Voortijdige uitval via learning design reduceren

Drop-out oftewel voortijdige uitval heeft vaak vele redenen. Nu online leren binnen het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en universitair onderwijs vaker wordt toegepast, bespeur je de angst dat dit ten koste kan gaan van meer voortijdige uitval. Via het ontwerp van je onderwijs kun je ‘drop-out’ echter helpen reduceren.

De publicatie Designing for Student Retention. The ICEBERG model and key design tips (pdf) van de Britse Open Universiteit uit 2015 gaat uitsluitend in op aspecten met betrekking tot het ontwerp van modules die van invloed zijn op voortijdige uitval.

De auteurs kijken daarbij uiteraard naar online leren, aangezien de Britse Open Universiteit voornamelijk online leren aanbiedt. De principes en tips zijn m.i. echter ook relevant voor andere onderwijsvormen, zoals diverse combinaties van online en face-to-face onderwijs.

Effective design for student retention involves a curriculum which is Integrated, Collaborative, Engaging, Balanced, Economical, Reflective and Gradual (ICEBERG).

  • Integrated. Dit principe heeft te maken met ‘constructive alignment’ tussen leeruitkomsten, wijze van beoordelen, activiteiten en ondersteunende materialen. Het gaat er ook om dat je voorkomt dat het leren zelf onnodig complex plaatsvindt doordat lerenden bijvoorbeeld vaak moeten wisselen van media of zich rot moeten zoeken naar te bestuderen bronnen.
  • Collaborative. Dit principe heeft te maken met betekenisvol samen werken en communiceren (gericht op verdiepend leren), maar ook op met elkaar ondersteunen bij het leren. De auteurs stellen dat lerenden niet altijd met elkaar samen werken, maar dat er wel degelijk sprake is van correlatie tussen “the amount of collaborative activity and student completion and pass on modules“. Het bieden van een duidelijke structuur en basisregels met betrekking tot ondersteuning zijn hierbij ook van belang.
  • Engaging. Hoe kun je bevorderen dat lerenden zich betrokken voelen en inzet tonen? Door relevante en betekenisvolle cases te gebruiken, door variatie in activiteiten, door docenten zichtbaar en toegankelijk te maken, door een enthousiaste toon, door lerenden te ondersteunen en door hen aan te spreken als autonome lerenden die hun eigen leren ook kunnen sturen.
  • Balanced. Het curriculum moet evenwichtig zijn samengesteld, de werkdruk moet gelijk gespreid zijn. Leer lerenden ook hoe zij effectief kunnen studeren, en hun leren kunnen organiseren en plannen. Maak duidelijk wat wekelijks van lerenden verwacht wordt.
  • Economical. Kunnen leerresultaten op een efficiënte manier worden behaald, zonder dat lerenden veel extra materiaal moeten bestuderen dat niet belangrijk is voor het behalen van de beoogde leerresultaten? Wat is betekenisvol voor lerenden, en noodzakelijk voor een succesvolle afronding van de module? Prioriteer de belangrijkste concepten en resultaten. Zorg dat de leerinhoud duidelijk  gekoppeld is aan de leer- en beoordelingsdoelen.
  • Reflective. Lerenden zijn in staat en in de gelegenheid om na te denken over hun voortgang en ontwikkeling. Leerinhouden, zoals samenvattingen en voortgangstests, helpen lerenden om te reflecteren op het geleerde en geven lerenden ook feedback. Lerenden hebben hier ook gelegenheid voor, voordat zij uiteindelijk beoordeeld worden.
  • Gradual. Dit principe heeft te maken met een toenemende complexiteit die is ingebouwd in de opbouw en inhoud van de module. Lerenden worden niet overdonderd door de mate van complexiteit. Leertaken zijn er ook op gericht dat lerenden vertrouwen krijgen in eigen kunnen. Bouw begeleiding geleidelijk af, waarbij lerenden steeds op een volgend niveau terecht komen.

Verder formuleren de auteurs tien tips:

  1. Investeer vroeg in de module in de betrokkenheid van lerenden. Zorg ervoor dat zij al in de eerste twee weken aan de slag gaan met de leerinhoud. Houd de werkdruk met name in die weken beheersbaar.
  2. Analyseer wat de potentiële momenten tijdens een module zijn waar lerenden het risico lopen om uit te vallen. Hoe kun je dan lerenden ondersteunen om te voorkomen dat zij ‘struikelen’? Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om complexe concepten of lastige taken die moeten worden uitgevoerd.
  3. Monitor de studielast tijdens het ontwikkelen van de module en voer een eindcheck uit voordat de module gebruikt gaat worden door lerenden.
  4. Zorg ervoor dat alle materialen, middelen en media gemakkelijk toegankelijk zijn voor lerenden en minimaliseer de complexiteit van het gebruik.
  5. Splits modules effectief op in brokken van beperkte omvang en verken hoe je lerenden kunt belonen als zij zo’n brokje hebben afgerond (bijvoorbeeld middels een digitale badge).
  6. Bouw voldoende mogelijkheden in voor zelfbeoordeling en formatieve evaluatie.
  7. Maak de beoordeling relevant, interessant, uitdagend en misschien zelfs leuk.
  8. Zorg ervoor dat de studieplanner per week is opgesplitst.
  9. Bevorder de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van leren, reviseren en zelfbeoordeling voor de gehele module en opleiding.
  10. Bouw voldoende reflectie- en revisietijd in om lerenden in staat te stellen hun leerproces te verstevigen en zich voor te bereiden op het beoordelen.

Je kunt leertechnologie op verschillende manieren gebruiken om deze principes en tips te faciliteren. Leertechnologie is bij uitstek geschikt om leerinhouden duidelijk te structureren (onderscheid maken tussen de kern en additioneel materiaal), en helder te maken wat je van lerenden verwacht. Veel leeromgevingen bevatten bijvoorbeeld ook een digitale studieplanner. Je kunt ook aparte modules beschikbaar stellen over effectief studeren.

Leertechnologie kan ook worden gebruikt om lerenden online te begeleiden. Eén van de voorbeelden is dat je lerenden automatisch notificeert als men de eerste twee weken van de module nog geen leeractiviteit heeft uitgevoerd. Deze vorm van ‘nudging’ kan effectief zijn, mits lerenden terecht een ‘por’ krijgen en als de ’tone of voice’ respectvol en zorgvuldig is.

Verder kun je uiteraard leertechnologie gebruiken om engagement en studiebelasting te meten, of om lerenden na te laten denken over hun voortgang middels onder andere formatieve evaluaties.

Leertechnologieën zouden wel zeer intuïtief in gebruik moeten zijn. Zorg ook voor een balans in variëteit in activiteiten en overdaad aan applicaties en interacties.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *