Verleden week verscheen het SURF-paper (pdf) over een nationale aanpak van open badges in het onderwijs. SURF kiest hierin voornamelijk voor een formele benadering van open badges. Je kunt echter ook een heel andere benadering kiezen, die badges niet gelijkstelt aan mini-certificaten.
SURF positioneert open badges als digitale certificaten waarmee je aantoont over bepaalde kennis en vaardigheden te beschikken. Zij ontwikkelen een infrastructuur die Nederlandse onderwijsinstellingen in staat stellen ‘edubadges’ uit te geven. Deze edubadges maken kennis en vaardigheden transparant en moeten flexibel overstappen naar een andere onderwijsinstelling vergemakkelijken.
Edubadges maken daarmee ‘microcredentialing’ mogelijk. Het onderwijs wordt in kleinere eenheden dan nu opgeknipt. Deze eenheden worden dan afgerond in de vorm van een microcrediet in de vorm van een badge. Volgens SURF kun je hiermee ook extra-curriculaire prestaties waarderen.
SURF’s infrastructuur wil deze aanpak standaardiseren, zorgen voor veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie. Zij benadrukken echter dat onderwijsinstellingen de vrijheid hebben om daarin eigen keuzes te maken. Persoonlijk vraag ik me af wat dit betekent. Kan een onderwijsinstelling beslissen om zelf badges uit te geven, maar geen vrijstellingen te verlenen op basis van badges die andere instellingen verlenen?
Sterk aan deze aanpak is de nationale aanpak waarin Nederland volgens SURF internationaal voorloopt. Tegelijkertijd loop je in tijden van globalisering daarmee ook letterlijk en figuurlijk tegen grenzen aan.
Open badges als waardevolle informatie
David Leaser van IBM kiest daarentegen voor een heel andere benadering. Hij meent zelfs dat de betekenis van open badges verloren gaat als je deze alleen gebruikt om kwalificaties zichtbaar te maken. Open badges zijn volgens hem niet hetzelfde als micro-certificaten. Leaser vindt deze benadering een voorbeeld van substitutie: we kijken naar innovatie door de lens van het verleden (denk aan de eerste auto die eruit zag als een koets zonder paarden).
Hij stelt dat open badges digitale representaties van informatie zijn. Badges zijn volgens hem middelen om mensen met mogelijkheden te verbinden. Het zijn uitingen van persoonlijke passies die door een bedrijf als IBM als belangrijk worden erkend.
Open Badges can — no, must – be leveraged to capture passions and interests, as well as achievements.
Daar komt bij dat open badges volgens Leaser informatie moeten bevatten over vaardigheden die buiten de traditionele manier van beoordelen vallen. Waarbij veel van deze vaardigheden ook echte ‘zakelijke’ waarde hebben. Daarnaast uit hij kritiek op initiatieven om badges sterk te standaardiseren en in aantal te beperken.
Because they are transparent and provide information about the activity, a person viewing a badge can instantly determine the value, unlike resumes which frequently contain falsehoods.
David Leaser adviseert om ‘credentials’ niet langer ‘badges’ te noemen. ‘Badges’ zijn een mechanisme om activiteiten te representeren en bruikbaar te maken. Hij pleit ook voor filtermogelijkheden voor badges en voor differentiatie.
By limiting Open Badges to a single use case (the representation of an assessed learning activity), we miss the tremendous value they can bring in improving the lives of the disenfranchised and disadvantaged. And we miss the opportunity to connect people to great careers and opportunities.
Mijn opmerkingen
Ik heb badges altijd beschouwd als representaties van afgeronde leereenheden, en als blijk van waardering voor de ontwikkeling van competenties die je binnen verschillende vakken/projecten ontwikkelt. Daarbij is het m.i. ook mogelijk om deze competenties buiten het onderwijs te ontwikkelen (ik denk bijvoorbeeld aan kunnen organiseren).
Open badges kunnen echter ook worden gebruikt om passies te waarderen. Ze zeggen dan iets over jou als persoon. En ze worden gewaardeerd door organisaties die een belangrijke maatschappelijke positie innemen. Dat is zeker belangrijk als je op zoek gaat naar werk.
Open badges hebben vrij weinig toegevoegde waarde als zij alleen worden gebruikt om het afronden van leereenheden te waarderen. De Open Universiteit heeft bijvoorbeeld ook al gecertificeerde programma’s van 1-3 EC.
Verder is het ook wel bizar dat een nationale aanpak noodzakelijk is om flexibel overstappen naar een andere onderwijsinstelling mogelijk te maken. Een certificaat van universiteit A zou toch automatisch gewaardeerd moeten worden door universiteit B? Of vertrouwen we ons eigen kwaliteitszorgsysteem niet?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hoi Wilfred!
Ik ben bang dat je niet volledig geïnformeerd bent. De aanpak van SURF is wel degelijk ook gericht op de informele kant, er zijn 2 typen badges aan te maken, met verschillende sets metadata. Formeel, met o.a. ECs en informeel, voor onderwijs of activiteiten waaraan geen ECs gekoppeld zijn. De publicatie waaraan je refereert richt zich op de formele kant.
Ik ben het eens met David; het is zonde om je enkel te richten op formele microcredentials, met open badges kan immers veel meer! Lang verhaal kort; volgens mij doet SURF beide en zit juist daarin de kracht van dit project, er is plek voor formele en informele badges. Wel is het zo dat -wanneer we de formele kant goed willen organiseren- we landelijk afspraken moeten maken over de invulling daarvan. Het is van belang dat bijvoorbeeld VH en VSNU, maar ook OCW en DUO samen een gedragen, betekenisvolle invulling geven aan dit fenomeen. Kortgeleden is hiertoe op initiatief van het versnellingsteam flexibilisering een werkgroep opgericht.
Mag ik je uitnodigen voor de eerstvolgende bijeenkomst bij SURF? Ik informeer je graag over de laatste stand van zaken.
Groet,
Paul den Hertog
Aanvoerder versnellingsteam flexibilisering
Dag Paul,
Ik baseer me op het paper van SURF. De focus ligt daarin toch zeker op badges als mini-certificaten. MNooi als de aanpak van SURF zich op meer richt. Maar dan zou ik daar ook over communiceren. Verzorgen jullie ook een sessie tijdens de OWD? Ik ben trouwens ook de komende maanden zeker 2 dagen per week bij de HvA (faculteit Techniek).
Beste Wilfred,
Bedankt voor je reactie op ons artikel, interessante reflectie! Wat Paul aangeeft klopt inderdaad: onze infrastructuur ondersteunt beide toepassingsgebieden, dat wil zeggen het uitgeven van badges zowel in een formele als in een informele context. In ons artikel refereren we hieraan als we schrijven dat de instelling bij de uitgifte van edubadges alle keuzevrijheid heeft (argument nr. 3).
Op de Onderwijsdagen staan twee sessies over dit thema gepland:
– Enkele instellingen die aan de huidige pilot deelnemen, lichten in een sessie toe hoe zij met edubadges aan de slag zijn gegaan, plus wij geven een kleine demo vanuit SURF.
– We hebben Rick West als featured speaker uitgenodigd. Rick is associate professor aan de Brigham Young University in de V.S. en doet veel onderzoek naar de toepassing van badges in het hoger onderwijs. Hij heeft ook onderzoek gedaan bij de studenten die in het kader van onze huidige pilot hier in Nederland edubadges hebben ontvangen.
Van harte welkom! We hopen je daar te zien en praten graag verder.
Vriendelijke groet,
Janina van Hees, SURFnet
Dag Wilfred,
Het klopt dat de notitie zich primair richt op de nationale aanpak, maar niet uitsluitend.
“Edubadges kunnen ook buiten het formele opleidingsprogramma worden ingezet als certificaten voor bepaalde prestaties. Denk bijvoorbeeld aan een cursus presentatievaardigheden of deelname aan een Honours programma.”
Bij de OWD zal zeker eea te beleven zijn rondom dit thema. Leuk om te lezen dat je aan de slag bent bij HvA-FT, we spreken elkaar ongetwijfeld snel.
Hartelijke groet,
Paul
Dank voor je reactie, Janina. Vreemd genoeg was deze in de spammap terecht gekomen. Ik zal zeker een sessie gaan bijwonen. Ik kan nu natuurlijk moeilijk anders 😉
Dag Wilfred,
Dank voor deze waardevolle bijdrage. Open badges krijgen inderdaad steeds meer aandacht. Zoals met veel technologieën kunnen met open badges veranderingen ingezet worden, zowel in als buiten het onderwijs. Met edubadges geeft SURF volgens mij in eerste instantie invulling aan de wens (en ook opdracht) om bij te dragen aan meer flexibilisering binnen het (hoger) onderwijs.
De vergelijking die David Leaser en jij maken met de begintijd van de auto is in die zin relevant dat betrokkenen zich daarbij nu ook realiseren dat dit nog maar het begin is. David Leaser komt in zijn artikel met die constatering en vergelijking na jaren het anders te hebben gedaan bij IBM. Hij keek in het begin door een andere lens dan nu het geval is. Dat lijkt mij een natuurlijk proces. Net als het proces dat binnen het formele onderwijs nu plaats vindt. Mijn indruk is juist dat SURF met edubadges laat zien een aanjager van innovatie te zijn en zij zoekt daarbij ook nadrukkelijk de samenwerking met organisaties buiten de ‘muren’ van het onderwijs. Om zo alle vormen van leren zichtbaar te maken. Dat is denk ik de extra opdracht die ze zichzelf hebben gegeven.
Juist omdat die ‘motor’ hiervoor buiten het onderwijs te vinden is. Daar moeten ook de kartrekkers gevonden worden, in de vorm van (semi) overheid en bijvoorbeeld werkgevers. In een regionaal ecosysteem kan dan succesvol met open badges gewerkt worden. In Oss en Breda bijvoorbeeld worden er na een succesvolle open badges pilot een vervolg hierop ingezet om zowel erkenning te geven voor wat is geleerd in het verleden (praktijkverklaring bijvoorbeeld), maar ook om op basis van hobbies en interesses een ‘sign post’ als badge te kunnen claimen waarmee mensen een grotere eigenwaarde krijgen en dit ook van maatschappelijke waarde kunnen laten zijn.
Overigens is die samenwerking buiten het onderwijs is op het gebied van technologie al vanaf de start van het edubadges project gaande. Komende week is SURF weer present op de ePIC conferentie in Lille om kennis te delen en aandacht te vragen voor bijvoorbeeld self signed badges, specifieke metadata voor Europa en een gemeenschappelijke infrastructuur (zoals een datakluis met Solid bijvoorbeeld?).
David Leaser heeft de ‘luxe’ om als early adopter ons mee te nemen in waar het met open badges naar toe kan gaan. Zoals dat open badges niet gelijk zijn aan micro-credentials en ze ook een leer- of werkkans kunnen bieden voor iemand. Hij deelt deze mening nu met vele anderen, zoals bijvoorbeeld Wayne Skipper, Doug Belshaw, Nate Otto en Serge Ravet. Maar dus ook met die van SURF en vele anderen in Nederland. Waar open badges over een paar jaar staan, hangt af van veel factoren. Van belang is dat we voorkomen dat er nieuwe silos en instituten ontstaan waardoor een individu weer door allemaal hoepels moet springen om te laten zien wat hij/zij kan. Waarmee we weer aan de oorsprong van het ontstaan van open badges zijn aangekomen.
Een goede gezamenlijke infrastructuur en aansluiten bij hoe (alle vormen van) leren gebeurt kan daar bij helpen. Want leren gebeurt altijd en overal.
Beste Wilfred, met name jouw laatste vraag of we ons eigen kwaliteitssysteem niet vertrouwen deed me denken aan de problemen bij de ontwikkeling rondom het ervaringscertificaat, waarbij mensen de kans hebben het geleerde (obv (werk)ervaringen) te laten waarderen op een manier die bij onderwijs ‘past’, leidde tot dezelfde vertrouwenskwesties tussen instellingen in het hbo (volgens mij is het bij universiteiten nooit aangedurfd om deze gesprekken aan te gaan). Het lijkt me zeer wenselijk dat juist daaraan in de ontwikkelingen mbt badges/credentialing aandacht aan wordt besteed. Anders is een gedeeld systeem sws een utopie. En ik kan me ook voorstellen dat ontwikkelingen rondom open online onderwijs tot vergelijkbare discussies leidt. Hoe zie jij dat?
De laatste zin hierboven heeft voor mij dan nog een toevoeging nodig.
Want als leren overal en altijd gebeurt, waarom dan niet het (h)erkennen van dat leren mogelijk maken? Met open badges hebben we een vlot om aan de overkant te komen en die open vormen van erkenning mogelijk te maken.
Met vriendelijke groet,
Gerard Pruim
Je ziet wel dat onderwijsinstellingen die bijvoorbeeld online cursussen via edX aanbieden, besluiten elkaars certificaten te erkennen. Ik vraag me af of dit onderwerp bij aanbieders van online learning een rol speelt. Daar heb je vaak te maken met aanbod van kleinere omvang. Bij aanbieders van online opleidingen speelt deze discussie volgens mij ook.