Of het nu gaat om klimaatverandering, gezondheidszorg of om effectieve manieren van leren: in het huidige digitale tijdperk worden we overvoerd met informatie en opvattingen die deels als wetenschappelijke desinformatie kunnen worden bestempeld. Wat zijn hier verklaringen voor, en wat is hier aan te doen?
Op deze vragen is José van Dijck, universiteitshoogleraar en scheidend president van de KNAW, onlangs ingegaan tijdens haar onlangs gehouden jaarrede.
Van Dijck geeft hierin het voorbeeld van een tiener die dankzij een Netflix-documentaire ervan overtuigd is geraakt dat de de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van mening is dat vlees eten evenveel kanker veroorzaakt als sigaretten. De documentaire schijnt echter de nodige “halve waarheden, verdraaiingen, manipulaties en klinkklare onzin” te bevatten (ook al is veel vlees eten om tal van redenen af te raden).
Van Dijck stelt in haar jaarrede dat ‘wetenschappelijke desinformatie’ een bijzondere en hardnekkige vorm van fake news is. Zij geeft drie verklaringen hiervoor.
- Context collapse: binnen een online omgeving heeft informatie alle “uiterlijke kenmerken van een ‘betrouwbare’ wetenschappelijke bron”. Toch is de informatie hier niet op gebaseerd. Volgens hoogleraar Van Dijck is de verhouding tussen expert en leek dankzij internet, en met name dankzij sociale media, veranderd. Het is heel gemakkelijk geworden om informatie te maken en te verspreiden. Het lijkt erop dat je kennis online kunt opzoeken. Gebruikers hebben echter vaak weinig houvast wat betreft “wie wat zegt in welke context en met welke autoriteit of expertise”. Dit is overigens een reden waarom instructie vervangen door informatie laten zoeken niet is aan te raden.
- Confirmation bias: veel mensen laten zich bij het beoordelen van informatie sterk beïnvloeden door voorkennis of vooringenomenheden. Dat leidt ertoe dat gebruikers van sociale media bijvoorbeeld meer aandacht besteden aan desinformatie dan aan ‘evidence-based’ of ‘evidence-informed’ informatie. Dit fenomeen wordt versterkt door sociale media die gebruikers vooral informatie presenteren die aansluit bij wat zij al vinden (en bij wat hun ‘peers’ vinden).
- Polarisation push: er zijn actoren bewust bezig met het polariseren van het publieke debat waardoor het vertrouwen in wetenschappelijke informatie verdwijnt. De ontwikkeling van wetenschappelijke kennis met nuances en rationele bewijsvoering wordt aangevallen en in diskrediet gebracht, stelt José van Dijck.
Zij meent dat het hard nodig is om als wetenschap hier tegenwicht aan te bieden. Universiteiten en mijns inziens ook hogescholen moeten dan fors investeren in digitale innovatie. Van Dijck pleit daarbij voor openheid van onderzoekers over bronnen, herkomst van data, plus methoden van verwerking en interpretatie:
Van wetenschappers kan worden verwacht dat zij het goede voorbeeld geven door in een kakafonie van meningen common ground te blijven zoeken. Verantwoordelijke journalisten zullen, net als wetenschappers, manieren moeten vinden om common sense te laten zegevieren in een zee van opinies.
Volgens mij betekent dat ook dat wetenschappers via andere gremia gaan publiceren, en dan op een voor iedereen begrijpelijke en genuanceerde manier. Denk aan podcasts, vlogs en blogs.
Daarnaast meent Van Dijck dat goed onderwijs jongeren op een substantiële manier leert wetenschappelijke bronnen te onderscheiden van nonsense. Daarbij gaat het volgens de scheidend KNAW-president niet alleen om vaardigheden, maar ook om moraliteit en attitude:
- het leren stellen van de juiste vragen
- methodisch leren redeneren die confirmation bias voorkomt
- het ontwikkelen van een onafhankelijk beoordelingsvermogen.
Dit bereik je volgens haar niet met een paar lessen mediawijsheid.
Zij concludeert onder meer:
De digitale samenleving kan niet zonder open en openbare instituties, maar dan moeten de dragers ervan zich wel intensief bemoeien met het vormgeven van de online dynamiek waarvan ze onvermijdelijk deel uitmaken. Om common ground en common sense te behouden als basis voor de digitale samenleving, moeten we zorgen dat wetenschap en onderwijs als common good blijven bestaan.
Ik kan me hier heel goed in vinden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie