E-coaching: een kwestie van tijd (#nelc10)

Eky Fioole en Rudi Clause van Avans Hogeschool gaven tijdens de eerste dag van het nationale e-learning congres aan hoe zij ICT gebruiken voor de begeleiding van studenten en medewerkers. Ik had verwacht dat zij op de relatie tussen ICT en de interactie tussen studenten/coaches zouden ingaan. Dat deden zij niet, maar dat deerde mij ook niet.

Drie principes liggen bij Avans Hogeschool ten grondslag, onder meer aan e-coaching:

  • Organiseer de aandacht.
  • Wees waarachtig. Dat betekent onder meer Teach what you preach (als je wilt dat je studenten bloggen, moet je er zelf ook aan geloven). Dit betekent ook dat kleinschalige experimenten worden gestart die potentie hebben om opgeschaald te worden.
  • Ga de dialoog aan (dus niet van boven opleggen).

Eky en Rudi bespraken de redenen die zij horen om NIET aan e-coaching te doen (nogal wat begeleiders geloven niet dat je online kunt coachen).

Avans geeft e-coaching vorm vanuit het professionaliseringskwadrant. Deze benadering -die Avans vaker gebruikt als het gaat om professionalisering- kent twee assen:

  • Analoog – virtueel
  • Aanbodgericht – construerend

Ecoaching_kwestie_van_tijd_NEC2010_versie1p00.pptx

Op deze manier ontstaan vier kwadranten, waarbinnen de e-coachingsactiviteiten geordend kunnen worden. Het gaat er daarbij om dat alle ‘vakken’ worden ingevuld en dat deze elkaar versterken.

Dat heeft men bijvoorbeeld gedaan bij gezondheidszorgopleidingen. De studenten zien elkaar daar heel weinig als zij stage lopen. Bovendien is weinig belangstelling voor de schooldag, die als weinig betekenisvol wordt ervaren. Ook werd weinig aandacht besteed aan reflectie op stage-ervaringen. Docenten waren veel tijd kwijt aan stagebezoeken (veel reistijd) en niet echt geïnteresseerd in stagebegeleiding omdat het rendement ervan gering was.

Daarom is men gaan werken met persoonlijke blogs waarin studenten reflecteren op hun stage. Vervolgens moeten zij ‘buikpijnissues’ er uit halen (initiatieven bedenken om de issues aan te pakken). Deze vormen input voor groepsbijeenkomsten. De docent kijkt welke onderwerpen worden aangesneden, onder meer door blogs te analyseren. Dat impliceert dat studenten een veel actievere rol gaan spelen in de voorbereiding van de schooldag.

Daarnaast kent de opleiding kenniskringen thema’s. Blogs leveren daar ook input voor. De studenten moeten op hun blog theorie over die input verwerken en dat spiegelen aan de stage-ervaringen.

De opleiding heeft positieve ervaringen met deze manier van leren, waarbij co-creatie een belangrijke rol speelt. De meeste studenten zijn meer gemotiveerd, en de docenten ook. Behalve de weblog, de groepsbijeenkomsten en de kenniskringen werden als coachingsactiviteiten ingezet:

Ecoaching_kwestie_van_tijd_NEC2010_versie1p00.pptx-1  

Niet alles is overigens vlekkeloos verlopen. Stagebedrijven in de zorg waren bijvoorbeeld huiverig voor het openbaar publiceren van -bijvoorbeeld- foto’s. Studenten losten dit op door op internet naar vergelijkbare foto’s te zoeken. Op een gegeven moment is besloten de blogs besloten te maken.

Docenten hadden ook het gevoel niet meer bij te kunnen benen wat studenten op hun blogs creëerden. Ook waren er studenten die problemen hadden met de techniek van bloggen. Om daarover kennis te delen organiseerden zij zelf een blogcafé (zie het plaatje hierboven).

Avans gebruikt het professionaliseringskwadrant ook voor deskundigheidsbevordering van docenten. Zie het proeflokaal.blogspot.com. De e-learning consultants van Avans zijn bijvoorbeeld 1x per kwartaal de hele dag op een vestiging aanwezig, om vragen te beantwoorden en functionaliteiten uit te proberen. Men organiseert verder onder meer lunchbijeenbkomsten (broodje e-learning).

Ik wil graag afsluiten met enkele geleerde lessen van Avans:

  • Je moet werken vanuit een bepaalde context. Je houdt dus rekening met een bepaalde cultuur van een organisatieonderdeel. Wat een succesvolle aanpak is bij het ene organisatieonderdeel, hoeft dat nog niet bij een ander onderdeel te zijn.
  • Sluit aan bij (ICT)-vaardigheden van alle betrokkenen. Neem niets als vanzelfsprekend aan. Ook niet dat studenten ICT-vaardig zijn.
  • Sluit aan bij de concerns van alle betrokkenen.
  • Hergebruik bestaande initiatieven, maar pas ze wel aan aan de plaatselijke context.
  • Gebruik alleen “e”-activiteiten gebruiken, als het echt nodig is.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *