Onderzoeksrapport Jongeren en interactieve media

Toen ik vanochtend van Antoine van den Beemt de suggestie kreeg om eens te kijken naar de Kennisnet-rapportage Jongeren en interactieve media, was mijn eerste reactie: daar heb ik toch al eens over geblogd. Niet dus. En dat is niet terecht.

Deze rapportage heeft betrekking op op de vraag of de huidige generatie jongeren daadwerkelijk zo anders is dan andere generaties, als het gaat om mediagebruik. Antoine heeft hier onderzoek naar gedaan (met meer dan 2100 respondenten op 24 scholen), en concludeert in deze publicatie dat jongeren heel divers omgaan met nieuwe media en lang niet zo vergevorderd zij in het gebruik van nieuwe media als vaak wordt verondersteld.

Hij bevestigt hiermee in feite de vele twijfels die de laatste paar jaar expliciet zijn geuit in het 'netgeneratie-debat'.

In zijn onderzoek onderscheidt Van den Beemt viert typen gebruik van interactieve media (consumeren, spelen, uitwisselen en creëren), en vier typen gebruikers (traditionalisten, gamers, netwerkers en producenten). Onderstaande tabel laat de relatie hiertussen zien.

JongerenEnInteractieveMedia_def_opweb-2.pdf (pagina 9 van 20)
 

Het mooie van Antoine's onderzoek is dat hij ook heeft gekeken naar de verdeling van de gebruikersgroepen naar onderwijsniveau en geslacht. Jongens en meiden blijken even vaak gamer te zijn, jongens vaker traditionalist en meiden vaker netwerker. Opvallend is ook dat producenten vooral op het vmbo en hbo voorkomen (19% resp. 18%). Pagina 9 en 10 van deze publicatie bevatten de belangrijkste bevindingen.

Eerlijk gezegd vind ik de indeling in vier typen gebruikers nog erg grofmazig. Mengvormen zijn volgens mij ook mogelijk. De onderverdeling van activiteiten in vier typen gebruik is deels ook arbitrair. Waarom valt het gebruik van Skype en Google Earth bijvoorbeeld onder 'creëren' en msn-en onder 'consumeren'?

In hoofdstuk vier gaat Van de Beemt in op de mogelijke gevolgen voor het onderwijs. Hij geeft daarbij onder meer aan dat je voorzichtig moet zijn met de inzet van een wiki en contentproductie, omdat jongeren niet altijd voldoende kennis en interesse hebben in het gebruik van tools als een wiki.

Antoine stelt ook dat de vier vormen van mediagebruik duiden op corresponderende manieren van leren, en dat binnen het onderwijs meer rekening gehouden zou moeten worden met die diversiteit.

De belangrijkste conclusie uit zijn onderzoek is wat mij betreft dat je het gebruik van nieuwe technologie door jongeren niet als een gegeven mag beschouwen. De onterechte veronderstelling dat jongeren massaal actief gebruik zouden maken van nieuwe technologie was voor mij nooit reden om te pleiten voor de inzet ervan in het onderwijs. Het feit dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop jongeren ICT gebruiken, is net zo min aanleiding om dat niet te doen. Diverse technologieën hebben krachtige eigenschappen, in relatie tot leerdoelen en didactiek. Daarom is het zonde hiervan geen gebruik te maken binnen leersituaties.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *