Welke wensen hebben lerenden die online leren, en waar houden zij van?

Wat zijn de wensen en voorkeuren van lerenden die online onderwijs en opleiden volgen? Deze vraag staat centraal in een onderzoek met 1500 respondenten in de VS die recent hebben deelgenomen aan, die nog deelnemen aan of die van plan zijn binnen een jaar deel te nemen aan een volledig online studieprogramma. Herken ik de uitkomsten?

Tony Bates vat een onlangs verschenen onderzoeksrapport samen. Er zijn acht belangrijke conclusies uit het onderzoeksrapport af te leiden. Ik plaats per opmerking commentaar.

a) De inhoud moet geschikt zijn voor mobiele apparaten. De overgrote meerderheid van de studenten gebruikt mobiele apparaten. Zij zoeken informatie over het programma (87%), en volgen in meerderheid het programma met hun mobiel apparaat (67% zegt dit te doen).
Mijn opmerking: ik herken de noodzaak om mobiel toegankelijke online cursussen en leertechnologieën te gebruiken. Dit stelt echter bepaalde eisen aan de content (bijvoorbeeld weinig tekst). Persoonlijk vind ik mobiele apparaten vooral geschikt voor notificaties, microlearning, het raadplegen van resultaten en het beluisteren van geluidsfragmenten. Video’s bekijk ik het liefste op een laptop. En schrijven en lezen doe ik ook het liefste op een laptop. Ik vind het ook wenselijk dat meer onderzoek wordt gedaan naar welke apparaten voor welke leeractiviteiten het meest effectief zijn.
b) Studenten, die online leren hebben behoefte aan dienstverlening op het gebied van hun loopbaan. Terwijl veel van deze studenten al fulltime werken. De mogelijkheid om met een loopbaanadviseur contact te hebben maakt hier deel van uit. “High touch” is ook belangrijk.
Mijn opmerking: veel studenten nemen waarschijnlijk deel aan het online programma om betere carrièremogelijkheden te krijgen. Deze wens is ligt dan voor de hand. Nota bene: ik kan me juist ook voorstellen dat deze studenten behoefte hebben aan advies en ondersteuning op het gebied van ‘leren leren’.
c) Online leren levert een positief resultaat op. De kosten wegen ruimschoots op tegen de investeringen van de studenten. Zesentachtig procent van de studenten die deelnemen aan de online programma’s geloven dat de waarde van hun diploma gelijk is aan of hoger is dan de kosten die ze ervoor hebben betaald. Van de studenten die zowel face-to-face e als online leren hebben ervaren, is 85% van mening dat online leren net zo goed of beter is dan het volgen van ‘campus onderwijs’.
Mijn opmerking: dit zijn op zich mooie resultaten. Maar wie zegt me dat hier geen sprake is van sociaal wenselijke antwoorden of van pogingen om inspanningen te rechtvaardigen? Het is veel interessanter om te zien of studenten mede dankzij het online programma een andere baan hebben gekregen. Ook interessant: in hoeverre zijn de resultaten gelijk of beter aan face-to-faceonderwijs? Tegelijkertijd is het lastig aan te tonen of de ene vorm tot betere resultaten leidt dan de andere vormen. Veel factoren spelen hierbij een rol. Didactische aanpakken kunnen ook sterk verschillen. Uiteraard zijn er ook andere redenen om online te leren in plaats van face-to-face dan ‘effectiviteit’ (bijvoorbeeld toegankelijkheid voor werkenden).
d) Online studenten ondersteunen innovaties die bijdragen aan lagere kosten en minder tijd om een diploma te behalen. Voorbeelden zijn het gebruik van open educational resources of het kunnen combineren van certificaten tot een diploma.
Mijn opmerking: niet verbazingwekkend. Deze innovaties zijn in hun belang. Het zal lastiger worden deze studenten te enthousiasmeren voor innovaties die niet direct in hun belang zijn, of waarvan het veel lastiger is om uit te leggen wat het belang voor studenten is (denk aan de inzet van online samenwerkend leren of aan meer structuur met minder vrijheid als gevolg).
e) Interacties en relaties met andere studenten zijn essentieel voor het succes van online studenten. Zevenenvijftig procent van de voormalige en huidige online studenten geeft aan dat interacties met andere studenten zeer belangrijk zijn voor hun academische succes.
Mijn opmerking: dit herken ik ten dele. Onderzoek laat zien dat studenten samenwerking vooral waarderen als ze het aan den lijve hebben ervaren. Ook zullen de interacties vaak ingebed moeten zijn in het curriculum, willen studenten dit waarderen. Mijn ervaring is ook dat online studenten interacties met docenten erg op prijs stellen (zoals goede feedback), en meer intensieve interacties met docenten wensen.
f) Multichannel benaderingen van reclame en marketing zijn noodzakelijk om online studenten aan te trekken. Zij gebruiken zowel traditionele marketingmethoden als digitale media om informatie te verzamelen over online programma’s.
Mijn opmerking: herkenbaar. Ook tijdens de studie zul je vaak meerdere kanalen moeten gebruiken om studenten te bereiken. Er is m.i. ook sprake van een communicatieparadox: over des te meer media we beschikken, des te complexer wordt het communiceren met studenten.
g) De waarde van een online diploma is groter dan de prijs. De belangrijkste reden van online studenten om zich in te schrijven voor een programma is het voldoen aan hun behoeften. Belangrijk is ook een snellere studietijd.
Mijn opmerking: deze bevinding kan wel eens contextspecifiek zijn. Denken studenten in deze regio, op deze manier? Loopbaanperspectief, bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling, de mogelijkheid leren te combineren met werk en privé. Dat zijn -vermoed ik- in onze regio de belangrijkste redenen om je in te schrijven voor een online programma (veel lerenden kiezen voor een ‘blended’ aanpak).
h) De flexibiliteit van online programma’s weegt voor deze studenten zwaarder dan de voordelen van campusonderwijs. Daarbij gaat het om tijd- en plaatsonafhankelijk leren, om de mogelijkheid om je continue in te kunnen schrijven, om versnelde programma’s en het flexibel kunnen gebruiken van credits.
Mijn opmerking: deze voordelen worden inderdaad vaker genoemd. De behoefte om tijd- en plaatsonafhankelijk te leren hangt ook samen met de kosten -in geld en tijd- die je moet maken om deel te kunnen nemen. Als reistijd en reis- en verblijfskosten meevallen, dan kiest men ook eerder voor campusonderwijs en blended learning. Veel studenten ervaren immers een cognitieve en psychologische afstand bij online leren. Ze missen persoonlijk contact. Ook hebben studenten wellicht minder behoefte aan structuur (o.a. deadlines), maar hebben zij hier wel meer baat bij (minder kans op uitval). Het inventariseren van behoeften en voorkeuren is belangrijk. Maar je kunt ook goede redenen hebben om niet altijd rekening te houden met, bijvoorbeeld, voorkeuren.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *