Is het gebruik van social software tijdens een vergadering wel normaal?

Een herkenbare blog post van Danah Boyd over het gebruik van nieuwe technologieën tijdens een congres (met dank aan Janet Clarey). Boyd beschrijft hoe intensief zij internettechnologie gebruikt terwijl zij een congres bezoekt. Vervolgens krijgt zij een uitbrander van een medecongresganger die haar verwijt geen aandacht te hebben voor de sprekers.

Boyd geeft toe dat haar aandacht niet altijd bij de sprekers was. Tegelijkertijd illustreert zij hoe je dankzij Wikipedia, Twitter en Babelfish een 'traditioneel' congres kunt versterken. Bovendien, schrijft, Boyd, afdwalen tijdens een inleiding is van alle tijden.


Daydreaming and sketching (aka "taking notes") are not particularly new practices. Now the daydreamer might just be blogging instead.


Boyd bekritiseert degenen met een negatieve perceptie van internetgebruik tijdens congressen en vergaderingen. Zij vindt dit een verkeerde benadering. Het gebruik van social software gedurende dergelijke bijeenkomsten is volgens haar immers uiterst functioneel:


While I will fully admit that there are times when the only thing I have to contribute to such dialogue is snark, there are many more times when I really want clarifications, a quick question answered, or the ability to ask someone in the room to put the mic closer to the speaker without interrupting the speaker in the process.


Je mag schijnbaar wel een spreker onderbreken (terwijl je vooral wil laten merken dat jij veel te vertellen hebt), maar vragen stellen via Twitter is volgens velen 'not done', stelt zij.

Ik kan alleen maar met Danah Boyd instemmen. Sterker: ik let juist beter op als ik tijdens een presentatie Twitter. Het zijn mijn aantekeningen. En wat heb je liever: dat ik ga zitten klieren tijdens een saaie inleiding (of weg loop), of dat ik mijn feeds check?

Het draait hierbij inderdaad om affiniteit met web 2.0, perceptie van en attitude ten aanzien van het gebruik van social software. En dat zijn zaken die heel lastig te beïnvloeden zijn. Maar je mag toch op z'n minst verwachten dat adepten van nieuwe internettechnologieën niet met zo'n normatieve toon benaderd worden. Als jij er zelf niet voor kiest, gedoog de ander dan op z'n minst.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Hoi Wilfred,
    Heel herkenbaar verhaal. Ik wordt er regelmatig ook op aangesproken, terwijl ik dan bezig ben met aantekeningen te maken voor mijn weblog, via Wikipedia even snel iets opzoek, etc. En idd. als het even niet boeiend is, is de verleiding groot om even mail te checken, maar dagdromen is natuurlijk ook niet effectief.
    Ik probeer van te voren te melden (in klein gezelschap) dat ik aan het webloggen ben bijvoorbeeld. Achter mijn iPod Touch zit een wereld die de meeste anderen niet zien.
    Groetjes, Patrick

  2. Ik vind het een duaal iets. Langs de ene kant wil ik ook productief blijven tijdens nutteloze inleiding of saaie vergaderingen, maar aan de andere kant gebruiken deelnemers dit ook om zich te verstoppen achter hun pc en de indruk te geven druk, druk, druk bezig te zijn. Zeker op vergaderingen komt dit de debatcultuur niet ten goede.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *