Negen manieren om betrokkenheid van lerenden bij online leren te bevorderen

Er komt best wel wat kijken bij het bevorderen van betrokkenheid van lerenden bij online leren. Volgens Terry Heick zijn er negen principes en strategieën die je kunt toepassen om lerenden meer te betrekken bij online leren.

Betrokkenheid, engagement, is net als motivatie een complex fenomeen bij leren, opleiden en onderwijs. Lerenden die betrokken zijn, werken hard. Dit is geen garantie voor succesvol leren, maar meestal toch ‘best belangrijk’. Heick bespreekt in 9 Principles Of Student Engagement In A Virtual Classroom hoe je betrokkenheid kunt bevorderen. In de titel van de bijdrage wordt gesproken over ‘virtual classroom’. Het is niet duidelijk of de auteur hiermee doelt op een ‘virtuele klas’ of op online leren in het algemeen.

De principes en strategieën van Heick zijn in elk geval:

1. Pas didactische aanpakken toe die van elke lerende, elke dag, actief leren en een actieve deelname vereisen.

Volgens Weick wordt de betrokkenheid van lerenden bij online leren sterk bepaald door het ontwerp van de leeractiviteiten. Dit ontwerp is ook afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen die de leertechnologieën bieden. Duidelijke leerdoelen, slimme modellen voor leren, eenvoudige manieren van beoordelen en mogelijkheden om opnieuw te leren en meer te leren zijn in het algemeen allemaal kenmerken van goed doceren en leren. Dit geldt ook voor online leren. ‘Actief leren’ is uiteraard niet alleen van belang voor het bevorderen van betrokkenheid, maar ook voor effectief leren. Zie ook Laat de leerstof actief verwerken met leertechnologie (Wijze Lessen)
 en Voorbeelden van online activerende werkvormen.

2. Erken dat verschillende mensen hetzelfde doen om verschillende redenen.

Lerenden zijn niet anders. Niet elke lerende zal door hetzelfde worden gemotiveerd. Je zult dus verschillende manieren moeten inzetten om lerenden te motiveren en betrokkenheid te bevorderen.

3. Gebruik ‘rollen’ als ontwerpelement bij het ontwerpen van lessen en leereenheden.

Als lerenden ‘rollen’ aan nemen kan dit ook het klimaat in de klas en het groepswerk verbeteren. Weick doelt hierbij bijvoorbeeld niet alleen op een voorzitter of verslaggever van een subgroep, maar bijvoorbeeld ook op de rol van historicus, kunstenaar of wetenschapper bij probleemgestuurd leren. Door lerenden een bepaalde rol aan te laten nemen, krijgen ze ook een bepaalde mate van verantwoordelijkheid.

4. Help lerenden om hun leeromgeving zodanig in te richten dat sprake is van zo min mogelijk afleiding.

Bij face-to-face onderwijs heb je als school en docent veel grip op de inrichting van de leerruimte. Bij online leren op afstand verschilt de leeromgeving van lerenden sterk. In de documentaire ‘Klassen’ werd dat m.i. pijnlijk duidelijk. Ondersteun lerenden bij het inrichten van een ruimte zonder afleiding. Deze afleiding is er in verschillende vormen, zoals lawaai, voetgangersverkeer, broers en zussen, geuren van het koken van voedsel en visuele aandachttrekkers, zoals bouwwerkzaamheden die je vanuit je raam ziet. Stimuleer ook dat lerenden schooltijd en hun privétijd scheiden. Bij voorkeur beschikken lerenden over een aparte leeromgeving en een ‘speelomgeving’, al is dit sterk afhankelijk van de thuissituatie (o.a. inkomen van ouders). Geef tips en goede voorbeelden.

5. Zorg voor structuur zonder inflexibel te zijn.

De structuur van online lessen bepaalt voor een groot deel het succes ervan. Factoren, zoals communicatie, tijdmanagement en het plannen van lessen, moeten volgens Heick passen bij de unieke behoeften de online klas en de lerenden. Door middel van een vragenlijst kun je wensen en verwachtingen in kaart brengen. Je krijgt daardoor waardevolle feedback en inzicht, en je bevordert verantwoordelijkheid. Je illustreert ook dat je openstaat voor hun behoeften.

6. Bevorder samenwerking

Bij online leren op afstand hebben lerenden vaak minder sociale contacten. Dit kan leiden tot negatieve gevolgen zoals gevoelens van geïsoleerd zijn, rusteloosheid, of een gebrek aan motivatie of interesse. Dit kun je (deels) ondervangen door lerenden aan te moedigen om met elkaar samen te werken, zowel tijdens online lessen als tussendoor.

7. Betrek elke lerende er minstens één keer per dag bij.

Bij live online leren met een grotere groep lerenden, is het lastig om elke individuele lerende in het oog te houden. Bovendien staan camera’s niet altijd aan. Houd daarom bij hoe lerenden participeren. Tijdens fysieke bijeenkomsten kun je reageren op gedrag van lerenden. Bij online leren moet je meer pro-actief zijn. Dat kan bijvoorbeeld door lerenden at random vragen te stellen (bijvoorbeeld door namen uit een pot te trekken). Of door persoonlijk contact te zoeken met lerenden tussen online sessies door. Daar komt bij dat scholen ook moeten bewaken of lerenden wel over geschikte voorzieningen beschikken.

8. Gebruik krachtige technologie.

Krachtige en gebruikersvriendelijke technologie bevorderen betrokkenheid op zich natuurlijk niet. Deze technologie is wel voorwaardelijk voor het realiseren van goede leerervaringen. Maak gebruik van wat er beschikbaar is. Overigens gaat het bij interacties uiteraard niet alleen om technologie. Zij interacteren met elkaar, met content en met mensen om hen heen thuis terwijl ze proberen deel te nemen aan de virtuele klas.

9. Ben beschikbaar, bijvoorbeeld via online kantooruren.

Online leren op afstand is mede uitdagend omdat communicatie vaak minder soepel verloopt. Lerenden stellen vragen, en moeten vervolgens wachten op antwoorden. Dat kan behoorlijk frustrerend werken. Zorg er voor dat je beschikbaar bent, bijvoorbeeld via een online spreekuur via Teams of door lerenden de mogelijkheid te geven om korte online afspraken te maken voor het beantwoorden van gemakkelijk te beantwoorden vragen. Reserveer blokken waarvoor lerenden zich kunnen inschrijven.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *