Gevolgen van technologische ontwikkelingen op arbeid en arbeidsmarktbeleid (inclusief L&D)

Een tijdje geleden heeft het Word Economic Forum het lijvige The Future of Jobs Report 2018 gepubliceerd. Naar aanleiding van dit uitgebreide rapport zijn ook een aantal meer handzame artikelen over de thematiek verschenen.

Het eerste artikel beschrijft hoe arbeid verandert, en wat dat betekent voor strategieën van bedrijven en overheden. Het Word Economic Forum voorspelt dat machines en algoritmes veel van de huidige taken van mensen zullen overnemen. Tegelijkertijd zal de Vierde Industriële Revolutie de komende jaren voor 58 miljoen banen meer zorgen.

Het lijstje banen dat zal verminderen bevat banen op MBO-niveau (zoals administratieve krachten of assemblage medewerkers), maar ook banen op hoger onderwijs-niveau (denk aan algemene managers of accountants). Nieuwe banen hebben bijvoorbeeld te maken met datawetenschappen, kunstmatige intelligentie, maar ook sales en marketing.

Volgens de samenstellers zijn er vijf voorwaarden waaraan voldaan moet worden om een positieve draai te geven aan werkgelegenheid:

  1. Industrieën moeten een gezamenlijke aanpak ontwikkelen voor het managen van transformaties van hun personeelsbestand. Daarbij gaat het met name continue professionele ontwikkeling.
  2. Bedrijven moeten “a human-machine augmentation strategy” ontwikkelen (hoe kun je je organisatie op het gebied van menselijk kapitaal versterken?).
  3. Overheden moeten modern arbeidsmarkt beleid activeren. Opvallend is dat het World Economic Forum hier niet alleen doelt op beleid rond continue professionele ontwikkeling maar ook op het gebied van job centra, inkomens vangnetten en nieuwe beleid voor online werk.
    Ik vind dit terecht omdat de Vierde Industriële Revolutie ook tot sociale drama’s kan leiden. Er is dus veel ‘flankerend beleid’ nodig. Ik verwacht dat een deel van de mensen die hun baan gaan verliezen niet gemakkelijk aan nieuw werk zullen komen. Er zijn grenzen aan de ‘schoolbaarheid’ van mensen. Die kun je vervolgens niet met een almoes naar huis sturen.
  4. Beleidsmakers en investeerders moeten een nieuwe benadering van het scheppen van werkgelegenheid overwegen. Daarbij gaat het om nieuwe vormen van industriepolitiek.
  5. Alle belanghebbenden hebben een gemeenschappelijke taal nodig voor het definiëren en beoordelen van vaardigheden. Daarbij doelt men op aanpassingen van het onderwijssysteem. Het onderwijs zou zich meer moeten richten op de ontwikkeling van praktische vaardigheden. Ook moeten we niet alleen meer naar diploma’s kijken. Volgens de auteurs moeten we een gemeenschappelijke taxonomie ontwikkelen rond talent om te begrijpen wat een vaardigheid, een competentie, een bekwaamheid of een eigenschap is – en hoe deze te beoordelen. Men schrijft:

Creating this information symmetry can lead to a more efficient, transparent, and dynamic labour and education market – and introduce new, more meritocratic paths to social mobility in society.

Artikel twee gaat over kenmerken van arbeid van de toekomst:

  • Automatisering, robotisering en digitalisering zien er in verschillende sectoren anders uit. Maar deze ontwikkelingen zullen elke sector beïnvloeden.
  • De veranderingen op het gebied van werkgelegenheid zijn netto positief, al is ook sprake van een aanzienlijke disruptie van de werkgelegenheid. Hierbij geeft men ook aan dat de vraag naar arbeid, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op ‘menselijke eigenschappen’, zal toenemen.
  • De arbeidsverdeling tussen mensen, machines en algoritmen verschuift snel. Op dit moment wordt 71% van de taakuren door mensen uitgevoerd. In 2022 is dat naar verwachting 58%. Het gaat hierbij om gemiddelden.
  • Nieuwe taken op het werk stimuleren de vraag naar nieuwe vaardigheden. Men verwacht dat 58% van de voor werk noodzakelijke bekwaamheden stabiel zullen blijven. Tweeënveertig procent van de vaardigheden is aan verandering onderhevig. Daarbij gaat het analytisch kunnen denken, actief kunnen leren en technische bekwaamheden. Het belang hiervan neemt volgens de samenstellers toe. De auteurs geven ook aan welke bekwaamheden minder belangrijk zullen worden:

2022 Skills Outlook

Volgens mij is deze lijst opgesteld met weinig kennis van zaken hoe mensen leren.

  • Een leven lang leren wordt de norm voor alle werknemers. Gemiddeld hebben werknemers in de periode tot 2022 101 dagen omscholing en bijscholing nodig, voorspellen de auteurs.

Het is uiteraard altijd de vraag of dergelijke voorspellingen exact uitkomen. Waarschijnlijk niet. Dat echter e.e.a. zal veranderen als gevolg van technologische ontwikkelingen is wel duidelijk.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *