastig om simultaan onderwijs op een goede manier te verzorgen zonder investeringen in nieuwe technologie. Het is echter de vraag of scholen daartoe op grote schaal moeten overgaan.

Bob Wudeck stelt in eSchool News dat simultaan onderwijs -onderwijs waarbij de helft van de lerenden face-to-face en de andere helft van de lerenden live online deelnemen aan een les- tijdens de huidige pandemie flexibiliteit en vrijheid biedt. Volgens Wudeck vraagt dit echter om een investering in andere technologie zoals meerdere grote schermen, waarop de docent de online lerenden goed kan zien, en camera’s die de docent goed in beeld brengen.

Wudeck verwijst naar een studie uit januari 2020 waaruit zou blijken dat de betrokkenheid van lerenden en de intrinsieke motivatie gebaat zijn bij meerdere schermen en bij technologie die samenwerking faciliteert. Volgens Wudeck laat de studie zien dat de technologische opstelling het meer natuurlijk en eenvoudig maakte voor docenten om les te geven en om lerenden bij het onderwijs te betrekken. In de studie zagen docenten volgens Wudeck vier lerenden op één beeldscherm. Docenten zag volgens hem reacties en ook of lerenden uitleg hadden begrepen door de klas in te kijken. Docenten hoefden de voortgang van de les niet te onderbreken omdat zij onhandig voorover naar de laptop moesten buigen om online lerenden te zien en te horen.

Verder hadden docenten de beschikking over een dashboard waarmee zij content konden delen via beeldschermen, aantekeningen konden maken, peilingen en quizzen konden inzetten, en ook op andere manieren konden zorgen voor interactie en betrokkenheid.

Wudeck benadrukt in zijn bijdrage het belang van “effortless experience for both teachers and students”. Volgens hem is de technologie de laatste jaren een stuk goedkoper geworden, en daarmee toegankelijker. Hij doelt daarbij op interactive flat panels (IFP). In de rest van deze bijdrage gaat de auteur vrij uitvoerig in op de technologische aspecten van IFP’s en noodzakelijke andere apparatuur.

Hij concludeert:

The hybrid-remote model is undoubtedly challenging, but with multiscreen technology to support virtual learning, it can be a great opportunity. After all, school isn’t just a building. It’s where people interact to learn concepts — and that can be done anywhere, if given the right tools.

Mijn opmerkingen

Wudeck legt de nadruk op de noodzakelijke technologie, en niet op didactiek van simultaan onderwijs. Dat is niet verbazingwekkend aangezien hij senior director business development is van BenQ, één van de leveranciers van IFP’s “wij van WC-eend…”). Verder baseert hij zijn bijdrage op een Vlaamse studie met één docent en veertien leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Dat is nogal beperkt! In eSchoolNews spreekt hij van ‘docenten’. Het ging echter om slechts één docent.

Ik heb de studie zelf ook gelezen. De onderzoekers van de KU Leuven concluderen dat simultaan onderwijs -wat zij de synchroon hybride virtuele klas noemen- veel flexibiliteit biedt (leer je liever online of in de klas?). Bovendien kan samenwerking tussen en verbinding met online en face-to-face lerenden leiden tot rijke leerervaringen.

Maar zij stellen ook dat deze manier van onderwijs geven de nodige ‘uitdagingen’ kent als het gaat om organisatie, didactiek en betrokkenheid. Het gebruik van online quizzen bij simultaan onderwijs blijkt wel positief van invloed op de motivatie. Online quizzen leiden in deze beperkte studie ook tot goede resultaten (afgaande op formatieve tests). Verder is er echter amper onderzoek gedaan naar de effecten van simultaan onderwijs. Bovendien is het de vraag of in deze studie ook geen sprake is van het “novelty effect”, dat op termijn wegebt.

De onderzoekers pleiten dan ook voor meer onderzoek naar het effect van verschillende didactische scenario’s. Daarbij zou uitgebreider gekeken moeten worden naar de vraag hoe de ervaring van lerenden op afstand in de simultane setting kan worden verrijkt door middel van educatieve interventies zoals samenwerking in online breakout-sessies tussen F2F-lerenden en online lerenden op afstand.

Voorop staat wat mij betreft de vraag wat de toegevoegde waarde is van simultaan onderwijs ten opzichte van alternatieven. Als een deel van de lerenden echt niet in staat is leeractiviteiten face-to-face bij te wonen, dan is simultaan onderwijs een optie. Ik kan me dan ook voorstellen dat je als onderwijsinstelling beschikt over één ruimte met geavanceerd technologie voor deze aanpak.

Normaliter liggen vormen van blended learning m.i. meer voor de hand, zelfs tijdens de coronacrisis. Je kunt lerenden bijvoorbeeld asynchroon online laten leren, en twee keer dezelfde face-to-face sessie op school faciliteren.

Vraag je daarom af welke redenen je hebt om te kiezen voor simultaan onderwijs en niet voor vormen van blended learning? Wegen de voordelen van simultaan onderwijs op tegen de beperkingen, en de investering in passende dure technologie?

Technologische randvoorwaarden zijn belangrijk, een krachtige didactiek is essentieel. Er zal m.i. eerst meer onderzoek gedaan moeten worden naar de effecten en toegevoegde waarde van simultaan onderwijs, voordat grootschalige investeringen in “multiscreen classrooms” gerechtvaardigd zijn.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *