Als je je wilt verdiepen in blended en online learning, dan hoef je je deze dagen niet te vervelen. In deze blogpost vat ik een aantal recente publicaties over dit onderwerp samen, op basis waarvan je zelf kunt kiezen welke je uitgebreider wilt bestuderen.
Welke factoren dragen bij aan effectief online en blended onderwijs? (Samenvatting, PDF)
Op verzoek van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam hebben een aantal onderzoekers van deze universiteit een overzichtsstudie samengesteld van 29 recente wetenschappelijke artikelen. Zij vatten samen welke factoren van invloed zijn op de effectiviteit van online en blended hoger onderwijs. Op basis van deze studie onderscheiden zij vier factoren:
- De cursus (leerdoelen, ontwerp). Het gaat hierbij om een goed doordacht ontwerp en structuur, en om een sterk gevoel van verbondenheid
- Studenten (motivatie, bekwaamheden, overtuigingen). Zelfregulering en digitale geletterdheid zijn zeer belangrijk.
- Docenten (motivatie, bekwaamheden, overtuigingen). Docenten vervullen verschillende rollen. Professionalisering, waarbij docenten ook samen leren en ontwikkelen, is van groot belang om docenten voor te bereiden op verschillende rollen.
- Instelling (organisatiecontext kan online en blended learning belemmeren of bevorderen). Hierbij wordt gekeken naar de implementatiestrategie.
Essays Symposium Hoger Onderwijs
Op 15 januari j.l. heeft de NRO een symposium over nieuwe richtingen na de pandemie georganiseerd. Zij hebben verschillende deskundigen gevraagd rond vijf thema’s essays te schrijven.
Vier essays gaan over communityvorming bij blended learning. Jolien Dopmeijer wijst bijvoorbeeld op het belang van verbondenheid voor het voorkomen van uitval en voor het welzijn van studenten. Online en blended learning leiden bij veel studenten tot gevoelens van eenzaamheid en verlies van motivatie. ‘Dialogisch werken’ kan dit volgens haar helpen voorkomen. Een warme, open en positieve docent-student relatie en een docent die beschikbaar is voor (hulp)vragen, zijn ook belangrijk. Rooster ook tijd waarin studenten met elkaar kunnen studeren. Faciliteer online ontmoeten.
Rutger Kappe heeft met zijn lectoraat vijf recente studies uitgevoerd naar verbondenheid (twee vóór en drie tijdens corona). Hij concludeert dat de coronacrisis ondubbelzinnig het belang van sociale- en academische integratie en fysiek contact heeft laten zien. Studeren is zoveel meer dan een diploma behalen: “ergens bij horen, nieuwe vrienden maken, socialiseren. Kennis en cognitie blijven uiteraard van belang, maar zonder het gevoel ergens bij te horen komen welzijn, actieve betrokkenheid, maar ook die hogere cognitieve vaardigheden en studieprestaties, in het geding. Een “sense of community” is van belang om elkaar te ondersteunen, inspireren en intellectueel te voeden.” Het essay van Marca Wolfensberger is in lijn met Kappe’s essay. Zij formuleert ook enkele aanbevelingen voor post-coronaonderwijs.
Liedeke Plate besteedt aandacht aan een inclusieve en veilige leeromgeving waarbinnen studenten uit verschillende landen en culturen met elkaar studeren. Volgens haar kunnen we daarbij het nodige leren van onderzoek naar samenwerking binnen het internationale bedrijfsleven. Zij stelt dat het belangrijk is veel met elkaar te praten en te brainstormen “over onze uitgangspunten en visie en onze ervaringen met wat wel en niet werkt, en daarnaast ons blijven buigen over de kwestie hoe we een inclusieve campus kunnen creëren, op locatie en online, waarbij iedereen, niet in het minst de studenten zelf, wordt betrokken. Zonder studenten heeft zo’n gesprek over inclusiviteit geen zin.”
Drie essays hebben betrekking op het ontwerpen van blended onderwijs. Marcel van der Klink onderscheidt bijvoorbeeld drie ontwerpscenario’s: Low, medium en high impact blended learning. Wat vragen deze scenario’s van de docent? Wat is nodig aan professionalisering en ondersteuning? Wat zijn de voor- en nadelen van deze scenario’s?
Barend Last kadert het concept Blended Learning in en bespreekt “aspecten die van belang zijn voor een gedegen en duurzaam onderwijsontwerp, met name gericht op het optimaal benutten van zowel de fysieke als de online leeromgeving”. Volgens Barend begint elk onderwijsontwerp met een heldere visie die is uitgewerkt in theoretische leer- en ontwerpprincipes. Deze principes geven dan richting geven bij didactische keuzes in het ontwerpproces. Hij stelt o.a.: “Het transformeren van fysieke leeractiviteiten naar blended of online zonder deze fundamentele aspecten te expliciteren, leidt tot cursussen en programma’s die leerprocessen suboptimaal faciliteren. Dat is één van de belangrijkste constateringen rondom het onderwijs ten tijde van de COVID-19 pandemie. Wanneer in de toekomst slechts de substitutie van fysieke leeractiviteiten naar online doorzet, zal de kwaliteit van onderwijs dalen en de potentie van BL nooit ten volste benut worden.”
Fleur Prinsen houdt een pleidooi voor niet meer maar voor beter gebruik van educatieve technologie in het onderwijs, na de coronacrisis. Stop met het vergelijken van online en face-to-face onderwijs, schrijft Fleur. Zij bespreekt onder andere ook een aantal zaken “waarop gelet kan worden bij het ontwerpen van digitale leerarrangementen” (o.a. het geven van online instructie, rekening houden met relevante student-kenmerken online of het creëren van een positief en inclusief online/blended leerklimaat). Verder besteedt Fleur aandacht aan de samenwerking van docenten en technologie.
Een derde thema, waarbinnen ook drie essays passen, is Toetsen op afstand en monitoren van de studievoortgang. In Toetsen op afstand vereist een doordacht onderwijsontwerp gaat Desirée Joosten-ten Brinke in op “de summatieve en formatieve functies van toetsen in het onderwijs en de manier waarop deze functies een rol spelen in het nadenken over toetsen op afstand en het monitoren van studievoortgang.” Volgens Desirée heeft de coronacrisis expliciet gemaakt dat we voor grote problemen kunnen komen te staat indien we beslissingen over studenten willen nemen, uitsluitend op basis van toetsen die aan het einde van een onderwijsperiode worden afgenomen. “Het ineens aanpassen van een toetsvorm naar een toetsvorm die thuis zonder toezicht afgenomen kan worden én nog aansluit bij de leerdoelen is niet altijd mogelijk.” Je zou verspreid over het jaar informatie moeten verzamelen over de vraag of studenten de leerstof beheersen.
De twee andere essays binnen dit thema zijn:
- Plaats- en tijdonafhankelijk toetsen door Sharon Klinkenberg.
- Online formatief toetsen: valkuilen en kansen door Kim Schildkamp.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Fijn dat je deze publicaties over blended en online learning bij elkaar hebt gezet. Er is zoveel informatie te vinden, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet.
Wil je even kijken naar de link naar het pleidooi van Fleur Prinsen. Deze werkt niet. Ook naar dit artikel ben ik zeer benieuwd.
Is aangepast.